Autosport
Nyck de Vries (26) is een van de grote mannen in de Formule E. Toto Wolff, zijn baas bij Mercedes, vertelde dat de in Monaco woonachtige Fries een stoeltje in de Formule 1 verdient. Krijgen we in de toekomst een broederclash met Max Verstappen? We spraken Nyck in aanloop naar de GP van Zandvoort over Max, Lewis Hamilton, Sven Kramer, Alexander Zverev en Marc Márquez.
Sven Kramer
“Ik heb altijd veel met schaatsen gehad, ben geboren in Sneek. Sven Kramer is natuurlijk de koning van het schaatsen. Ik vind het zo knap dat hij al die jaren aan de top heeft gestaan. Wat ik zo bewonder aan Sven, maar ook aan andere topschaatsers, is de manier waarop hij met zijn sport omgaat, ervoor leeft.”
Heb jij vaak contact met Sven?
“Af en toe appen we met elkaar. Ik ken Frits van Eerd goed, de baas van Jumbo, we racen samen voor Racing Team Nederland. En daardoor kom ik ook in contact met de andere sporters die Jumbo sponsort. Ik vind het altijd leuk om met sporters te praten en ervaringen uit te wisselen. Op het eerste gezicht denk je dat Sven en ik niet veel gemeen hebben. Maar de gemene deler is dat we allebei sport ademen. Wij hebben alleen een gemotoriseerde sport. Sven is zelf de motor. En het mooie is: je hebt als schaatser ook volledig je kansen op winst in de hand. Dat is bij ons, zeker in de Formule 1, wel anders. Er zijn maar een paar coureurs die over een auto beschikken waarmee ze kunnen winnen. De rest niet, hoe goed ze ook kunnen rijden, omdat ze worden beperkt door het materiaal dat ze ter beschikking hebben.”
Is het soms ook frustrerend dat de coureurs niet altijd de kans krijgen om te laten zien waartoe ze werkelijk in staat zijn?
“Zo zie ik dat niet, hoor. Pure klasse komt altijd bovendrijven, ook in de autosport. En in mijn beleving zijn de mensen die de meeste passie hebben voor hun sport, de mensen die het verschil maken. Neem de documentaire The Last Dance over het laatste jaar van Michael Jordan bij de Chicago Bulls. Hij had alles al gewonnen, maar hij had nog zo’n ongekende drive. Bij hem draaide tot het laatste moment alles om winnen. De grootste sporters blijven ook altijd zichzelf. Jordan bleef dat, Sven ook. En Max is nu de grote ster, maar hij is niet anders dan de jongen die ik van jongs af aan heb leren kennen.”
Zijn Max en jij vrienden?
“Dat denk ik wel. We zijn in dezelfde wereld opgegroeid en wonen nu in Monaco vijf minuten bij elkaar vandaan. Wij hebben zoveel raakvlakken en gesprekstof. We hebben vaak contact. Ik sprak hem na de crash met Lewis Hamilton op Silverstone. En ik had con- tact met hem voor mijn race in Londen. Max is down to earth en nog altijd de allergrootste liefhebber. Hij volgt alles, nog meer dan ik. Hij kijkt onze vrije trainingen. Om negen uur ’s ochtends gaat hij zitten kijken. Dan appt hij me: ‘Mooi baantje.’”
Is Max ook een inspiratiebron voor je?
“Vooropgesteld: ongekend knap wat Max doet. Maar de mensen tegen wie ik altijd een beetje opkeek, waren de coureurs die een paar jaar ouder waren dan ik. Max en ook veel andere jongens die nu in de Formule 1 rijden, zijn generatiegenoten van me. Hoewel ik nu in een andere klasse rij, de Formule E en de endurance races, ben ik wel opgegroeid met die gasten. Ik voel me one of the guys.”
Maar waarom rijdt Max vooraan in de Formule 1 en jij in de Formule E?
“Het is nu eenmaal zo dat veel verschillende factoren samen moeten komen om een kans af te dwingen in de Formule 1. Ik heb van jongs af aan een groot deel van mijn racecarrière onder contract gestaan bij McLaren. Dat was als tiener de beste plek waar ik kon zitten, McLaren was destijds net zo oppermachtig als Mercedes en Red Bull nu. Maar er vonden veranderingen plaats bij McLaren, toen de huidige CEO het voor het zeggen had, nam hij met Lando Norris zijn eigen protegé mee.
