Het is snel gegaan met Esmee Brugts. Ze is pas twintig, een van de sterren van de nieuwe lichting Oranjevrouwen, en schittert wekelijks tussen de beste speelsters ter wereld bij Barcelona. We legden haar acht stellingen voor.
Sinds het laatste WK kan ik niet meer normaal over straat
“In Nederland word ik overal herkend, in Spanje gelukkig nog niet,” zegt Esmee Brugts in Helden Magazine 71. Esmee kwam drie seizoenen uit voor PSV, voordat ze vorige zomer na het WK in Australië en Nieuw-Zeeland een toptransfer maakte naar Barcelona. “Bij PSV werd ik al geregeld aangesproken voor een foto of handtekening. Ik hing op billboards door heel Eindhoven. Sinds het EK in Engeland, twee jaar geleden, werd die bekendheid groter. Maar na het WK van vorig jaar was het helemaal raak. Het blijft gek dat iedereen ineens weet wie ik ben. Ik zie het als iets positiefs: in het vrouwenvoetbal zijn we inmiddels zover gekomen.”
Esmee speelde in februari 2022 haar eerste interland voor het Nederlands vrouwenelftal en maakte een paar maanden later haar debuut op een eindtoernooi, het EK in 2022. In de poulewedstrijd tegen Portugal (3-2-winst) verving ze tien minuten voor het einde Lieke Martens. “Natuurlijk was het een droom die uitkwam. Lieke is altijd mijn voorbeeld geweest. Ik genoot van die minuten.”
Nederland werd in de kwartfinale uitgeschakeld door Frankrijk (0-1), maar Esmee had zich definitief in de kijker gespeeld bij het grote publiek. Men vond dat ze een basisplaats verdiende. “Ik kreeg veel leuke reacties. We hadden toen al een speciale mix van ervaren spelers en een nieuwe lichting. Tijdens het EK liep het niet altijd heel lekker in de ploeg, dan ga je kijken wat er anders kan. Ik kreeg ook mee dat er geroepen werd dat ik moest spelen. Leuk, natuurlijk.”
Tekst gaat verder onder de foto

Een jaar later volgde het WK, vorige zomer. Nederland werd in de kwartfinale na verlenging uitgeschakeld door de latere wereldkampioen Spanje (1- 2). De populariteit van Esmee bleef groeien, vooral na twee bijna identieke wondergoals tegen Vietnam. Twee kanonskogels van afstand, vanaf de linkerkant, in de verre hoek. Lachend: “Met die goals word ik nog vaak geconfronteerd. We waren er dichtbij, dat WK. We hadden tegen Spanje een paar grote kansen en er strafschoppen uit kunnen slepen.”
Het is snel gegaan met Esmee, beaamt ze. Ze speelt amper vier jaar professioneel voetbal, heeft al twee eindtoernooien meegemaakt, en werd vorig jaar ook nog uitgeroepen tot Talent van het Jaar van de eredivisie, samen met Xavi Simons, die vorig seizoen ook uitkwam voor PSV. “Mijn laatste shoot voor PSV was samen met Xavi. Ik was met hem aan het kletsen – het was al bekend dat ik weg zou gaan bij PSV – en Xavi zei: ‘Ik weet het al: jij gaat naar Barça.’ Ik had nog geen idee dat ik daar naartoe zou gaan, wist nog niet eens van hun interesse af. De keuze voor een nieuwe club had ik expres uitgesteld tot na het WK.
Tijdens het WK wilde ik niet bezig zijn met een nieuwe club. Grappig, dat Xavi dat toen al riep en het ook is uitgekomen. Bij de prijsuitreiking voor Talent van het Jaar zag ik hem weer. We konden elkaar helaas niet lang spreken, hadden allebei een druk programma. Xavi en ik hebben wel wat overeenkomsten, ja. Hij is net als ik pas twintig en heeft ook al veel bereikt. Bij PSV deed hij het goed, en nu ook weer in Duitsland bij RB Leipzig.”
Na het WK klopte Barcelona, een van de grootste en beste clubs in het vrouwenvoetbal, bij Esmee aan. “Na het WK had ik twee weken de tijd om een club te kiezen. Ik belde met mijn zaakwaarnemer die aangaf dat zich een aantal clubs had gemeld, waaronder Barcelona. Mijn eerste reactie was: dat is wel een heel grote club… Ik dacht dat het te hoog gegrepen voor mij zou zijn, twijfelde of het de goede keuze was. Na een gesprek met de coach was de twijfel weg. Er is geen betere plek om je te ontwikkelen dan tussen de beste speelsters van de wereld.”
