Atletiek
Het leven van Dafne Schippers is volledig veranderd sinds ze drie jaar geleden de meerkamp verruilde voor de sprint. Waar de tweevoudig wereldkampioene en winnares van olympisch zilver gaat, keren hoofden als vanzelf om. En niet alleen in Nederland. Dat is wennen. we spreken haar in aanloop naar het EK in Berlijn (7 - 12 augustus). Lachend: “Ik ben er wel achter dat ik geen robot ben.”
Je hebt een nieuwe vriend lazen we in de roddelbladen. De naam is Sammie.
Lachend: “Nou, mijn nieuwe vriend is een Australian shepherd. Sammie is een teefje trouwens, dus het is eerder m’n nieuwe vriendin.”
Sammie heeft haar eigen Instagram-account, met meer dan 2000 volgers.
“Ik kan m’n eigen Instagram wel helemaal volgooien met foto’s van m’n hond, maar ik denk niet dat mijn volgers dat allemaal even leuk vinden. Vandaar deze oplossing.”
Zorgt zij voor de broodnodige afleiding?
“Zij geeft mij veel ontspanning. Heerlijk. Ik kom thuis en er loopt een vrolijke pup rond.”
Jouw leven is de afgelopen drie jaar, nadat je de meerkamp verruilde voor de sprint, natuurlijk ontzettend veranderd. Merk je dat je het nodig hebt afleiding te zoeken?
“Ik wil af en toe m’n zinnen verzetten. Door Sammie vergeet ik heel even m’n sport. Ik vind het leuk om haar op te voeden, dingetjes met haar te doen en lekker te wandelen.”
Is er ruimte voor andere hobby’s in je leven?
“Nee, ik ben zo’n beetje 24 uur per dag atleet. Dat kan niet anders als ik me op dit niveau staande wil houden.”
Is Sammie er ook tegen de eenzaamheid?
Knikkend: “Het is soms best eenzaam om topsporter te zijn. Dan kom ik in m’n hotelkamer of thuis na een zware dag trainen en, ja, daar zit je dan.”
‘Het is soms best eenzaam om topsporter te zijn. Dan kom ik in m’n hotelkamer of thuis na een zware dag trainen en, ja, daar zit je dan’
Heb je veel vriendinnen?
“Ik heb er een paar. Ik heb niet heel veel tijd om af te spreken helaas, vaak moeten ze het doen met een appje waarin ik vraag hoe het gaat. Het is een andere vriendschap en contact dan mensen gewend zijn. Ik heb niet een heel grote vriendenkring overgehouden, maar dat vind ik ook niet erg. Ik heb een paar goede vriendinnen en die zijn heel belangrijk voor me.”
Foto
Heel veel mensen zouden graag met jou willen ruilen, maar is het ook weleens moeilijk om in jouw schoenen te staan?
“Zeker! Ik ben van nature namelijk iemand die liever op de achtergrond blijft.”
En dan heb je in 2015 ook nog eens de overstap gemaakt van de meerkamp naar de sprint. Meer op de voorgrond kun je niet treden.
Lachend: “Ja, lekker handig, hè? Op de baan voel ik me prima, maakt het me niet uit dat iedereen naar me kijkt. Maar daarnaast... Nee, daar is het voor mij niet altijd even makkelijk.”
Je bent de afgelopen drie jaar van iemand die redelijk anoniem over straat kon getransformeerd in iemand die wereldwijd bekend is. Zijn er lessen voor om met die plotselinge heldenstatus om te gaan?
“Nee. Hoe ik het doe, weet ik eigenlijk ook niet. Ik probeer gewoon mezelf te zijn, mezelf te blijven en zo goed mogelijk met alles om te gaan wat op m’n pad komt. Ik heb m’n weg daarin moeten zoeken, dat heeft wat tijd gekost.
Vaak is het heel leuk, die aandacht, geeft het me positieve energie. Maar iedereen is bijvoorbeeld weleens chagrijnig. Maar voor m’n gevoel kan ik eigenlijk niet chagrijnig zijn als ik naar buiten ga. Weten die mensen veel, die zijn allemaal enthousiast als ze me zien. Ik kan op dagen dat ik even iets minder in m’n vel zit moeilijk tegen iedereen roepen: ga weg, zoek het uit! Zo ben ik niet. En ik wil al helemaal niet arrogant overkomen.”