Ik werd min of meer aan de kant geschoven. Toen ik in 2019 wereldkampioen in de Formula 2 werd, had ik de pech dat er weinig stoeltjes beschikbaar waren in de Formule 1. De kampioen in de Formula 2 maakte bijna altijd de overstap naar de Formule 1. Dat bedoel ik met: het moet allemaal een beetje samenvallen. En Max heeft natuurlijk van jongs af aan zijn naam mee gehad. De mensen om hem heen hebben het heel goed en sterk uitgespeeld. Zij hebben de garantie op Formule 1 afgedwongen. En nogmaals: los daarvan is Max gewoon een held. Hij heeft een geweldige auto ter beschikking, maar hij is ook een fantastische coureur.”
'Max Verstappen is nu de grote ster, maar hij is niet anders dan de jongen die ik van jongs af aan heb leren kennen’
Die politieke spelletjes horen er wel bij in jouw sport.
“Natuurlijk zijn er grote belangen en is het soms oneerlijk dat de een niet dezelfde kansen krijgt als de ander. Feit blijft dat er bij elkaar maar iets van veertig stoeltjes beschikbaar zijn in de Formule 1 en Formule E. In het voetbal is het zo dat je, als je niet aan spelen toekomt, getransfereerd kunt worden. Een goede voetballer vindt altijd wel een ploeg. Bij een goede coureur hoeft dat niet het geval te zijn.
En bij ons is het ook vaak zo: als je een contract hebt getekend bij McLaren, dan laten teams als Red Bull en Mercedes je met rust. Dan pakken ze een ander en gaan ze die klaarstomen voor de toekomst. Ik ben iemand die kijkt naar wat ik wel heb. Ik ben ongelooflijk dankbaar met de kansen die ik heb gekregen. Ik rij Formule E voor Mercedes, een topteam, en ik strijd om de wereldtitel.
En tegelijkertijd weet ik dat er een heleboel coureurs die ook heel goed zijn werkeloos thuiszitten. Die jongens hebben niet de kansen gekregen die ik wel heb gehad. Ik ben nu een heel goede relatie met Mercedes aan het opbouwen, wie weet wat dat in de toekomst nog op kan leveren.”
Wat is er zo leuk aan Formule E?
“Het is extreem onvoorspelbaar. In de Formule 1 weten we dat het tussen Red Bull en Mercedes gaat. Bij ons kan iedereen winnen. Het verschil tussen de auto’s van de verschillende teams is heel klein. Het niveau van de coureurs is ook heel hoog. Iedereen in de Formule E is kampioen geworden in andere raceklassen en de helft van het veld zou zich prima staande houden in de Formule 1 en zou het eigenlijk ook verdienen om daarin uit te komen. En het mooie is dat het een nieuwe, innovatieve manier van autosport is, die een nieuw publiek aanspreekt.
Formule E heeft zoveel potentie, kan nog zo erg groeien. Tegelijkertijd doen de teams wat professionaliteit betreft weinig tot niets onder voor Formule 1-ploegen. Ik denk dat je over een paar jaar niet meer om Formule E heen kunt. Het hoort bij de kant die we met de wereld op gaan. Sustainability en electrification zijn onontkoombaar, daar richt elke autofabrikant zich op.
Wij verspreiden een boodschap die groter is dan de sport, ontwikkelen mede de auto van de toekomst. Daarnaast racen wij alleen maar op stratencircuits, komen dus naar de fans toe in plaats dat fans naar een racecircuit moeten komen die zich vaak buiten de steden bevindt. Kortom, Formule E heeft alle ingrediënten om een groot succes te worden.”
Hoe ontwikkel jij je als coureur?
“Wat mij heel erg heeft geholpen, is dat ik me niet heb blindgestaard op de Formule 1. Ik heb er van jongs af aan voor gekozen om mijn horizon in de autosport te verbreden. Ik koos er al snel voor om ook endurance races te gaan rijden. Racen is racen, of je nu in een Formule 1- of Formule E-auto rijdt. De dynamiek is alleen verschillend. Ik heb me daardoor breder ontwikkeld en ben een completere coureur geworden.
