Voetbal
Xavi Simons was jarenlang het wonderkind van FC Barcelona. Op zijn zestiende vertrokken naar Paris Saint Germain waar hij speelde met wereldsterren als Lionel Messi, Kylian Mbappé en Neymar. Na zijn overstap naar PSV maakte hij grote indruk, opp het WK debuteerde hij voor het Nederlands elftal en afgelopen seizoen speelde hij een sterk seizoen voor RB Leipzig. Mindere tijden waren er ook voor de 21-jarige Xavi Simons, die al zijn hele leven in de schijnwerpers staat. In Helden deed hij zijn verhaal.
“Ik ben in Amsterdam geboren, we woonden toen ik klein was in Sloten. Mijn moeder Peggy keek vlak na mijn geboorte naar een wedstrijd van Barcelona en hoorde de naam Xavi. Ze had me nog geen naam gegeven en wist toen: mijn zoon moet Xavi heten. Xavi Hernández, nu trainer van Barcelona, is ook mijn held. Ik ben weleens met hem op de foto geweest, die staat op mijn Instagrampagina, maar ik ken hem niet persoonlijk. Ik denk wel dat hij weet dat ik Xavi heet vanwege hem. Het is ook wel toevallig dat ik uiteindelijk ook bij Barcelona terecht ben gekomen toen Xavi daar nog steeds in het eerste speelde.
Apple Store
Toen ik drie was, besloot mijn moeder naar Spanje te verhuizen. Mijn oma woonde al in Spanje met mijn oudste tante en mijn moeder wilde een beter leven voor mijn zeven jaar oudere broer Faustino, haarzelf en mij en dacht dat we dat daar zouden krijgen.
We woonden met z’n drieën in een klein dorpje, Rojales, vlakbij Alicante. Daar komen mijn beste vrienden vandaan, een gemixte groep van nationaliteiten, veel van hen komen uit Zuid-Amerika. Ik kom nog geregeld in Rojales, kan er mezelf zijn, hoef er niet rond te lopen met een capuchon en pet op. Mensen vragen daar weleens of ze op de foto met me mogen, maar dat zijn vooral jongeren. Oudere inwoners zien mij als de kleine Xavi die wat groter is geworden.
Mijn moeder, broer en zusje zijn de belangrijkste personen in mijn leven. Kenza is bijna tien en het prinsesje van ons gezin, ze is tien jaar jonger dan ik. Faustino en ik zijn op dezelfde dag en tijd geboren, op 21 april om twaalf uur ’s middags. Mijn broer vervulde een vaderrol, heeft mij altijd beschermd en voelde zich verantwoordelijk voor me. Wij hadden het niet breed. Mijn moeder zat in haar eentje met drie kinderen in Spanje. Ze zorgde voor ons, er was altijd eten, maar om de eindjes aan elkaar te knopen, werkte ze twaalf uur per dag, van acht uur ’s ochtends tot acht uur ’s avonds, bij de klantenservice in de Apple Store.
Mijn moeder wilde nooit laten blijken dat ze het zwaar had. Ik was nog zo jong, heb dat ook nooit in de gaten gehad. Faustino vertelde mij later dat het geregeld voorkwam dat mijn moeder ons te eten gaf, maar zelf niks meer had. Tegen mijn broer zei ze dan dat ze al gegeten had, dat was natuurlijk niet zo. Pas rond mijn vijftiende kreeg ik in de gaten wat er speelde. Dan wilde ik iets hebben en zei mijn moeder: ‘Sorry Xa, dat kan nu echt niet.’
Toen ik me realiseerde hoe moeilijk mijn moeder het heeft gehad, deed me dat veel, en nog steeds. Toch kijk ik terug op een mooie, warme jeugd. Zo knap van mijn moeder.
Handtekening
Sinds ik heel klein was, liet mijn moeder iedereen in het dorp weten dat haar zoon goed kon voetballen. Op mijn zesde werd ik gescout door Barcelona. Het was niet alleen mijn droom die uitkwam, maar ook die van mijn moeder. Toen ik eenmaal bij jeugdcomplex La Masía aankwam, vroeg ze me of ik het echt wel wilde. Natuurlijk, zei ik. Vlak daarna zijn we met zijn drieen naar Barcelona verhuisd.
We woonden in een oud appartementje, waar mijn moeder volgens mij niet heel happy was. Maar ze deed alles om mijn droom waar te maken, om ervoor te zorgen dat ik kon voetballen. Bij Barça speelde ik veel toernooien. Mijn moeder werkte vaak extra om ervoor te zorgen dat zij of mijn broer met mij mee kon, een van hen was er altijd bij. Vanaf mijn elfde was ik doordeweeks hele dagen op La Masía, maar ik sliep thuis. Mijn moeder vond me te jong om er al te wonen. Mijn broer bracht me om half zeven ’s ochtends op de fiets. De taxi bracht me om half tien ’s avonds weer naar huis. Een paar jaar later ben ik er wel gaan wonen en kwam ik in de weekenden thuis.