Wat voor dingen maak je mee?
“Als ik boodschappen doe, hoor ik constant m’n naam om me heen fluisteren. Je merkt dat mensen elkaar aanstoten en me na kijken. ‘Kijk, dat is Dafne Schippers,’ hoor ik dan. Dan denk ik: ja jongens, ik ben het, ik weet het. Als ik in Arnhem over straat loop, gebeurt het ook dat ze m’n naam schreeuwen. Maar ik ga ook weer niet telkens reageren.
Gisteren zat ik even op een terrasje met Sammie. Even lekker rustig een kopje koffie drinken. Dacht ik. Een man zag me en was meteen heel enthousiast. Heel leuk. Maar hij bleef een uur lang tegen me aanpraten. Het was bijna moeilijk een slok van m’n koffie te nemen. Dat soort dingen gebeuren.
En ik maak ook vaak mee dat mensen stiekem foto’s van me nemen. Ik denk dan: vraag het gewoon even. Ik ben echt niet de moeilijkste. Als mensen me vragen om een foto of selfie, dan vind ik dat bijna altijd prima. Maar dat zogenaamde stiekeme, want ik zie het echt wel als iemand z’n telefoon op afstand voor zich houdt, is een beetje vervelend. Ach, het went allemaal, vaak merk ik het al niet eens meer.” Lachend: “Behalve als ik chagrijnig ben, dan zie ik alles.”
Zijn er momenten dat je besluit even binnen te blijven?
“Ik probeer mensen niet te veel te ontwijken, maar het gebeurt natuurlijk wel dat ik besluit thuis te blijven. Soms wil ik even rust of heb ik geen behoefte om te praten of te lachen.”
Hebben de randzaken de afgelopen jaren veel energie opgeslokt?
“Vooral in het begin. Ik heb nu m’n weg gevonden, hou steeds meer energie over voor het sprinten.”
Na de Spelen in Rio kwamen alle drukte en stress van de voorgaande anderhalf jaar er uit bij je, las ik.
“Het was niet de makkelijkste periode, nee. Maar ik heb er ook heel veel van geleerd. Ik ben echt sterker van die zware periode geworden.”
Krijg je op mentaal vlak hulp?
“Nog niet echt. Ik praat veel met de mensen om me heen, met het team waarmee ik werk. Wellicht zal ik dat team in de toekomst uitbreiden.”
Jouw ouders, zus en broer zijn ook vaak aanwezig bij belangrijke wedstrijden. Wat is hun rol?
“Zij zijn de stabiele factor. Zij zorgen voor die fijne omgeving, bij hen valt alle spanning van me af. Mijn familie is heel belangrijk voor me.”
Jouw broer Derek is ook jouw manager. Hoe druk heeft hij het?
Lachend: “Ze noemen Derek niet voor niets Chef Nee. Er komen heel veel verzoeken binnen. Derek moet voor mij op de rem trappen. Dat vinden wij ook jammer, hoor. Maar ik kan nu eenmaal niet overal ‘ja’ op zeggen. Sport staat op de eerste plaats, ik heb gewoon heel weinig tijd. Toen ik de overstap maakte van de meerkamp naar de sprint, in 2015, was ik alleen maar oververmoeid. Er kwam zo ontzettend veel op m’n bordje. De verzoeken stroomden binnen, iedereen wilde wat van me. Doordat ik meteen succesvol was, werd ik ineens overal herkend. Daarnaast moest ik ook de weg vinden als sprinter, op en naast de baan. Alles was nieuw. Het vrat energie, zoveel dat ik m’n trainingen niet meer goed kon doen.”
Je bent ook een ‘merk’. Ben je heel erg bezig met hoe je over wil komen?
“Nee, ik kom juist goed over door mezelf te zijn, denk ik. Ik ben wie ik ben.”
Fanmail
Alles over jou is nu ook nieuws. Als je een vriendje hebt, staat dat in de krant...
Lachend: “En ook als ik een hond heb! Alles wat ik doe, wordt uitgelicht. Iedereen heeft een mening over me. Ik moet het accepteren, anders kost het me te veel energie.”