De beste coureurs zijn degenen die zich het snelst aanpassen aan de steeds veranderende omstandigheden. Daarom is het goed om veel ervaring op te doen. Niet alleen door zoveel mogelijk rondjes te rijden, maar ook door auto’s te leren begrijpen en de techniek erachter te snappen.”
Leer jij ook nog van andere coureurs?
“Ik ben onbewust altijd aan het analyseren. Als ik naar een race in de Formule 1 kijk, kijk ik niet naar wie er op kop ligt. Ik let juist op andere dingen. Zoals: waarom komt die coureur nu binnen voor nieuwe banden? Undercut en overcut. Of de actie met Lewis en Max op Silverstone waardoor Max van de baan vloog. Wie is schuldig? Wat had ik gedaan als ik in die positie had gezeten? Ik ben daar altijd mee bezig.”
Hoe volg jij die titanenstrijd tussen Hamilton en Verstappen?
“Het is geweldig voor onze sport. Ik vind wel dat Lewis wat meer credits ver- dient dan hij de laatste tijd krijgt. Hij is zevenvoudig wereldkampioen, hè. De Red Bull is momenteel net wat beter dan de Mercedes, maar Max heeft zijn handen wel meer dan vol aan Lewis. Op zijn leeftijd en met zoveel titels ach- ter zijn naam eist Lewis nog elk week- end het maximale van zichzelf. Vind ik bewonderenswaardig. Zeven wereldtitels gewonnen, maar iedereen praat toch over Max. Dat is ook sport.”
Jij volgde in 2010 Hamilton op in het talentprogramma van McLaren. Heb je weleens contact met hem?
“Totaal niet. Lewis leeft toch een beetje op een andere planeet. Hij woont letterlijk schuin tegenover mij in Monaco, maar ik zie hem nooit. Hij heeft met niemand veel contact.”
Alexander Zverev
“Ik train in Monaco in dezelfde sportschool als waar de hele internationale tennistop traint. Novak Djokovic, Alexander Zverev, Stefanos Tsitsipas, Felix Auger-Aliassime. In het gebouw waar de sportschool zich bevindt, woon ik ook. Sterker, al die tennistoppers verbleven in dat gebouw toen ze net in Monaco woonden. Daarna zijn ze naar grote appartementen of studio’s verhuisd. Maar ik vind het geweldig om van nabij mee te maken hoe die gasten trainen. Ik heb gesprekjes met hen en ben hen ook gaan volgen op social media. Zverev kwam ik elke dag tegen in de sportschool, soms twee keer per dag. Felix ook, die woont vlak achter mij.
Ik ben twee jaar geleden naar Monaco verhuisd en ik vind het fijn dat alles daar sport ademt. Veel coureurs wonen er, de tennissers, veel wielrenners. Doordat iedereen daar met zijn sport bezig is, motiveert mij dat weer extra om hard aan mezelf te werken. Steven Kruijswijk woont ook in Monaco met zijn gezin, met hem heb ik geregeld contact.”
Wat leer je van de tennissers?
“Ik zie ook weer de raakvlakken. Die jon- gens werken zich dag in dag uit uit de naad. En voor hen geldt net als voor mij en voor bijna alle sporters: ze verliezen vaker dan dat ze winnen. Ik heb geregeld dat ik wakker word voor een race en dat ik me moe voel hoewel ik goed heb geslapen. Dat heb ik vaak voor de kwalificatie. Omdat ik weet: die ene ronde moet ik er staan. Want als ik er niet sta en ik kwalificeer me niet bij de beste vijf of tien, dan weet ik al dat in de Formule E de kans groot is dat het een mislukt weekend wordt.
Ik weet ook dat Mercedes met een heel leger is uitgerukt en dat er veel van me wordt verwacht. In Londen was eind juli de grote baas Toto Wolff er ook bij. Dat is iemand die allesbepalend is voor m’n carrière. Ik moet er dus altijd staan.”
De verwachtingen en druk zijn immens, snap jij dat tal van sporters last krijgen van een burn-out?
