Sjinkie Knegt (32) liep in januari 2019 zware brandwonden op. Sindsdien heeft hij keihard gewerkt om terug te komen op het niveau van voor het ongeluk met de houtkachel. Hoe mooi zou het zijn als hij zijn comeback in Beijing bekroont met een olympische medaille? En dan natuurlijk het liefst met goud.
“Toen het vorig jaar kouder werd, heb ik de houtkachel voor het eerst sinds het ongeluk weer aangestoken. We heb ben ook centrale verwarming, hoor, maar ik vind het altijd gezellig als ‘ie aan staat. Natuurlijk zit er een flink verhaal vast aan die kachel, maar wij zijn geen mensen die er eerst een heel gesprek over gaan voeren. Ik zei gewoon tegen mijn vrouw Fenna: ‘Laten we de kachel weer eens aan doen.’ Klaar.
Er worden geregeld grappen gemaakt over mijn ongeluk met de houtkachel. ‘Sjinkie heeft wel voor hetere vuren gestaan,’ krijg ik naar m’n hoofd geslingerd van mijn collegashorttrackers als we een zware training hebben. Ik kan daar zelf ook hard om lachen, hoor. Ik word er niet doodziek van dat het steeds over dat ongeluk gaat en snap ook wel dat mensen daarover beginnen. Het heeft veel impact gehad, dit verhaal hoort nu eenmaal bij me.”
In de ochtend van 10 januari 2019 ging het mis met Sjinkie Knegt. Eigenlijk had hij in Dordrecht moeten zijn, waar een dag later het EK shorttrack begon. Maar hij kon zijn titel niet verdedigen, zat geblesseerd thuis. Een maand eerder was hij in zijn werkplaats klem komen te zit ten tussen de vorkheftruck en het kozijn van de schuurdeur. Sjinkie was vergeten de heftruck op de handrem te zetten. Het gevolg: een fikse spierblessure.
Echtgenote Fenna lag die ochtend met koorts in bed en Sjinkie had de hout kachel in de woonkamer van hun huis in het Friese Bantega aangestoken. Normaal gesproken gebruikte hij aanmaakblokjes om de kachel aan te steken, maar die waren op. Dus had Sjinkie uit de werk plaats beneden een fles verfverdunner gepakt, met de brandbare vloeistof stak hij het hout aan. Na een half uurtje deed hij het deurtje van de kachel open om te controleren of het goed ging. Op dat moment viel een stuk brandend hout uit de kachel op de fles met verfverdunner en die explodeerde. De vloeistof kwam over Sjinkie heen en vatte vlam. Zijn kleding en baard stonden meteen in brand.
Het vuur wist hij te doven met zijn handen en Fenna, die Sjinkie in paniek had geroepen en snel uit bed was gekomen, gooide water over hem heen met een koekenpan die op het aanrecht stond. Gewikkeld in aluminiumfolie en met brandwonden aan vooral gezicht, handen en benen werd hij met gillende sirenes naar het Martini Ziekenhuis in Groningen gebracht. Artsen vertelden dat zijn lichaam voor 29 procent was verbrand en dat de meeste wonden tweedegraads waren. Sjinkie zei tegen Fenna in het ziekenhuis: “Maak je niet druk, over twee weekjes ben ik weer thuis.”
Tekst gaat verder onder de foto
Sjinkie Foundation
Hij bracht in totaal zeven weken door in het ziekenhuis en moest een huidtransplantatie ondergaan, waarbij onder meer huid op zijn enkel werd gezet. Eenmaal thuis begon hij aan zijn comeback te werken, want Sjinkie had er eigenlijk geen moment aan gedacht dat zijn shorttrackcarrière voorbij zou zijn.
“Het ongeluk heeft grote impact gehad op ons gezin. Fenna is in het ziekenhuis goed opgevangen door een psycholoog die helpt bij het verwerken van traumatische ervaringen. Die psycholoog zag al snel in dat ze redelijk kansloos was bij mij. Na drie of vier dagen gaf ze het op. Ik heb helemaal geen last van het ongeluk gehad op geestelijk vlak, ben iemand die bij de dag leeft. Dat hoort ook bij mijn sport. Bondscoach Jeroen Otter zegt ook altijd dat het een van mijn sterke punten is dat ik nooit veel achteromkijk. Natuurlijk denk ook ik weleens als ik in m’n bed lig: had ik het op die fatale dag maar anders aangepakt. Dat heeft ieder mens toch weleens?