Na haar transfer naar Barcelona stond Esmee nog meer in de schijnwerpers. “Voor mij is er niks veranderd, maar er wordt sindsdien anders naar mij gekeken. Ik ben niet iemand die graag praat over wat ik heb neergezet, want ik wil nog zoveel. Maar ik snap ook wel dat ik nu interessanter ben dan toen ik nog bij PSV speelde.”
Ik heb een Nederlands paspoort, maar voel mij net zo Surinaams
“Nee, ik ben in Nederland opgegroeid, Nederlands opgevoed en trots dat ik voor het Nederlands elftal mag uitkomen. Maar ik ben er ook trots op dat ik half Surinaams ben.” De moeder van Esmee is Surinaams, haar vader is Nederlands. “Mijn moeder verhuisde naar Nederland toen ze één was. We hebben een grote familie, bijna iedereen woont in de buurt van Rotterdam. In de Surinaamse cultuur is familie heel belangrijk. We staan altijd voor elkaar klaar en zijn trots op de ander met wat hij of zij heeft bereikt. We hebben een hechte band en zien elkaar op familiefeestjes of verjaardagen.”
Lachend: “En omdat we zo’n grote familie hebben, zijn dat er veel.” Esmee is zelf nooit in Suriname geweest.
Lachend: “Ik ben een beetje bang voor alle dieren. Als ik ooit over dat punt heen ben, dan lijkt het me mooi om erheen te gaan. Ik zou het land graag een keer in mijn leven willen zien. Nee, ik zou ook nooit meedoen aan een programma als Echte meisjes in de jungle. Ik heb het weleens gekeken. Dan zag ik die enge spinnen, en kreeg ik meteen de kriebels.”
Esmee groeide op in Heinenoord met haar ouders en twee jaar oudere broer. “Ik heb op tennis, streetdance en turnen gezeten. Op het schoolplein kwam ik voor het eerst met voetbal in aanraking. Op school werden er flyers uitgedeeld voor de minipupillen bij SV Heinenoord. We zijn gaan kijken en ik sloot me aan. Ik vormde een team met veel vrienden uit mijn klas. Met die groep voetbalden we ook veel op straat net als met mijn vader en broer. Mijn broer en ik waren allebei heel fanatiek. Het is moeilijk te
zeggen wie beter was, hij was verdediger en ik aanvaller, maar het ging altijd hard tegen hard.”
Tot haar dertiende speelde Esmee bij Heinenoord, daarna voetbalde ze vier jaar bij FC Binnenmaas. “We moesten meestal tegen andere Rotterdamse clubs. Voor de wedstrijd werd er geroepen: ‘Hé, een meisje, dat wordt makkelijk.’ Ik ben geen prater, zei nooit wat terug. Maar zodra de wedstrijd begon, was het duidelijk dat ik best goed kon voetballen. Marius Heinerman, mijn toenmalige trainer, gaf mij mee dat ik slimmer moest zijn dan de fysiek sterkere jongens tegen wie ik speelde. ‘Slim spelen en hen gek maken met de bal,’ zei hij altijd. Ik heb veel van hem geleerd. Ik wilde graag extra trainen, ook voor de jeugdelftallen van Oranje. Marius was altijd bereid om met mij nog een kwartier individueel te trainen. Ik spreek hem nog geregeld.”
Als jong meisje was Esmee al stil. Dat is ze nog steeds, zegt ze. “Als ik ergens als nieuweling binnenkom, kijk ik de kat uit de boom. Dan praat ik alleen als je me wat vraagt, want ik zou niet weten wat ik zelf zou moeten zeggen op dat moment. In de jeugd bij de KNVB zei ik niks. In de kleedkamer wist je niet eens dat ik er was, op het veld zagen ze dat pas. Toen ik bij PSV ging spelen, ging het op dezelfde manier. Ik heb tijd nodig om me ergens thuis te voelen. Inmiddels heb ik geleerd wat meer te praten en nu in Spanje moet ik wel. Dat is een natuurlijke ontwikkeling.”