“Sorry, maar dat snap ik niet. Natuurlijk wordt er veel van ons gevraagd, maar tegelijkertijd zijn we erg bevoorrecht. Wij leven onze droom. Als je doet wat je leuk vindt, dat kun je toch geen burn-out krijgen? Mijn agenda is overvol. Ik ben eind juli voor het eerst sinds maart even terug in Nederland geweest, ook voor de verjaardag van mijn oma. Maar ik zie dat allemaal niet als een opgave, omdat dit is wat ik altijd heb gewild.”
Het helpt natuurlijk ook als er genoeg momenten van euforie zijn.
“O, zeker. Dat gevoel van euforie is verslavend. Niets komt daarbij in de buurt. Maar succes voelt ook zo goed, omdat je ook altijd die momenten van teleurstelling hebt moeten overwinnen.”
'Als een stratenmaker de stenen niet goed legt, vliegt hij er op den duur ook uit. Wat wij doen, ligt alleen meer onder een vergrootglas’
Maar die druk is er wel degelijk. Als jij niet presteert, nemen ze een ander.
“Ja, het is een harde wereld.”
Heb je daar nooit slapeloze nachten van?
“Nee. Als een stratenmaker de stenen niet goed legt, vliegt hij er op den duur ook uit. Elk mens heeft gezonde spanning, iedereen moet zijn best doen. Wat wij doen, ligt alleen meer onder een vergrootglas, maar daar ben ik ook mee opgegroeid. Sterker, ik denk dat de druk die coureurs van jongs af aan voelen ook een beetje verslavend werkt. Het moeten presteren hoort ook bij de kick van het racen.”
Krijg jij mentale begeleiding?
“Ik heb vanaf het begin met een heel team samengewerkt bij McLaren, daar hoorde ook mentale begeleiding bij. Op dit moment krijg ik die niet echt, ik ga nu een beetje met de flow mee. Ik heb de juiste instelling en sta van mezelf redelijk sterk in m’n schoenen. Ik denk dat mijn Friese roots ook helpen. Als ik het gevoel heb dat ik op dat gebied weer hulp kan gebruiken, schaam ik me er zeker niet voor om meteen aan de bel te trekken.”
Je vliegt van hot naar her, bent weinig thuis. Hoe hou je je vriendin Eva tevreden?
“Voor haar is het zonder twijfel een grotere opoffering dan voor mij. Het heeft altijd om mij gedraaid, ook in ons gezin. Mijn vader, zusje en ik zijn voor mij in Italië gaan wonen toen ik jong was, omdat dat dé plek was om te karten. En ja, ik ben er niet altijd genoeg voor Eva. Ik zeg vaak: it is the way it is. Ik kan er niet veel anders van maken. Dit is het pad dat ik in ben geslagen op jonge leeftijd, dit is wat ik wil en dit komt erbij kijken.”
Marc Márquez
“Geweldig hoe Márquez de kampioenschappen heeft binnen geharkt, de teller staat nu op acht in verschillende klassen. Zijn rijstijl is ook bijzonder. In de autosport kun je niet echt een rijstijl ‘lezen’. In de wedstrijd zie je dat Max agressiever is dan een ander, maar je ziet niet een verschil in hoe iemand een bocht aan- snijdt. Op de motor zie je dat wel heel duidelijk, doordat iedereen zich anders positioneert.
Valentino Rossi en de mannen van zijn generatie zaten veel rechter op de motor. Márquez heeft echt voor een verandering gezorgd, hij ligt bijna op de grond naast zijn motor als hij door de bocht gaat. Hoe hij nu terugkomt na een zware blessure; respect.”
Race jij ook weleens op een motor?
“Nooit! Ik ben niet levensmoe. Ik heb laatst een documentaire op Netflix gezien over de MotoGP-coureurs: Hitting the Apex. Ik zat in Oostenrijk toen ik hem keek op m’n hotelkamer. Ik had tranen in m’n ogen, zo raakte het me. Ik heb met mezelf afgesproken om nooit later dan half elf te gaan slapen. De avond voor een race doe ik om tien uur m’n telefoon uit, oordopjes in en een maskertje op.
Ik had de docu nog niet af, ben de volgende ochtend om zes uur opgestaan in plaats van zeven uur om hem af te kijken. Die mannen praten continu over de risico’s die zij lopen en de dood. Jaarlijks verongelukken er motorcoureurs of ze raken verlamd of in coma. Die gasten... Ongekend. Ze kennen de gevaren, maar ze willen de beste zijn. De passie en de absolute wil van die gasten om te slagen, dat is wat mij tot tranen roert. Nul concessies.