Ben je erdoor veranderd?
“Nou, ik let natuurlijk wel meer op wat ik zeg. Ik gooi er af en toe de rem op bij mezelf. Dat klinkt misschien stom, maar het is wel zo.”
Gaat die rem er nog weleens af?
“In het bijzijn van familie wel. Daarbuiten is dat best lastig.”
Is er ook nog ruimte voor een man in jouw leven?
Lachend: “Daar is altijd ruimte voor! Als het komt, komt het. Zo denk ik altijd.”
Maar een anonieme date is er voor jou niet bij.
Lachend: “Ja, dat kan ik vergeten. Er zijn altijd wel camera’s op me gericht.”
Er zijn individuele sporters die een relatie uitstellen tot na hun sportcarrière. Begrijp je dat?
“Makkelijk is het niet, maar ik denk wel dat het mogelijk is. Als die persoon er om te beginnen maar wel begrip voor op kan brengen dat ik ook op hoog niveau sport en dat daar dus een bepaald levenspatroon bij hoort.”
Je hebt ook nog twee jaar aan de pabo gestudeerd, had nu ook als lerares voor de klas kunnen staan. Sta je er weleens bij stil hoe bijzonder jouw leven is?
“Misschien sta ik daar af en toe wel te weinig bij stil.”
Je bent geen onderwijzeres geworden, maar bent wel een rolmodel voor kinderen.
“Dat kinderen geïnspireerd raken van en door mij vind ik misschien wel het allermooiste.”
Krijg je veel fanmail?
“Zo! Heel veel wordt naar m’n ouders gestuurd. Of naar de atletiekunie. En weet je dat het merendeel van de fanmail uit het buitenland komt?”
Slow motion
Heb je ergens de afgelopen drie jaar spijt gehad dat je de meerkamp achter je hebt gelaten?
“Nooit. Ik heb er ook best lang over nagedacht.”
Het werd vaak bestempeld als een keuze tussen het hoofd, de sprint, en het hart, waar de meerkamp lag. Klopt dat?
“Eh, nou, zo zou ik het toch niet helemaal bestempelen. Ik heb lang getwijfeld. In de periode dat ik twijfelde, raakte ik tijdens het hoogspringen geblesseerd aan m’n knie. Sinds m’n zestiende kampte ik al met problemen met m’n kniepees. De artsen hebben altijd gezegd dat die knie nooit meer helemaal goed zal komen. Die blessure in het voorjaar van 2015 was voor mij doorslaggevend, toen realiseerde ik me dat ik nooit op de toppen van m’n kunnen zou kunnen presteren op de meerkamp. Tegelijkertijd wist ik dat ik veel talent had voor de sprint. Ik had het geluk dat ik überhaupt kon kiezen.”
En je had als meerkampster in 2013 ook al een bronzen WK-medaille gewonnen, dat scheelde misschien ook.
“Maar dat neemt niet weg dat er als meerkampster veel meer in me had gezeten dan eruit is gekomen. Daar staat weer tegenover dat ik weer heel veel mooie nieuwe doelen heb teruggekregen.”
Wat waren jouw verwachtingen toen je in 2015 definitief voor de sprint koos?
“O, dat vond ik heel lastig in te schatten. Ik was wereldtop op de meerkamp en hoopte ook mee te kunnen in de top bij de sprinters. Dat was heel spannend. De sprint, dan heb je het over een heel ander concurrentieniveau. Het was zo fijn dat ik al zo snel na de overstap de bevestiging kreeg dat ik ook als sprinter de top kon halen.”
Wat voel jij eigenlijk als je sprint?
“Het klinkt tegenstrijdig, maar als ik sprint lijkt veel juist in slow motion te gaan. Niet alles, want mij ontgaan ook delen van de race. En mijn tegenstanders zie ik niet, maar ik weet precies waar ze zijn. Het is een heel vreemde waas. Ik hoor niets, zie wel iets, maar ook weer niet echt.”
Is sprinten voor jou ook het ultieme gevoel van vrijheid?
“Jazeker.”
En welk gevoel geeft winnen jou?
“Het is de bekroning voor wat ik doe en het leven dat ik leid. Ik heb er heel bewust voor gekozen om voor honderd procent te leven voor m’n sport. Dan is het heel fijn als dat zo nu en dan wordt beloond.”