Mijn vlechten zijn mijn handelsmerk
“Ja, ik heb altijd dezelfde vlechten in. Als klein meisje had ik dat al ’t liefst op het veld,” zegt Esmee. “Bij de uitreiking voor de prijs van Talent van het Jaar had ik bewust mijn haar los. Ik kreeg veel berichten, mensen reageerden dat ze me niet herkenden zonder mijn vlechten. Iedereen kent me van mijn vlechten, maar ik ben nog veel meer en kan ook veel meer. Op het veld ben ik Esmee met vlechten, buiten het veld kan ik ook heel anders zijn. Omdat ik elke dag train, heb ik tijdens het seizoen eigenlijk altijd
mijn vlechten in. Op vakantie heb ik vaak een andere haarstijl. In Nederland maakte mijn moeder altijd m’n vlechten, in Barcelona heb ik een kapper gevonden die gespecialiseerd is in braids. Daar ga ik iedere week naartoe.”
Of haar vlechten haar extra zelfvertrouwen geven? “Dat weet ik niet. Maar ik heb een keer getraind bij PSV met een hoge staart.
Ik werd afgeleid, voelde me anders dan wanneer ik vlechtjes in had. Die vlechten geven me dus blijkbaar wel rust.” Heel ijdel is Esmee niet. En met shoppen maak je haar ook niet direct blij. “Ik moet mijn kledingstijl nog een beetje uitvinden. Mijn broer is wat meer into fashion. Hij stuurt me geregeld dingen door. Lachend: “Ik ben nogal kieskeurig, dus die ontwikkeling gaat traag. Ik shop meestal twee keer per jaar. De laatste keer was met Rocky Hehakaija in Amsterdam. Zij wist precies waar ze me mee naartoe
moest nemen. Ik heb ook iemand nodig die mij advies kan geven. Ik ken Rocky al sinds mijn elfde. We hadden een shoot voor straatvoetbal, zij was er ook. Sindsdien hebben we contact gehouden en zijn we bevriend geraakt.”
Dankzij Lieke Martens en Ronaldinho ben ik verliefd geworden op voetbal
Esmee knikt. “En dankzij Neymar. Alle drie zijn zij mijn voorbeeld. Door hen tez ien voetballen, zo vrij aan de bal, wist ik hoe ik als speler wilde zijn. Ik keek altijd naar filmpjes van hen op YouTube en visualiseerde hun trucjes. Op het veld realiseerde ik me achteraf dan soms dat ik een actie had gedaan die ik had gezien in een van de video’s.”
Esmee was als klein meisje al fan van de oud-spelers van Barcelona en de hele club.“Ik heb zelfs een oom die een tattoo van het clublogo op zijn been heeft. Hij had van iedere speler wel een shirtje. Hij heeft de liefde voor Barça aan ons doorgegeven. Ik had ook shirts van veel spelers, van David Villa, Messi en natuurlijk Neymar en Ronaldinho. Die liggen ergens bij mijn ouders thuis. Op mijn negende gingen we op vakantie naar Barcelona. Ik was jarig, als verrassing hadden mijn ouders een tour door Camp Nou geregeld. Daar hebben we nog een foto van.”
Inmiddels speelt Esmee al een paar jaar samen met Lieke Martens, die eerder ook bij Barcelona speelde en de Gouden Schoen won voor ‘s werelds beste speelster. “Soms als ik met het Nederlands elftal in de eetzaal zit, dan kijk ik rond en denk ik: ik zit nu gewoon naast Lieke Martens… Dat blijft bijzonder. Zij heeftvoor ons toch de standaard gezet als je kijkt hoe zij bij Barcelona speelde en in de Champions League. Echt next level. Ik praat heel veel met Lieke en leer veel van haar.
We hebben veel overeenkomsten, staan op dezelfde positie en Lieke is van nature ook een rustig persoon, daarom kan ik ook goed met haar praten. Voor mijn basisdebuut tegen Finland in 2022 kwam ze naar me toe. Ze zei: ‘Je moet ook gewoon schieten, niet te terughoudend zijn. Ik wil dat je per helft twee keer op doel schiet.’ Soms heb je het even nodig dat iemand dat tegen je zegt. Het geeft vertrouwen. Lieke weet precies wat ik voel en in wat voor situaties ik kom. Daarom loopt het ook goed in het veld, omdat we elkaar begrijpen.”
In Barcelona leid ik een droomleven
“Het is een prachtige stad en het weer is altijd mooi. Het is zeker een plek waar ik heel lang zou kunnen wonen,” zegt Esmee. “Maar het was ook wennen. Een nieuw land, een nieuwe club, een andere taal… In Eindhoven deelde ik een appartement met ploeggenoten, in Barcelona woon ik voor het eerst echt alleen. Op tien minuten loopafstand van het trainingscomplex, in een rustige wijk net buiten de stad. Ik maak er het beste van en inmiddels heb ik er vrede mee. Mijn moeder is er iedere maand een week, en ook vrienden en familie komen langs.”