Een maand voor het misging met de kachel had ik dat ongeluk met de heftruck. Daardoor miste ik het EK. Als dat met de heftruck niet was gebeurd, was dat met de houtkachel ook niet gebeurd. Maar ja, wat als… Ik doe er nu toch niets meer aan. Je kunt niet ergens in blijven hangen, aan dingen die zijn geweest kun je niets meer veranderen. Neemt niet weg dat je wel van dingen kunt leren. Ik ben bijvoorbeeld voorzichtiger met vuur, denk sneller als ik mensen aan de gang zie met vuur bij ons in het dorp: jongens, pas op. Maar verder denk ik niet dat ik heel anders in het leven sta. Ik denk dat ik op het ijs niet voorzichtiger ben.
‘Er worden geregeld grappen gemaakt over mijn ongeluk met de houtkachel. ‘Sjinkie knegt heeft wel voor hetere vuren gestaan,’ krijg ik naar m’n hoofd geslingerd’
Gelukkig heeft Fenna het ook een plek kunnen geven, zij heeft geregeld contact gehad met de psycholoog en daar veel aan gehad. Het gaat nu goed met haar. En ook met de kinderen. Onze dochter Myrthe en zoon Melle van toen drie en één jaar waren thuis toen het gebeurde.” De kinderen kregen vooral hulp van Fenna’s zus Savannah. Na het ongeluk bracht Fenna de kinderen snel naar de buren toen Sjinkie onder de douche stond. Het laatste wat ze zagen, was dat papa zwaargewond was door de brand. De eerste twee weken na het ongeluk konden Myrthe en Melle hun vader niet zien. Hij lag op de intensive care en de kinderen konden vanwege infectiegevaar niet bij hem komen.
Facetimen wilden ze de kinderen niet aandoen, aangezien Sjinkie er in het begin te gehavend uitzag in zijn gezicht. Savannah, die op de kinderen paste als Fenna naar het ziekenhuis was, bedacht met Myrthe en Melle een ‘magische doos’ waarmee ze toch konden communiceren met Sjinkie. In de doos konden ze voorwerpen leggen, zoals tekeningen. Een toverfee bracht de spullen in de magische doos naar papa in het ziekenhuis. Fenna deed namens Sjinkie dan iets terug in de doos: een zakje snoep of een ballon uit het ziekenhuis. Zo hadden de kinderen het gevoel dat ze toch contact hadden met hun vader die eerste twee weken.
Toen ze hun vader voor het eerst mochten bezoeken, moesten ze speciale kleding aan om besmettingen te voorkomen. Veel van de wonden in zijn gezicht waren al genezen, maar Sjinkie was wel zijn baard kwijt en zijn hoofd was kaalgeschoren. Bovendien lag hij nog aan allemaal slangetjes in het ziekenhuisbed. In bed plassen, boos zijn en niets over het ongeluk willen horen, waren de signalen dat het bezoek grote indruk had gemaakt op de kinderen. Savannah maakte een kinderboek vol prenten die hielpen bij de verwerking. Het boek gaat over een papa-slak die zijn huisje breekt en met spoed naar het ziekenhuis moet. De kinderslakjes Saar en Siem zijn verdrietig en bang door het ongeluk en missen hun papa vreselijk. Het is een speelse, luchtige vertolking van wat er is gebeurd.
Op 10 januari 2020, precies een jaar na het ongeluk, werd het kinderboek Saar en Siem – Als ons huisje breekt gepresenteerd. Sjinkie: “Het boek is speciaal gemaakt voor kinderen van mensen die in het ziekenhuis liggen. Het is voor kinderen van wie een ouder in het ziekenhuis moet blijven en waar de kinderen moeilijk bij kunnen zijn.”
Gelijktijdig werd de Sjinkie Foundation gelanceerd. Met de stichting willen Fenna en Sjinkie mensen helpen met ernstige brandwonden. “Fenna en ik dachten: we moeten eigenlijk iets doen met wat wij hebben meegemaakt. We hopen mensen met brandwonden te kunnen helpen om weer zo snel mogelijk te kunnen leven zoals ze dat voorheen deden. Wij willen met de foundation laten zien dat het leven niet voorbij is na zoiets vreselijks, dat veel dingen weer hetzelfde kunnen worden als vroeger. Ik vertel mensen met brandwonden mijn verhaal, dat alles weer goed kan komen en dat ze die hoop niet op moeten geven. We proberen die slachtoffers te steunen waar mogelijk.
