Voetbal
Jackie Groenen is al jaren een van de sterren van de Oranjevrouwen. Ze werd Europees kampioen in 2017 en stond vorig jaar in de WK-finale. We nodigden haar uit in het Rijksmuseum voor de nieuwe serie Leeuwinnen in het Rijks en maakten de vergelijking met het wereldberoemde Melkmeisje van Johannes Vermeer.
“Je wordt de scene helemaal ingezogen, maar er gebeurt eigenlijk niks,” vertelt Femke Diercks, onze rondleider in de eregalerij van de Hollandse Meesters, over Het Melkmeisje van Johannes Vermeer, geschilderd rond 1660. “Eigenlijk was ze geen melkmeisje, maar een dienstmeid. Dat zie je aan hoe ze gekleed was, maar ook aan haar bruine armen. Die zijn rood van het doen van de was.”
Jackie Groenen en haar moeder Lisette luisteren aandachtig. Het voetbal bij Jackie’s club Manchester United ligt vanwege het coronavirus stil, daardoor hebben ze tijd om naar het Rijksmuseum af te reizen. Extra speciaal in deze tijd, want dankzij KPN, hoofdsponsor van het museum, zijn we de enige aanwezigen in het normaal drukke museum.“Doordat het schilderij zo simpel is, ga je alle details zien,” vervolgt Femke.
“De melk die rustig wordt ingeschonken. Het stroompje naar beneden. Vermeer maakte ook heel mooi gebruik van het licht. Juist door dat ene ruitje wordt je aandacht naar het licht getrokken. Daardoor zie je ook dat de muur op de achtergrond niet helemaal wit is. Er is een spijker uitgevallen en je ziet hoe de mand een schaduw geeft. Ook de details van de kan komen mooi uit. Het feit dat je die kunt benoemen, geeft al aan hoe gedetailleerd Vermeer schilderde.
Maar vooral haar blik en concentratie - de vrouw kijkt ons niet aan, maar is gericht op haar taak - maken het schilderij onweerstaanbaar. Vermeer was daar ongelooflijk goed in. Hij kon sereniteit creëren waardoor je door drie eeuwen heen kijkt. “Ik word er inderdaad heel rustig van,” zegt Jackie.
Samen met Rembrandt van Rijn en Frans Hals vormde Johannes Vermeer ‘De Grote Drie’: de belangrijkste kunstenaars uit de Gouden Eeuw. In tegenstelling tot Rembrandt, die wel driehonderd schilderijen maakte in zijn leven, schilderde Vermeer er ‘slechts’ 35. “Maar,” zegt Femke, “die 35 zijn wel verdomd goed.” Jackie lachend: “Ah, dus hij was van de kwaliteit, niet van de kwantiteit.” Aandachtig kijkt ze weer naar Het Melkmeisje: “Vermeer kon blijkbaar erg genieten van de kleine dingen, het schilderij straalt uit dat hij verliefd was op het leven.”
Dienstige speler
Zie je gelijkenissen met jezelf en het melkmeisje?
“Niet veel, de tijden zijn zo veranderd. Maar het schilderij voelt wel vertrouwd. Ik zou zo op dezelfde manier kunnen staan om een kopje thee voor mijn ouders in te schenken. Net als het melkmeisje ben ik ook erg perfectionistisch. Ik ben me heel bewust van het feit dat ik niet alles perfect doe in het veld. En ik ben erg van de details in het veld. Wat ik mooi vind, is de rust die ze uitstraalt. Ik heb het gevoel dat wij dat minder hebben. De tijd nu draait om: snel, snel, snel.”
'Wat je als vrouw nu allemaal kan bereiken, daar kan geen Gouden Eeuw tegenop. Wat dat betreft leven we nu in een toptijd'
Het melkmeisje was een dienstmeid, die waren eigenlijk ondergeschikt. Jullie treden als vrouwenvoetbalsters juist enorm uit de schaduw.
“De belangstelling is inderdaad veel groter geworden, ook door ons succes. Maar ik heb nooit de mannenploeg boven ons zien staan en ons eronder. Zo kijk ik daar niet naar. Ik doe waar ik blij van word en dat doen zij ook. We hebben dezelfde passie.”
Sta jij als spelbepaler erg in dienst van het team?
“Ik ben absoluut een dienende speler. Maar dat zijn we allemaal wel in zekere zin. We hebben allemaal onze eigen kwaliteiten en die komen goed samen. Lieke Martens is de dribbelaar, Sherida Spitse is van de mooie passes, ik ben misschien meer van de steekballen en het bikkelen.”
Maar ook van een pegel waarmee je Oranje naar de finale van het WK bracht vorige zomer...
Lachend: “Dat lag voor mij ver buiten mijn comfortzone.”
Word je weleens gek van de aandacht?
“Ik vind eigenlijk altijd alles leuk, ben enthousiast. Het is leuk om nieuwe dingen mee te maken en mensen te ontmoeten. Misschien is het voor mij makkelijk praten, want ik krijg haast alleen maar positieve reacties. Het publiek dat we trekken bestaat voor een groot deel uit kinderen en gezinnen. Wij zijn nog geen Messi of Ronaldo die nauwelijks in de supermarkt kunnen lopen, ik kan nog steeds prima over straat. En als iemand met me op de foto wil, vind ik dat prima.”