De overgang was groot, zegt Esmee. “Mensen onderschatten het weleens, en dat heb ik zelf misschien ook wel gedaan. Het was soms eenzaam, vooral in het begin. Inmiddels kan ik beter alleen zijn en ik hou mezelf bezig om de focus niet op het ‘alleen zijn’ te hebben. Als het schema het toelaat, ga ik na de training naar de stad voor Spaanse les. Thuis doe ik opdrachten met een werkboek. Spaans verstaan gaat inmiddels wel aardig, praten is wat lastiger.”
Ze traint zo’n vijf keer per week op de club. “Voor de training en na afloop zitten we in de gym. Na de training is er een lunch op de club, die kun je daar eten of afhalen. Ik haal het meestal af, zodat ik door kan naar mijn Spaanse les. ’s Avonds eet ik thuis en speel ik een spelletje op de PlayStation, daarop kan ik tegelijkertijd gamen en bellen met vrienden uit Nederland. Het is soms nog lastig communiceren met de meiden uit de ploeg, daarvoor moet mijn Spaans nog wat beter worden. Met de taal kun je
ook beter connecten. Maar ik kan vooral goed opschieten met jongere meiden als Salma Paralluelo.”
Barcelona staat bovenaan de Spaanse vrouwencompetitie, is de laatste vier jaar landskampioen geworden, en wint geregeld met grote uitslagen. “Het niveau is een stuk hoger dan bij PSV. Elke dag wordt er volle bak getraind. Als we een keer gelijkspelen, horen we meteen lawaai van buitenaf. Daar merk ik aan dat Barcelona een heel grote club is.”
Veel van haar ploeggenoten maken ook onderdeel uit van het Spaanse elftal, de regerend wereldkampioen. Esmee staat vaak, meestal om de wedstrijd, in de basis. “Ik dacht dat ik het dit seizoen met invalbeurten zou moeten doen. Soms is het gek om te beseffen dat ik tussen die speelsters sta.”
Of Esmee in een half jaar tijd veranderd is als voetbalster? “Ik heb me al enorm ontwikkeld ten opzichte van een jaar geleden, maar ben zeker nog niet de speler die ik wil zijn. Ik moet nog wennen aan de hoeveelheid krachttraining. Soms moet ik sterker worden, maar wil ook mijn beweeglijkheid behouden. In het veld sta ik nog overal. Soms linksbuiten, soms spits, soms rechtsbuiten en ik heb ook al linksback gestaan. Maar het liefst sta ik linksbuiten, hoor.” Met de mannenploeg is er geen contact, zegt Esmee. “Ze hebben een apart gebouw en aparte velden. Laatst had ik een shoot met Nike, toen zag ik Frenkie de Jong voor het eerst. Ik heb hem toen niet eens echt gesproken, daar was geen tijd voor.”
Ik vrees voor de dag dat ik geconfronteerd wordt met een kruisbandblessure
Esmee klopt af aan een houten tafel en zegt: “Er raken zoveel speelsters geblesseerd. Vivianne Miedema is er net weer bij, maar nu is Jill Roord weer aan het revalideren van een kruisbandblessure. We hebben het geregeld over het drukke schema bij het Nederlands elftal en de blessures die daaruit voortkomen. Als we de Olympische Spelen hadden gehaald, hadden we dit jaar weer een eindtoernooi gehad en volgend jaar een EK. De meiden die er al langer bij zitten, hebben sinds het gewonnen EK in 2017 bijna iedere zomer een eindtoernooi gespeeld.” Ook Esmee vreest af en toe voor een zware blessure. “Ik denk er weleens aan dat het mij ook kan overkomen. Het is iets engs. Het enige dat je kunt doen is goed voor jezelf zorgen, goed herstellen, maar het is ook niet helemaal te voorkomen. Ik ben niet iemand die roekeloos duels ingaat. Zeker niet in de trainingen, omdat we de ploeg heel willen houden. Vooral in het vrouwenvoetbal zie je heel veel kruisbandblessures.”
Ook mentaal is het soms zwaar. “Je gaat continu door, denkt aan de volgende wedstrijd en niet aan de vorige; die flow blijft doorgaan. Als we bij elkaar komen met de Oranjevrouwen hebben we pas een moment van rust. We komen binnen op maandag en spelen pas op vrijdag. Zo’n lange opbouw naar een wedstrijd hebben we bij de club niet.” Ook bondscoach Andries Jonker besteedt veel aandacht aan de fysieke en mentale belasting. “Hij kijkt naar de persoonlijke programma’s van iedereen en welke training en herstel bij wie past. Heel goed. Bij Barcelona is daar soms wat weinig tijd voor.”