Soms duurt het best lang voor je met specifieke zaken wordt geholpen en wij hopen dat we kunnen helpen om dingen sneller voor elkaar te krijgen. Ik heb dankzij de sport best veel ingangen waar het gaat om compressiekleding, die heel belangrijk zijn voor de doorbloeding. Ik heb daar ook heel veel profijt van gehad. Als je compressiekleding krijgt aangeboden vanuit het ziekenhuis, dan duurt het allemaal wat langer. Ik heb me ingezet en mijn contacten gebruikt in de sport om mensen die net als ik brandwonden op hun onderbenen hebben, van compressiekleding te voorzien van fabrikanten uit de sport. Dat helpt weer om mensen sneller op de been te krijgen.”
Ouwehoeren
Eenmaal uit het ziekenhuis begon hij aan de lange weg terug naar de top. In het begin ondervond hij nog veel hinder van de wonden, zo had hij moeite met lang staan. Ook zat de compressiekleding hem geregeld in de weg tijdens krachten fietstrainingen. Een half jaar na het ongeluk stond Sjinkie alweer voor het eerst op het ijs.
Tijdens zijn afwezigheid reeg Suzanne Schulting de gouden medailles bij EK’s en WK’s aaneen. “Ik vind het geweldig dat Suzanne op dit moment alles wint, voor shorttrack in Nederland kwam het precies op het juiste moment. Suzanne was natuurlijk al olympisch kampioen geworden op de 1000 meter in Pyeongchang, maar ze had verder nog niet zo heel veel gewonnen. Toen ik geblesseerd raakte, maakte ik me wel even zorgen wat dat voor het Nederlandse shorttracken zou betekenen als ik er een tijd niet bij zou zijn, want lange tijd werden bijna alle medailles op individuele afstanden door mij gewonnen. Het was mooi om te zien dat die olympische titel Suzanne zoveel zelfvertrouwen heeft gegeven en haar nog hongeriger heeft gemaakt. Zij stapte meteen in het gat dat dreigde te vallen.”
‘Geweldig dat Suzanne Schulting op dit moment alles wint, voor het shorttrack in Nederland kwam het precies op het juiste moment’
De band tussen de twee boegbeelden van shorttrack in Nederland is hecht. Suzanne zag Sjinkie altijd als haar grote voorbeeld. Hij sprak Suzanne op zijn beurt toe toen zij olympisch kampioen werd. En toen Sjinkie zwaargewond in het ziekenhuis lag, droeg Suzanne haar Europese titels aan hem op. “Schitterend dat ze haar medailles aan mij opdroeg. De band tussen ons is heel goed. We appen weleens, maar dat gaat eigenlijk nooit over schaatsen. Het is meer ouwehoeren. Veel hoeven we elkaar ook weer niet te appen, omdat we elkaar zes dagen in de week al acht uur per dag zien op en rond het ijs. Dan hoeven we het niet ’s avonds ook nog eens over schaatsen te hebben.”
Sjinkie bleef ook na het ongeluk een drijvende kracht binnen de shorttrackploeg. In het ziekenhuis was het eerste wat hij regelde een livestream zodat hij het EK kon volgen. En met zijn handen in het verband tikte hij the day after met één vinger meteen een bericht in de groepsapp om iedereen succes te wensen. Het zorgde voor flinke opluchting bij zijn bezorgde collega’s, die zich daardoor makkelijker konden concentreren op hun wedstrijden. Ook tijdens zijn revalidatie bekommerde hij zich om de ploeg. “Ook toen ik niet mee kon doen, voelde ik me onderdeel van de ploeg. Ik was vooral met mezelf bezig om weer op mijn oude niveau te komen.
Toen ik weer het ijs op mocht, kon ik niet meteen de trainingen afmaken. Als ik langs de kant zat, bekeek ik hoe iedereen schaatste. Op technisch gebied heb ik geprobeerd de anderen te helpen. Ook wat betreft materiaal gaf ik aanwijzingen. Ik zie soms dingen die anderen niet zien. Ik zie al snel als iemand te veel druk op een schaats heeft of juist te weinig. Dat vertelde ik meteen tegen de materiaalman. Dan moest er iets gebeuren aan de afstelling van de schaatsen.”