Zouden jullie wereldwijd ooit bekender dan Het Melkmeisje kunnen worden?
Lachend: “Dan moeten we nog wel een paar keer wat winnen, denk ik.”
De Gouden Eeuw
Had jij graag in de Gouden Eeuw, de tijd van het melkmeisje, geleefd?
“Daar heb ik het weleens over met mijn ouders, want ik vind de mode uit die tijd heel interessant. Dat grootse ervan, die opgedofte jurken en dat dat ook allemaal kon toen. Ik kleed me ook graag anders, wat aparter, dus ik vind de stijl uit die tijd mooi om te zien. Ik kijk graag naar die kostuumdrama’s op Netflix, als Downtown Abbey. Die nostalgie vind ik prachtig. Maar wat je als vrouw nu allemaal kan bereiken, daar kan geen Gouden Eeuw tegenop. Wat dat betreft leven we nu in een toptijd. Daar hebben we veel geluk mee.”
Je hebt eens gezegd: ‘Eigenlijk ben ik te laat geboren.’ Je leest veel oude boeken, houdt van oude films en muziek.
“Klopt. Mijn interesse voor dat nostalgische begon bij muziek. Ik ben er niet echt mee opgegroeid. We hadden wel een platenspeler thuis, draaiden veel oude platen, maar mijn ouders waren er niet overdreven geïnteresseerd in. Dat heb ik veel meer. Ik hou van die artistieke kant met woorden, het spelen ermee. Dat zit heel erg in muziek, maar ook in boeken. Daardoor ben ik boeken gaan lezen uit die tijd. Nu ben ik voor de zesde keer The Great Gatsby aan het lezen. Ik lees ook graag boeken van Charles Dickens.
Ik hou van die artistieke kant in kleding en kunst. Daarom vind ik die schilderijen heel indrukwekkend om te zien. Met kunst ben ik niet echt opgegroeid. Wij gingen vroeger als we een stad gingen bezoeken wel naar een museum, maar onze aandacht was meer gericht op gebouwen. Mijn vader is architect, dus was hij meer geïnteresseerd in bijvoorbeeld oude kerken. Kunstkenners zijn we totaal niet.”
Hoe is de kunst in Manchester?
“Manchester is een beetje een hipster stad, met veel graffiti. Het heeft ook wel een kunstkant, je hebt bijvoorbeeld de John Rylands Library, een bibliotheek gemaakt in een oude kerk, heel mooi. Er zijn zeker plekken in Manchester waar je als kunstliefhebber goed terecht kunt, in bijvoorbeeld de wijk Northern Quarter. Tekeningen op de muren, graffiti; heel gezellig.” Lachend: “Maar je ziet er geen Vermeer aan de muur hangen.”
Schuilt er in jou eigenlijk een kunstenares?
“Vroeger heb ik veel geschilderd. Ik had een schilderezel en de materialen. Ik heb ook wel wat dingetjes thuis hangen, maar ben totaal niet talentvol. Schilderen en tekenen vond ik wel heel leuk. En ik speel veel gitaar, heb één keer in de week les, nu via Skype. De akkoorden switches gaan steeds soepeler. Soms zing ik erbij, puur als hobby, hoor. Ik kom dan een beetje uit die voetbalbubbel.”
'Dit is een stapje dichterbij Johan Cruijff en dat hij ooit een wedstrijd van mij ziet. Een paar maanden later overleed hij. Hij heeft onze successen niet meegemaakt'
Qua voetbal bevinden jullie je wel in een soort Gouden Eeuw. Jullie halen het ene na het andere succes.
“Het kan inderdaad niet op de laatste tijd. We hebben er met de Oranjevrouwen heel veel plezier in. Het klikt steeds beter en alles is op dit moment positief. Dat is het beeld dat wordt geschetst ook misschien, maar dat klopt ook echt. We zijn keihard tegen elkaar als het moet, maar helpen elkaar ook. We zijn een soort vriendinnengroep. Al is dat makkelijk om te zeggen als het goed gaat natuurlijk.”
Leermeester
Had Vermeer jouw leermeester kunnen zijn?
“Op een bepaalde manier misschien wel. Hij straalde in zijn schilderijen uit dat hij op een bepaalde manier van het leven hield. Dat herken ik wel in mijn familie. Soms kunnen we buiten zitten met een kop thee en tegen elkaar zeggen: ‘Wat zitten we hier lekker, hè.’ En ik kan ook weleens in mijn eentje op de bank zitten en denken: wat heb ik het eigenlijk goed. Vermeer zag ook iets kleins, dat vond hij mooi, en daar besteedde hij dan veel aandacht aan.
Het lijkt alsof hij erg van die kleine, normale dingen in het leven genoot. Maar ik hou ook van dat perfectionisme dat hij heeft, dat heb ik ook in het veld. Zo tel ik mijn fouten, de passes die hadden moeten aankomen. Mijn vader leerde me dat en mijn grootste frustratie is als een simpel twee meter passje misgaat.