Het is nu tijd dat de volgende generatie van Oranje op staat
“Ik ben heel blij dat ik met zulke grote spelers mag spelen, maar er komt inderdaad een dag dat wij het stokje helemaal van ze zullen moeten overnemen. Het is lastig te zeggen wie het voortouw moet nemen. Een speler is er klaar voor of niet. Wieke Kaptein startte onlangs tegen Duitsland voor het eerst in de basis en speelde een goede wedstrijd. We beschikken over een goede groep spelers die het gemis goed kan opvangen. Dat zie je aan Caitlin Dijkstra, die het heel goed doet op de positie van Stefanie van der Gragt, die na het WK stopte.”
Esmee is een van die nieuwe beoogde leiders. “In de toekomst kan ik dat zeker zijn. Ik praat veel met assistent-coach Arvid Smit, hij vindt dat ik meer mag uitstralen dat ik een grote speler ben, dat ik bij Barcelona voetbal.” Oranje wist zich niet te plaatsen voor de Olympische Spelen in Parijs deze zomer. In de halve finale van de Nations League was Spanje met 3-0 te sterk, en in de troostfinale, de laatste kans op een olympisch ticket, verloor Nederland met 2-0 van Duitsland. Voor oudere speelsters als Sherida Spitse en Daniëlle van de Donk was het de laatste kans om een Olympische Spelen mee te maken. “Die meiden waren ontzettend teleurgesteld. We hebben niet gesproken over de toekomst, maar de coach zegt duidelijk: ‘Wij zijn geen opleidingsteam; als je goed bent, zit je erbij.’ Hij kijkt niet naar leeftijd.” Esmee is te spreken over de bondscoach. “Hij is Amsterdams streng, maar hij brengt het beste in mij naar boven. Onder hem ben ik basisspeler geworden. Als iets niet goed is, zegt hij het, en als iets wel goed is, zegt hij het ook.”
Bij Oranje spelen ze geregeld in een 5-3-2-systeem met Esmee als linker wingback. “In een 4-3-3-systeem zou Lieke Martens mijn concurrent zijn, in dit systeem kunnen wij samenspelen. Als wij de bal hebben, ben ik eigenlijk de linksbuiten, ben ik vrij. Dat bevalt me.” Natuurlijk zijn er ook verbeterpunten. “Soms ben ik iets te lief en terughoudend. Ik zou nog vaker brutaal aan de bal kunnen zijn, zelf kunnen schieten.”
Mijn olympische droom ligt dan wel in duigen, maar er wacht mij nog veel moois
“Absoluut. Er komen nog genoeg toernooien en ik hoop nog op een Olympische Spelen. Volgend jaar is er weer een EK. Die wil ik heel graag winnen met het Nederlands elftal.” Op haar Instagrampagina staat de quote: ‘Nooit stoppen met groots dromen.’ Met een foto van Esmee als negenjarig meisje in Camp Nou, nadat ze de transfer naar Barcelona maakte. “Ik had vroeger in mijn hoofd om als oudere speler misschien ooit bij Barça te eindigen. Ik had nooit gedacht dat dat al op mijn twintigste zou zijn. Je kunt dus nooit voorspellen wat er gaat gebeuren.”
De Champions League winnen staat hoog op haar wensenlijstje. Vorig jaar won Barcelona het kampioenenbal en eerder, in 2021, ook al. In 2022 was de ploeg verliezend finalist. “Het zou heel vet zijn als we hem in mijn eerste jaar bij Barcelona al winnen. Maar ik wil ook heel graag met Nederland een grote prijs winnen, dat zou misschien nog wel specialer zijn. We hebben de laatste tijd pech met blessuregevallen. Als iedereen fit is, dan kunnen wij echt wat moois laten zien en van iedereen winnen.” Esmee speelt nu al bij haar droomclub. “Of ik ook bij Barcelona ga eindigen? Die mogelijkheid is er zeker. Als ik me eenmaal ergens fijn voel, dan blijf ik er graag een lange tijd. Maar in het voetbal is het altijd lastig te zeggen, hè…”
Helden Magazine 71
Het eerste gedeelte van het interview met Esmee Brugts is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België.
In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen.
In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan.
Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?