Bij Barça won ik vier keer op rij de Ballon d’Or, de prijs voor de beste jeugdspeler. Er waren zoveel jongens die toernooien speelden, maar juist ík won die prijzen. Op dat moment deed het niet veel met me, ik besefte niet hoe bijzonder dat was. Als ik zo’n prijs gewonnen had, dacht ik meteen aan het volgende toernooi.
Ik sta van jongs af aan in the picture. Was het niet om het voetbal, dan was het wel om mijn haar. Misschien dat ik ook daardoor beroemd ben geworden. Ik heb niet gekozen voor mijn haar, ik heb het van mijn moeder. Als twaalfjarige jongen vroegen fans al om een handtekening en of ze met me op de foto mochten als ik na een wedstrijd met teamgenoten het veld afliep. Ik dacht: waarom willen ze mijn handtekening? Ik vond het maar raar. Als ik een wedstrijd had verloren, wilden fans ook op de foto, maar daar had ik dan natuurlijk geen zin in. Thuis zei mijn broer dan: ‘Ik snap het Xa, maar die mensen rijden twee uur met de auto speciaal voor jou.’ Faustino had gelijk en hield mij met beide benen op de grond in het voetbalgekke Spanje.
‘Vroeger twijfelden mensen, werd er geroepen: ‘We weten niet of Xavi goed kan voetballen, hij heeft alleen heel veel Instagram-volgers’’
Rond mijn dertiende vertrok Faustino naar Amerika, waar hij als trainer aan de slag ging. Dat was pittig. Ik had mijn zusje nog wel thuis, maar zij was toen pas één. Ook voor mijn moeder was het zwaar, Faustino deed heel veel thuis. Voor mijn broer was het in Amerika ook lastig om mij te blijven volgen. Als hij sliep, moest ik voetballen. Ik miste hem zo erg, en wilde de volgende stap in mijn carrière alleen nemen met het hele gezin: dus met mijn moeder, broer en zusje erbij. Ik vroeg Faustino of hij daar open voor stond. Hij besloot om met ons mee te gaan naar Parijs, kwam voor mij na bijna drie jaar terug uit Amerika.
Neymar
Meningen van anderen leg ik normaal gesproken snel naast mij neer, maar toen ik naar Paris Saint-Germain vertrok, ontplofte er een bom in de Spaanse media. Er werd van alles over me geschreven en mensen geloofden dat. Ik las niet veel, maar kreeg wel van alles doorgestuurd. Berichten op Instagram zag ik wel.
Ik ga nog weleens uitleggen wat dat met een zestienjarige jongen doet. Mijn broer zei: ‘Xa, vergeet wat mensen over je zeggen, het is niet belangrijk. Het belangrijkst zijn jouw familie en de mensen die van je houden.’ Ergens kon ik de reacties ook wel begrijpen. Ik was een kind van de club, die de hele jeugdopleiding van Barcelona had doorlopen. Ik ga míjn verhaal op het juiste moment vertellen. Met Faustino heb ik urenlang gesproken over die overstap. Het was niet zomaar iets. Ik had mijn hele jeugd in Spanje gewoond.
Mijn zusje was destijds vier en moest ook haar vriendinnetjes achterlaten, maar we gingen er met zijn allen voor. Van mijn eerste salaris bij PSG heb ik kleren gekocht voor mijn moeder, broer en zusje. Het was fijn om iets terug te kunnen doen. Bij Paris Saint-Germain speelden de beste spelers ter wereld, mannen als Lionel Messi, Neymar en Kylian Mbappé. Op mijn zeventiende werd ik al doorgeschoven naar het eerste. Ik trainde iedere dag met die gasten, maakte wedstrijden mee, zag hoe ze zich gedroegen buiten het veld en met fans omgingen. Ik heb zoveel geleerd. Misschien denken mensen: Xavi heeft niet veel gespeeld bij PSG. Maar wat wil je: Messi en Neymar had ik voor me.
Ik kwam geregeld bij Neymar thuis. Hij heeft een belangrijke rol gespeeld in die periode, Neymar kende me nog van zijn tijd in Barcelona, hij hielp me en beschermde me. Ik was als een broertje voor hem. We hebben nog steeds contact. Mensen hebben een bepaald beeld van Neymar, maar ze zien alleen de voetballer. Buiten het veld is hij een heel goed mens.“
Barretje
Bij Barcelona was ik nog het grote talent, in Parijs werd ik gezien als de jonge wereldster. Mijn wereld stond op z’n kop. Ik kwam in Parijs aan met ruim een miljoen volgers op Instagram, dat liep in korte tijd op tot in de miljoenen. In interviews gaat het vaak over het aantal volgers dat ik heb, dat vind ik best irritant.