Mijn ouders komen ieder weekend kijken in Engeland. Maandag tot en met woensdag worden de beelden teruggekeken en bellen we. Ik bespreek de wedstrijden altijd tot in detail met mijn vader. Hij is nog perfectionistischer dan ik. Soms leidt het tot eindeloze discussies en uiteindelijk geven we dan een cijfer voor de wedstrijd. Vroeger vond ik het fijn om te horen wat ik goed had gedaan. Dan zei hij altijd: ‘Wat goed is, weet je zelf wel, dus dat hoef ik niet te herhalen.’ Daardoor ben ik heel zelfkritisch geworden, ik denk dat ik daardoor ook zover ben gekomen. Dus eigenlijk is mijn vader vooral mijn leermeester.”
En jouw idool Johan Cruijff dan?
“O ja, hij nog meer. Maar dat is meer vanwege zijn spel. En vanuit een soort heldenverering. Dat ik hem nooit ontmoet heb, vind ik nog altijd heel jammer. Dat was altijd mijn doel. Toen ik voor het eerst bij het Nederlands elftal kwam - ik speelde toen in de Bundesliga bij Duisburg - was mijn eerste gedachte: dit is een stapje dichterbij Johan Cruijff en dat hij ooit een wedstrijd van mij ziet. Een paar maanden later overleed hij. Hij heeft onze successen niet meegemaakt.”
Kan jij een trainer opnoemen van wie je het meest hebt geleerd?
“Van iedere trainer pik ik weer andere dingen op. Zo kan ik bijvoorbeeld nog steeds denken aan tips van een trainer bij onder 14.”
Wat vind je goed aan Sarina Wiegman, jullie bondscoach?
“Ik hou van haar directheid, duidelijkheid en eerlijkheid. Hoe hard het soms ook is. Ook omdat ik vind dat als zo iemand zegt dat je iets goed hebt gedaan, dat meer waarde heeft.”
Wie heeft jou nog meer veel geleerd in het leven, buiten je vader?
“Ik ben echt een gezinsmens. Mijn moeder en zusje leren me ook veel. We zijn alle vier verschillend, van iedereen pak ik een eigenschapje mee. Mijn moeder is iets rustiger, dat heb ik van haar. En het fanatieke met school en nu mijn studie Rechten heb ik ook van mijn moeder. Mijn vader was vooral gericht op sport, op voetbal. Hij speelde tot de A1 bij Willem II. Mijn zusje Merel is weer een heel harde werker, heeft bijna nog meer winnaarsmentaliteit dan ik.”
Medaillezucht
Is voetbal voor jou de mooiste vorm van kunst?
“Dat absoluut, daar ligt mijn hart. Laatst heb ik alle wedstrijden van het EK 1988 teruggekeken. En een lange documentaire over de jeugd van Cruijff. Maar ik geniet het meest van de beelden waarin hij gewoon op straat aan het voetballen was. Het plezier, het simpele. Dat is misschien waarom zoveel mensen van Barcelona houden. Die ploeg straalt het plezier uit dat ik als klein meisje ook had.”
Soms wordt er in een team gesproken van de sterren en de waterdragers.
“Vroeger was dat meer het geval dan nu, denk ik. Toen had je misschien twee of drie echte sterren en de rest cijferde zich helemaal weg voor hen. Op papier heb je in ons team misschien sterren als Lieke en Shanice van de Sanden, maar zo voelt dat voor ons niet. Het zijn iedere keer weer andere speelsters die opstaan. We zijn allemaal harde werkers.”
Wat zijn jouw dromen?
“Volgend jaar wil ik natuurlijk ver komen op de Olympische Spelen. Maar eigenlijk hoop ik gewoon dat ik het voetbal altijd zo leuk blijf vinden als nu. Sinds we prijzen hebben gewonnen, heb ik wel meer ‘medaillezucht’ gekregen. Ik wil graag een keer de Champions League winnen met Manchester United en kampioen worden. We doen voor het eerste jaar mee en staan vierde in de competitie, we gaan de goede kant op. Dat opbouwproces is heel bijzonder. De club pakt het zo goed op, zo professioneel. En als je dan een mooie prijs wint, schrijf je echt geschiedenis.”
En op maatschappelijk gebied?
“Ik ben nog bezig met mijn studie Rechten, maar wil geen advocaat worden, dat past niet bij me. Wedstrijden kijken en analyseren vind ik erg leuk, misschien kan ik daar mee aan de slag later.
Helden Magazine 52
Het verhaal van Jackie Groenen komt voort uit Helden Magazine nummer 52. In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord.
Harrie Lavreysen, Alexander Brouwer, Niek Kimmann, Kim Polling, Kira Toussaint, Frédérique Matla, Femke Heemskerk, Ranomi Kromowidjojo, Ferry Weertman en Marit Bouwmeester zouden afgelopen zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide echter roet in het eten. Helden fotografeerde de sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio op een bijzondere wijze in ‘Tokiogangers’
In deze editie gaan wij ook terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord.
Het was ook dertig jaar geleden dat Mike Tyson zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid verloor, bereikte Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale én blikken onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië.
Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben.
Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.