Is sprinten ook leuk als je wel het maximale uit jezelf haalt, maar desondanks niet als eerste over de finishlijn komt?
“Dat verschilt per situatie... Ik wil natuurlijk heel graag winnen.”
Jij gooide na het winnen van olympisch zilver op de 200 meter kwaad je spike op de baan. Dat begreep niet iedereen.
“De Spelen in Rio waren voor mij heel zwaar. Twee dagen voor de belangrijkste race van m’n leven, de 100 meter, raakte ik geblesseerd. Mijn reactie na die 200 meter kwam voort uit een opeenstapeling van emoties in die week. En daar kwam na de finish nog het gevoel bij dat ik het net niet had gered. Alles kwam er toen uit. Het was veel meer dan boosheid vanwege een tweede plek.”
Tweede is toch ook mooi, zijn mensen vaak geneigd te denken.
Knikt: “Iedereen is heel positief over me, veel mensen vinden het heel bijzonder wat ik doe. Maar als het om de verslaggeving van atletiekwedstrijden gaat, dan kan iedereen wel een voorbeeld nemen aan de BBC. Bij de BBC gaan ze zo respectvol om met de atleten en hun prestaties. Neem mijn vijfde plek dit jaar bij de WK indoor op de 60 meter. Bij de BBC vonden ze dat geweldig. ‘Een vijfde plek in dit wereldveld op de 60 meter is fantastisch.’ Alleen maar lovende woorden. In Nederland werd het bestempeld als een ‘teleurstellende vijfde plek’.”
Het went blijkbaar heel snel dat ‘we’ iemand hebben die medailles wint op de sprint. Moeten we daar met z’n allen wat meer van genieten?
“Ik denk het wel. En voor mezelf geldt dat overigens ook, hoor. Ik moet zelf ook wat meer genieten van wat ik presteer.”
Hoe leer je genieten?
Lachend: “Dat moet ik nog leren! Nee hoor, zo erg is het niet. Maar als ik een medaille win, ben ik meteen alweer bezig met het volgende doel. Dat is soms wel jammer. Ik moet er wat meer stil bij staan hoe bijzonder het is wat ik doe.”
Dat zeggen alle winnaars.
“Is ook zo. Tussen zeggen dat je ergens van geniet en het ook werkelijk doen, daar zit een verschil tussen. Succesvolle sporters zeggen vaak ook dat het besef dat ze iets groots hadden gepresteerd pas jaren later kwam. Misschien komt het dus nog. Soms is het goed om tegen mezelf te zeggen: wacht even. De trein moet soms even stilstaan. Even ontspannen, genieten en daarna weer door. Soms vergeet ik dat een beetje.”
Even terug naar de reactie in de Nederlandse pers op jouw vijfde plek op de 60 meter bij het WK indoor. Wat denk jij dan?
“Ik denk alleen: typisch Nederlands.”
In november besloot je te reageren op de column van oud-hockeyer Jacques Brinkman in De Telegraaf. “Mij totaal ongegrond beschuldigen van dopinggebruik. Misselijkmakend!” twitterde je.
“De uitspraken die hij deed, kun je echt niet zomaar maken. Not done. Ik heb tegen m’n broer gezegd: dit kan echt niet. We hebben even goed besproken hoe ik zou reageren.”
Nederland nam het massaal voor je op na die stoot onder de gordel.
“Ja, gelukkig was ik niet de enige die vond dat je zulke opmerkingen niet zomaar kunt maken. Het was wel fijn om te merken dat iedereen achter me stond.”
Cool
Wat is er sportief gezien mogelijk voor jou?
“Heel veel. Weet je wat het lastige is? Ik ben al wereldkampioen, op papier heb ik nog één groot doel: olympisch kampioen worden. Maar ik heb geen invloed op wat m’n tegenstanders doen. Als ik een supergoede race loop op de Spelen en ik word tweede, dan kan ik mezelf niets verwijten. Kijk, ik kan alleen maar werken aan dingen waardoor ik beter word, naar anderen moet ik niet kijken. Mijn ultieme doel is olympisch goud. Maar dat heb ik dus niet volledig in eigen hand. Daarom is mijn primaire doel: mezelf verbeteren, zodat ik op de Spelen mijn beste ‘ik’ kan laten zien.”