Vroeger twijfelden mensen, werd er geroepen: ‘We weten niet of Xavi goed kan voetballen, hij heeft alleen heel veel Instagram-volgers.’
Ik wil op het veld laten zien dat ik de beste versie van mezelf ben, niet online. Heb niet gekozen voor de aandacht. Ik heb fantastische dingen meegemaakt, maar heb ook een groot gedeelte van mijn jeugd gemist. Doordat ik bekend ben, heb ik niet meegemaakt wat een normale jongen van zestien meemaakt.
Ik ben nog nooit op vrijdagmiddag na school naar een barretje gegaan om wat te drinken met vrienden. Op stap gaan met vrienden heb ik nog nooit gedaan, want uiteindelijk zal er altijd iemand een foto of video maken en op sociale media zetten. Ik besef dat ik pas negentien ben en al veel heb meegemaakt. Ik heb mooie tijden gekend, maar ook mindere. Uiteindelijk leer je veel van slechte momenten in het leven, zowel op voetbalgebied als privé. Ik had in het verleden mensen om mij heen die het minder goed met mij voor hadden. Ik heb geen wraakgevoelens, zal nooit iets slechts over iemand zeggen, kies er dan voor om niet meer met je om te gaan.
Sinds een jaar spreek ik geregeld met een psycholoog in Spanje. Ik wilde weten waar sommige gevoelens vandaan kwamen. Hij leert mij dingen te snappen, een plek te geven en weer verder te kunnen. De druk die wij voetballers ervaren, is pittig. Op het veld voel ik die niet, erbuiten wel. Op dit moment zit ik in een goede fase, ik voel me lekker, ervaar geen stress. De psycholoog is er ook om te voorkomen dat ik me over twee jaar heel anders voel. Ik wil me zo blijven voelen zoals ik me nu voel.
Van Nistelrooy
Ik speelde tussen de beste spelers ter wereld in Parijs, maar twee jaar geleden voelde ik dat het niet genoeg was voor mijn ontwikkeling om de ene keer tien of vijftien minuten te spelen, en de wedstrijd erna weer helemaal niet. Ik wilde meters maken, stabiliteit creëren en mezelf laten zien op het veld.
Zo zou ik in Nederland ook meer in the picture komen bij bondscoach Louis van Gaal. Vroeger riep ik altijd: ik wil niet terug naar Nederland, maar tot nu toe is het misschien wel de beste keuze in mijn carrière geweest. Ik wist dat Ruud van Nistelrooij de nieuwe trainer zou worden van PSV, hij heeft veel contact met mij gezocht. Hij heeft ook Sergio Ramos en Georginio Wijnaldum, voormalig ploeggenoten van mij bij PSG, gesproken over mij.
Ik dacht: hij wil echt graag dat ik kom. Ik had nog twee weken vakantie en zei tegen de trainer: misschien reageer ik dan even niet. Hij zei: ‘Dat geeft niet, ik blijf je toch berichten sturen.’ Dat bleef hij ook doen, de hele zomer. Het voetbal vergat ik bijna; hoe hij als mens is, vind ik heel bijzonder. In het begin van het seizoen zei de trainer: ‘We gaan stap voor stap kijken hoe je je ontwikkelt in de groep.’ Dat is snel gegaan.
De trainer laat nu merken dat ik belangrijk ben. Ik ben pas negentien, maar ook ik kan mijn mening geven en word serieus genomen. Het is een eer om met Ruud van Nistelrooij te werken, hij is zo’n grote speler geweest. Ik heb beelden teruggekeken van hem en van anderen gehoord hoe hij was als speler. Ze vertelden dat hij ook woedend kon worden op het veld. Ik heb hem goed leren kennen, herken mezelf ook wel in hem. De passie die hij heeft, heb ik ook.
Ik hoop net zo’n carrière te kunnen krijgen als hij. Bij PSV heb ik dankzij de trainer geleerd om op het veld, maar ook erbuiten, beter te leren communiceren. Ik wilde vroeger nooit met een trainer praten, alleen met spelers. Ik was ook erg verlegen. Nog steeds ben ik een rustige jongen, ik luister liever eerst voordat ik wat zeg. Maar inmiddels weet ik dat ik met de trainer en de hele staf moet praten om goede resultaten te kunnen behalen.
Veel van mijn ploeggenoten zijn mijn vrienden geworden. In Eindhoven ga ik veel met de latino’s om, maar ook met de jongens uit Parijs ben ik nog bevriend. Ik spreek vijf talen: Spaans, Catalaans, Engels, Frans en Nederlands, en kan met iedereen communiceren. Mijn beste vriend is Alejandro Baldé. Met hem heb ik de jeugdopleiding van Barcelona doorlopen. Onze moeders raakten ook bevriend, en onze broers werden goede maten. Alejandro speelt nu in het eerste van Barcelona. Terwijl ik mijn debuut in het eerste maakte bij Paris Saint-Germain op mijn zeventiende, deed hij dat bij Barcelona. En hij heeft net als ik zijn debuut gemaakt op het WK.
Legende
In november kreeg ik een mail toen ik op de club was, daarin stond dat ik bij de WK-selectie zat. Ik was heel blij en verrast, iedereen bij PSV feliciteerde me. Als je mij vorige zomer had verteld dat ik naar het WK zou gaan, had ik het niet geloofd. Eenmaal thuis wachtte mijn familie me op. Mijn moeder begon te huilen. Ik moest denken aan alles wat zij en wij als gezin hadden meegemaakt, en vond het ook voor haar een mooie beloning. Ze fluisterde in mijn oor: ‘We hebben het samen gedaan.’ Ik moest toen ook huilen.
Mijn broer wil altijd laten zien dat hij de stoere man thuis is, hij hoefde niet te huilen, maar ik wist hoe trots hij op me was. Vooraf had ik veel dingen over Louis van Gaal gehoord. Ik vond hem een heel bijzondere trainer. Op de eerste dag bij het Nederlands elftal had ik meteen al een gesprek met hem, dat was best pittig. De bondscoach liet me meteen mijn plek weten, zei: ‘Je bent hier voor het eerst als jonkie, moet dingen leren, zien en meemaken. En wie weet komt jouw kans op het veld.’
Hij was heel eerlijk. Mooi. Het WK was als een droom. Het mooiste was het groepsgevoel; iedereen was blij voor elkaar, dat had ik nog nooit op die manier meegemaakt. Er was geen jaloezie of afgunst. Toen ik mijn debuut had gemaakt in de achtste finale tegen de Verenigde Staten was iedereen blij voor mij. Ik kreeg het haasje en een cadeautje van sieradenmerk Gassan.
Ik was de jongste Nederlandse speler ooit die in een knock-outfase zijn debuut had gemaakt voor Oranje; ik heb geschiedenis geschreven, bizar. Nu zijn we een nieuwe fase ingegaan met bondscoach Ronald Koeman. In het team zitten zoveel sterren: Virgil van Dijk, Frenkie de Jong, Memphis Depay. Ik kan niet wachten om met die grote spelers in het veld te staan.
Natuurlijk heb ik ook meegekregen dat Rafael van der Vaart riep dat het Nederlands elftal om mij heen gebouwd moet worden. Het is fantastisch dat zo’n legende dat heeft gezegd, maar als ik daar te veel over na ga denken, kan het alleen maar fout gaan.
Bloemetje
Na al die jaren weten wij als gezin: we made it. Mijn moeder kan de zorg over mij loslaten. Ik heb Faustino en andere goede mensen om mij heen. Mijn moeder kan zich nu focussen op mijn zusje. Kenza tennist. Ze neemt het serieus. Wij denken: als ze er maar van geniet. Wat ik vroeger niet kon doen of heb- ben, wil ik Kenza wel geven.
In Eindhoven doe ik alles samen met Faustino. We wonen voor het eerst met zijn tweeën, Faustino zorgt voor het eten, maar heeft ook zijn eigen leven, hoor. Mijn moeder en Kenza zien we ongeveer twee keer per maand. Ik wil dat mijn moeder nu geniet van het leven, dat ze doet wat ze vroeger niet kon. Na jarenlang zweten heeft ze genoeg voor ons gedaan. Ik help haar financieel.
Wat van mij is, is ook van mijn moeder, broer en zusje. Ik zeg niet vaak hardop tegen mijn moeder dat ik haar dankbaar ben, maar laat haar wel merken dat ze alles voor mij is. Ik hou ervan om dingetjes voor haar te kopen of haar te verrassen met een bloemetje.
Mijn moeder zegt ook geregeld: ‘Xavi, je hebt al veel bereikt, maar er komt nog veel meer moois aan.’ Mijn doel voor dit seizoen is om het beste uit mezelf te halen en om prijzen te pakken. We hebben het juiste team ervoor.
Wat de toekomst verder brengt, zal blijken. Ik hoop nog een keer met Alejandro Baldé in één elftal te kunnen spelen, waar dat dan ook is. Bij Barcelona met Xavi als trainer? Dat zou wat zijn!”
Helden Magazine 66
Het verhaal van Xavi Simons komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt.
In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record.
Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld.
José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen.
Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.