Het geeft aan hoe close de ploeg van bondscoach Jeroen Otter is. Die betrokkenheid bleek rond het ongeluk van Sjinkie, maar ook toen de shorttrackers nog een dreun van jewelste te verwerken kregen. Tijdens het trainingskamp in Font Romeu werd Lara van Ruijven ziek. Op 10 juli 2020 overleed de shorttrackster, die een jaar eerder nog wereldkampioen werd op de 500 meter, in het ziekenhuis van Perpignan aan een stoornis aan het immuunsysteem waarbij complicaties ontstonden. Ze werd slechts 27 jaar.
Sjinkie was ook op dat trainingskamp. “Wat er is gebeurd met Lara verwerkt iedereen op zijn of haar eigen manier. Lara zat acht, negen jaar bij ons in de ploeg, dus het gemis is enorm. Dat is niet iets wat je zomaar even wegpoetst. Het is vreselijk klote wat er met Lara is gebeurd. Verschrikkelijk. Maar we moeten ook door met z’n allen. Ieder heeft daarin zijn eigen proces. Ik ben niet iemand die zijn emoties veel deelt, ben meer een binnenvetter. Ook heb ik niet de behoefte om daar veel over te praten met anderen. Ik ben iemand die niet veel achteromkijkt. Dat is hoe ik in elkaar steek. Neemt niet weg dat ik het nog steeds vreselijk vind wat Lara is overkomen.”
Tekst gaat verder onder de foto
Sjinkie had een paar maanden eerder, in februari 2020, in Dordrecht zijn eerste wedstrijd sinds het ongeluk gereden. Winnen was nog niet meteen het geval voor De Schicht uit Bantega, maar dat wist hij al bij voorbaat. “Ik had het gevoel dat het allemaal weer goed zou komen met schaatsen, het duurde alleen wat langer. Na een jaar of twee moest ik weer op niveau kunnen zijn. De eerste wedstrijden waren heel lastig. Ik was conditioneel goed. En aan mijn inhaalacties lag het ook niet, want die had ik ook nog gewoon in huis.
Het probleem was dat ik de hardheid miste. Die is bij ons heel belangrijk, we moeten meerdere wedstrijden op een dag schaatsen en soms moet je twintig minuten na de vorige alweer het ijs op. Die hardheid krijg je door heel veel wedstrijden te schaatsen, dat is bijna niet trainbaar. In het begin kon ik wel een keer heel diepgaan, maar het was moeilijk om het daarna nog een keer te kunnen. Ik kon het ook prima accepteren dat ik niet meteen van het niveau was van voor het ongeluk.”
Hij snapt dat er anders naar hem wordt gekeken sinds het ongeluk, dat er vraagtekens zijn of hij weer de ‘oude’ Sjinkie kan worden. Lachend: “Er is maar één Sjinkie, hoor.” Dan serieus: “Ik snap ook wel dat de buitenwacht anders naar me kijkt, dat ze denken in een ‘oude’ en ‘nieuwe’ Sjinkie. Voor mij is er niet heel veel veranderd sinds het ongeluk. Mijn benen doen geen pijn als ik schaats, dat is allemaal goed opgelost door de artsen. Er is niets dat mij zou moeten belemmeren.
Hoe het spelletje shorttrack gespeeld moet worden, zit ook wel in mijn hoofd. Het was dus vooral een kwestie van zo fit mogelijk worden na het ongeluk en die hardheid waar ik het net over had terugkrijgen. Het heeft echt wel tijd gekost. Het heeft eigenlijk tot en met afgelopen seizoen geduurd. Nu ben ik weer helemaal in orde. Tijdens trainingen gaat het goed, ik heb de snelheid en het duurvermogen ook terug. Het enige wat ik wil, is nu zoveel mogelijk wedstrijden schaatsen.”
Tekst gaat verder onder de foto
Dit seizoen staat natuurlijk in het teken van de Olympische Spelen in Beijing. Sjinkie won wereldtitels, Europese titels, olympisch zilver op de 1500 meter in 2018 en olympisch brons op de 1000 meter in 2014 en zou daar nog heel graag een olympische medaille aan toevoegen. En dan natuurlijk het liefst die ene medaille die hij nog mist op zijn palmares: de gouden. Hoe bijzonder zou het zijn na wat hij heeft meegemaakt? “Het doel is altijd olympisch goud. Het zou natuurlijk fantastisch zijn om de achterliggende periode met die medaille te bekronen.”
Helden Magazine 59
Het verhaal van Sjinkie Knegt komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen.
Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.
In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam en De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar.
Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint.
Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief.
Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.