Maar die bewondering had ik ook voor André Agassi. Die koos ervoor om injecties te nemen om de pijn in zijn rug te onderdrukken. Hij had alles al gewonnen, maar wilde toch nog proberen de beste te zijn. Diep respect. Roger Federer die last heeft van zijn rug, of Sven Kramer; allemaal proberen die grote kampioenen het laatste beetje uit hun lichamen te persen. Elke sporter heeft zijn verhaal, heeft dingen moeten overwinnen, dat is wat ik zo mooi en inspirerend vind.
En ik heb dat niet alleen bij sporters. Ik zag in het vliegtuig naar New York de film Bohemian Rhapsody over het leven van Freddie Mercury. Ook om gehuild. Wat een fascinerend verhaal, maar ook zo triest dat het zo met je moet eindigen als je zo getalenteerd bent.”
‘Jaarlijks verongelukken er motorcoureurs of ze raken verlamd of in coma. Die gasten... Ongekend. Nul concessies’
Ben je trots op jezelf?
“Ik ben heel blij dat ik mag doen wat ik het allerleukste vind. Ik race op bijna het allerhoogste niveau, reis de hele wereld over. Ik heb een mooi leven, dat weet ik. Ik weet wat ik wil, dat is ook wat waard. Van mijn generatie weet bijna niemand wat hij wil, bijna niemand heeft een grote passie. Zo zonde. Ik ben begonnen met piano spelen, heb geen muzikale achtergrond.
M’n vrienden verklaren me voor gek en steken de draak met me. Ik bak er niks van. Ik weet zeker dat ik over een jaar of tien wel wat kan spelen op de piano. En dan weet ik al dat mensen zullen zeggen: ‘Ik wou dat ik daar ooit mee begonnen was.’ Begin dan nu! Er zijn al genoeg mensen die niet uit hun comfortzone willen gaan. Het leven biedt zoveel kansen, maar je moet ze wel willen grijpen.
Maar goed, trots... Toen ik kampioen werd in de Formula 2 was ik dat. Maar dat gevoel duurt maar even. Het volgende seizoen staan de tellers weer op nul. Ik ben extreem perfectionistisch. Het is nooit genoeg en het is ook nooit goed genoeg. Ik verwacht altijd het allerbeste van mezelf.”
Heb je een bucketlist?
“Ik ben meer een realist, heb niet echt een bucketlist. Ik wil de beste zijn in Formule E en ik wil graag de 24 uur van Le Mans winnen. Dat zijn dingen waar ik nu actief mee bezig ben.”
Hoe heilig is de Formule 1 nog als doel?
“Elke coureur heeft de ambitie om ooit in de Formule 1 uit te komen. Ook ik had die droom als jongetje. Ik ben nu iets afgeweken van dat doel en die droom.”
Je rijdt nu Formule E voor een topteam, doet mee om de hoofdprijs. Is dat beter dan voor plek vijftien rijden in de Formule 1?
“Lastig. Ik heb het nu goed voor elkaar, zeker als ik daarnaast ook nog endurance races kan rijden voor Toyota. Ik rij voor de beste fabrikanten in de beste klassen na de Formule 1. Ik zou dom zijn om dat zomaar op te geven. Daarom ben ik nu niet heel actief bezig met het halen van de Formule 1. Als er iets voorbijkomt, zal ik daar goed over nadenken.”
Krijgt de Formule 1 te veel aandacht?
“Formule 1 is waar onze sport op drijft. Dat hebben we nodig. Het is niet voor niets dat de mannen die in de Formule 1 rijden wereldsterren zijn. Twintig stoel- tjes waar alle coureurs in de wereld om strijden, dat maakt het zo uniek. Het is een shark world. Fascinerend.”
Toto Wolff, de grote baas van Mercedes, zei dat jij een stoeltje in de Formule 1 verdient.
“Ja, dat las ik. En daarna had ik meteen tal van verslaggevers aan de lijn. Tja. Mooi compliment van zo iemand. De Formule 1 blijft trekken, het blijft een droom.”
Helden Magazine
Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.