En die winst is nog steeds vooral te behalen op de start?
“Nee, winst kan nog op elk vlak worden geboekt. Doordat er zo de nadruk op wordt gelegd, hebben mensen misschien het idee dat ik voornamelijk aan m’n start werk. Zo is het natuurlijk niet. Ik werk aan elk puzzelstukje.”
We vergeten soms dat je nog maar net sprinter bent, dat je drie jaar terug nog meerkampster was.
Knikt: “Dat groeiproces moet ik helemaal doormaken en daar zit ik nog in. Daarom heb ik er alle vertrouwen in dat alles straks helemaal op z’n plek gaat vallen.”
Lig je weleens wakker van de sport?
“Jawel. Maar volgens mij liggen heel veel mensen weleens wakker van hun werk, toch?”
Eliud Kipchoge, de koning van de marathon, stond in de vorige Helden en haalde jou aan als voorbeeld voor alle atleten die denken in barrières. ‘Dafne is een blanke die kan sprinten. Een blanke kan ook een wereldrecord lopen op de marathon. Waarom niet? Kijk naar Dafne.’ Merk je dat jij collega-sporters de ogen opent?
“Ik laat zien dat het kan, inderdaad. Als je iets heel graag wilt, kun je dat bereiken. Dan maakt het niet uit welke huidskleur je hebt, dat je groot of klein bent. Ik hoop met mijn prestaties vooral kinderen te overtuigen dat alles mogelijk is als je ergens voor gaat en in gelooft.”
Wie is jouw voorbeeld geweest?
“Die had ik niet echt. Maar ik bewonder wel altijd mensen die op de toppen van hun kunnen presteren. Voor mij is Usain Bolt altijd heel erg inspirerend geweest. Maar ik vind het bijvoorbeeld ook heel leuk om de Nederlandse handbalsters te volgen. Of de voetbalsters.”
'Ieder mens vindt het op z'n tijd toch leuk om te horen dat hij of zij een leuk persoon is? Ik word er blij van als iemand dat tegen me zegt'
Wat is het mooiste compliment dat je de afgelopen drie jaar hebt gekregen?
“Poeh... Nou, het mooiste vind ik het om te horen dat ze me als mens waarderen. Ieder mens vindt het op z’n tijd toch leuk om te horen dat hij of zij een leuk persoon is? Ik word er blij van als iemand dat tegen me zegt.”
Je bent ook nog gewoon een jonge vrouw van 25 met haar onzekerheden en geen robot...
Lachend: “Nee, ik ben er wel achter dat ik geen robot ben. Het is niet zo dat je bij mij op een knopje drukt en dat ik vervolgens als vanzelf prestaties lever.”
'Soms moet ik er iets meer bij stilstaan dat het heel cool is wat ik doe en heb bereikt'
Wat is het leukste om Dafne Schippers te zijn?
“Ik mag dagelijks hardlopen! Ik doe mee op het allerhoogste niveau op de sprint. Echt een bijzonder gevoel. Soms moet ik er iets meer bij stilstaan dat het heel cool is wat ik doe en heb bereikt.”
Helden Magazine 42
Het verhaal van Dafne Schippers komt voort uit Helden Magazine 42 waar ze de cover siert. Schippers leeft onder een vergrootglas sinds dat ze in 2015 voor de sprint koos. En dat is wennen. ‘’Ik ben er wel achter dat ik geen robot ben’’
Verder in de 42ste editie van Helden, is er veel aandacht voor de Tour de France. Topsprinter Dylan Groenewegen, eerste Nederlandse Tourwinnaar Jan Janssen, superster Peter Sagan en Servais Knaven, ploegleider van Chris Froome komen allemaal voorbij in het Tourgedeelte. Dirk Kuyt blikt terug op zijn carrière, Ranomi Kromowidjojo over goud, het geloof en nog meer, hockeysters Lidewij Welten en Frédérique Matla over het WK Hockey, motorcrosser Jeffrey Herlings, oud-voetballer Glenn Helder en Barbara Barend ontmoet Hans van Breukelen.
Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.