Word abonnee

Column

De tijd staat alweer 27 jaar stil

door: Jasper Boks
18 november 2014

18 november 1987
Jacques Anquetil won als eerste vijf maal de Tour de France, maar was ook omstreden tijdens zijn leven. Vandaag 27 jaar geleden overleed Monsieur Chrono, hij werd slechts 53 jaar.

Hij verruilde op zijn zeventiende meteen het hardlopen voor wielrennen, toen een vriend, de bij de plaatselijke wielerclub fietste, Jacques Anquetil tijdens een potje biljarten toevertrouwde dat meisjes zich tot wielrenners aangetrokken voelden.
 
In 1957 debuteerde hij in de Tour de France, won vier etappes en had na de laatste etappe een kwartier voorsprong op de nummer twee. Anquetil won de Tour ook in 1961, 1962, 1963 en 1964. In 1961 droeg hij het geel zelfs de hele Tour, als enige ooit. Anquetil kon goed mee in de bergen, maar de basis voor vijf Tour-zeges legde hij in de tijdritten. Hij dankte er zijn bijnaam Monsieur Chrono aan. 

Meer dood dan levend kwam Anquetil boven

Zijn laatste Tour-zege was de meest legendarische. De altijd berekenend koersende Anquetil hield stand tijdens een heroïsch gevecht met Raymond Poulidor, zijn landgenoot en een betere klimmer, tijdens de beklimming van de Puy de Dome. Schouder aan schouder reden ze omhoog. 

Gesloopt kwam Anquetil boven. Poulidor – de schoonvader van Adrie van der Poel – pakte slechts een paar seconden winst. Na de laatste etappe had Anquetil 55 tellen voorsprong op zijn populaire landgenoot. 

De rivalen waren zo diep gegaan dat de inspanningen grote sporen nalieten. Poulidor wist nooit de Tour te winnen, werd drie maal tweede, en bij Monsieur Chrono was nadien het beste eraf.

Alleen een idioot kon denken dat de Tour op water en brood te winnen was

Anquetil, die ook twee maal de Giro d'Italia en een keer de Vuelta won, was tijdens zijn carrière open een eerlijk over zijn gebruik van stimulerende middelen als amfetamine. Waar veel van zijn collega's fluisterden, zei hij altijd waar het op stond. Alleen een idioot kon denken dat de Tour op water en brood te winnen was, stelde hij. 

'Laat me met rust, iedereen neemt doping.' En: 'Ja, ik ben gedrogeerd. Waarom? Omdat je wel een imbeciel moet zijn om te geloven dat een profrenner 235 dagen per jaar onder alle denkbare weers- en andere omstandigheden kan rijden zonder stimulerende middelen te gebruiken.'

De Gaulle: 'Doping? Welke doping?'

Anquetil, volgens de verhalen ook een flinke drinker en roker tijdens zijn carrière stelde: “Wat ik doe, is naar mijn werk gaan zoals fabrieksarbeiders en kantoormensen dat dagelijks ook doen. Ik huil niet wanneer ik verlies, ik juich niet wanneer ik win. Het is geen vak dat je voor je plezier doet. Wielrennen is hard en gevaarlijk. Je doet niets anders dan je gezondheid op het spel zetten.” 

Volgens hem hadden wielrenners dezelfde rechten om hun pijn te bestrijden als een aardrijkskundeleraar. Hij kreeg veel bijval van collega's, maar ook van hoogwaardigheidsbekleders. Zelfs president Charles de Gaulle steunde Anquetil, zei: 'Doping? Welke doping? Zorgde hij er niet voor dat zelfs buiten de landsgrenzen de Marseillaise (het Franse volkslied) te horen was?'

VPRO-documentaire over Anquetil

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Toen in '66 een anti-dopingwet werd aanvaard, organiseerde hij in de Tour de France een staking die prompt een algemeen karakter kreeg. Het jaar erop weigerde hij zich te laten controleren na de geslaagde poging het werelduurrecord scherper te stellen. Het nieuwe record werd dan ook niet erkend. Toen hij merkte dat de dopingcontroles er toch kwamen, nam hij een dokter in de arm die de opdracht kreeg de dopingcontroleurs altijd een slag voor te zijn.

Zijn uitlatingen over doping kregen een andere lading toen de Britse renner Tom Simpson in 1967 in de Tour overleed tijdens de beklimming van de Mont Ventoux en er werd vastgesteld dat hij amfetamine en alcohol in zijn bloed had.

Zijn liefdesleven, een soap was er niets bij

Controversieel was hij ook door zijn omstreden liefdesleven. Een soap was er niets bij. Hij huwde Janine, de zes jaar oudere vrouw van zijn dokter, Boeda. Monogaam was hij niet. Zijn voorbereiding op een koers, zo stelde hij ooit: 'Fazant met kastanjes, een fles champagne en een vrouw.'

Anquetil en Janine konden geen kinderen krijgen, waardoor hij een relatie begon met Annie, een dochter uit het vorige huwelijk van zijn vrouw. Met haar kreeg Anquetil dochter Sophie. De relatie strandde en Annie vertrok met Sophie. Daarna kreeg de wielrenner een verhouding met Dominique, de ex-vrouw van Alain, de zoon uit het eerste huwelijk van zijn vrouw. Echtgenote Janine werd het allemaal te veel en zij vertrok. Met Dominique kreeg Anquetil nog een zoon, Christopher.

Sophie Anquetil zei ooit: 'Ik ben de dochter van Jacques Anquetil, maar ook de kleindochter van zijn echtgenote en de dochter van zijn stiefdochter. En Jacques had ook nog een zoon bij de vrouw van zijn stiefzoon.'

Benieuwd wat Anquetil van Lance Armstrong had gevonden

Op 1 juni 1987 werd bij Anquetil maagkanker ontdekt. Een maand later maakte hij 'gewoon' deel uit van het Tour-circus. Hij liet zich alleen weggeroepen voor een chemokuur. In augustus werd een groot deel van zijn maag verwijderd, enkele weken later kwam hij alweer in actie als bondscoach van de Fransen. Op 18 november 1987 overleed Anquetil, op slechts 53-jarige leeftijd in het ziekenhuis van Rouen. Janine stond aan zijn sterfbed, had hem vergeven en droeg na zijn dood de naam Janine Anquetil. Ook zijn rivaal Poulidor bezocht hem vlak voor zijn overlijden. Anquetil zei over de zware strijd tegen zijn ziekte: 'Iedere dag weer word ik onophoudelijk geteisterd door een pijn vergelijkbaar met die van de Col de Puy de Dôme. Het zeurt en sloopt, het einde is nabij.' En hij zou, doelend op zijn naderende einde, grappend tegen Poupou hebben gezegd: 'Nu word je weer tweede.'

Nadat Lance Armstrong zijn zeven Tour-zeges in moest leveren, is Anquetil weer recordhouder wat betreft aantal eindzeges, dat record moet hij wel delen met Eddy Merckx, Bernard Hinault en Miguel Indurain. Wel benieuwd wat Anquetil van de dopingpraktijken van Armstrong had gevonden.

Delen: