Shorttrack
Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay.
Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen
Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.”
Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.”
Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...”
Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.”
Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle?
Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.”
Is jullie band veranderd met de jaren?
Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.”
Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.”
Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.”
Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.”
Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.”
Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’”
Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie?
Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.”
Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.”
Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’
Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?”
Xandra heeft een olympische titel en al zes wereldtitels, waarvan drie individueel. Michelle, denk jij: als zij het kan, dan moet ik het misschien ook kunnen?
Michelle, lachend: “We hebben natuurlijk wel dezelfde genen, hè. En onze manier van schaatsen lijkt ook erg op elkaar, wat techniek betreft. Er zijn best wel wat gelijkenissen. Dus ja... Er zijn ook verschillen. Ik denk dat ik wat minder sterk dan Xan ben, heb minder trainingsjaren in mijn bagage doordat ik jonger ben. Er zijn ook nog technische dingen die beter kunnen. Ik loop wat achter, heb nog wat tijd nodig.”
Xandra: “Onze vader focuste van jongs af aan heel erg op onze techniek. Hij zei vaak: ‘Sterk word je vanzelf als je gewoon boterhammen eet.’ Wij waren altijd heel klein en door hard te trainen word je vanzelf sterker.”
Zien jullie elkaar, nu jullie allebei de puberteit voorbij zijn, ook als beste vriendinnen?
Xandra: “Ja. Maar bij vriendinnen heb je soms nog dat je even bedenkt: moet ik dat wel zeggen?”
Michelle knikt: “Klopt, bij ons is dat filter weg. Wij zeggen alles tegen elkaar.”
Jullie zijn huisgenoten. En tegelijkertijd woont Dennis Visser, de vriend van Xandra, ook nog bij jullie. Hoe gaat dat thuis?
Xandra, lachend: “Ja Mies, hoe is dat?”
Michelle: “Ik ben naarmate ik ouder word wel wat meer op mezelf. Ga ik ’s avonds op mijn kamer een serietje kijken en laat ik Dennis en Xan lekker met z’n tweetjes beneden. Ik hoef daar niet de hele tijd bij te zijn. En tegelijkertijd vind ik het heel fijn dat ik niet alleen hoef te wonen.”
Xandra: “Jij hebt nu ook een vriendje, Bas, hij woont nog bij zijn ouders in Heerenveen en bij hem ben je ook veel.”
Jullie studeerden ook allebei Life Science & Technolog y in Groningen, maar zijn allebei geswitcht. Hoe dat zo?
Xandra: “We zijn allebei overgestapt naar de Open Universiteit. Het was lastig om het trainingsschema in te passen in de opleiding Life Science & Technology. Ik doe nu milieu- & natuurwetenschappen. Veel van die opleiding is online, dat is fijner. Mies, jij kan zelfs je tentamens zelf inplannen, hè?”
Michelle knikt: “Ik ben geswitcht naar een studie psychologie.”
WIJ VOELEN DE PLICHT OM DE EER VAN ONZE ACHTERNAAM HOOG TE HOUDEN
Xandra: “Nee, wij vinden het alleen maar mooi dat we in de familie allemaal dezelfde passie hebben. We hebben ook nog gehockeyd, dat is de sport die onze moeder tot voor kort heeft gedaan.”
Michelle: “Wij zijn van jongs af aan voor de lol gaan schaatsen. Niets moest.”
Xandra: “Ik ging het ijs op met ijshockeyschaatsjes. Er is nog een grappig filmpje dat jij op van die roze kunstschaatsjes het ijs op ging, Mies. Pap had de puntjes eraf laten slijpen, dat vond hij maar onzin. En jij ging alsnog pirouetjes draaien. Ondertussen wilde ik alleen maar zo hard mogelijk.”
Michelle, lachend: “Er was echt een duidelijk contrast. Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat vroeger ook op ballet. Ik was veel meer een meisje- meisje dan jij, Xan. Ik vond jurkjes ook leuk. Jij was meer van de stoere dingen.”
Xandra: “Jij kon ook goed dansen. Nou, daar heb ik echt geen talent voor. Dramatisch gewoon.”
Maar was het echt nooit vervelend dat jullie door de achternaam automatisch de schijnwerpers op jullie gericht kregen?
Michelle: “Toen we jong waren, heb ik nooit het idee gehad dat mensen anders naar me keken omdat ik een Velzeboer ben of dat ze zeiden: met die achternaam van jou zal je wel heel goed worden. Nu we allebei op hoog niveau aan shorttrack doen, wordt in interviews natuurlijk ook vaak naar onze familie gevraagd.”
Xandra: “Wij vonden het juist wel cool dat onze familie het zo goed had gedaan.”
Michelle: “Ik heb nooit gedacht: als ik het nu niet goed doe, dan zullen ze zeggen dat ik de naam Velzeboer niet waard ben. Ik zou het eerder als een belemmering ervaren dat mensen mij zien als ‘het zusje van’. Dat is dan vooral een druk die ik mezelf opleg, hoor. Als ik zie wat Xan al heeft bereikt en hoe hard ze gaat, dan kan het zo zijn dat ik hetgeen zij al heeft bereikt, mezelf als doel ga stellen. Nu is dat nog niet het geval, omdat ik weet dat ik nog tijd nodig heb. Xan is nu vooral een motivatie om alles eruit te halen. Maar ik denk ook weleens: misschien word ik wel nooit zo goed als zij.”
Xandra: “Ik snap wel wat jij zegt, hoor. Toen ik net de overstap van de junioren had gemaakt, had ik dat met Suzanne Schulting. Zij reed zoveel harder dan ik, dat ik dacht: jeetje, hoe ga ik ooit dat gat met haar dichten? Hoewel ik nog niet van haar niveau was, kon het wel gebeuren dat ik me met Suzanne vergeleek. En ik kan me voorstellen dat het extra lastig is als je een gat moet overbruggen met iemand die ook nog eens je zus is.”
Hebben jullie het daar ook over met de familie? Jullie vader Marc had immers ook een broer, Alexander, tegen wie hij op moest boksen op het ijs. Jullie tantes Monique en Simone waren ook concurrenten.
Xandra: “Ik heb het daar eigenlijk nog nooit met hen over gehad. Jij wel, Mies?”
Michelle: “Nee. Ik heb wel een keer met Monique gebeld toen ik na aan het denken was over een studie. Toen ik bij Life Science & Technology uitkwam, dacht ik: we schaatsen al allebei, wonen ook samen en als ik nu ook dezelfde studie ga doen, dan ben ik echt zo’n na-aper, iemand die geen eigen mening heeft en alleen maar haar zus nadoet. Monique herkende wat ik voelde. Simone ging ook geneeskunde studeren, Monique vond dat ook leuk, maar besloot die opleiding niet te gaan volgen omdat ze niet hetzelfde wilde doen als haar zus. Monique vertelde dat ze daar spijt van had gehad, zei dat ik mijn hart moest volgen.”
Bij de eerste wereldbeker die jullie samen reden, eind 2022, wonnen jullie de relay en mochten jullie bij elkaar de gouden medaille omhangen. Hoe werd dat ontvangen binnen de familie?
Xandra: “Dat vond iedereen heel leuk. Er wordt altijd heel veel gereageerd op de familieapp. Die liefde voor shorttrack is nooit verdwenen. Toen wij nog heel klein waren, gingen we ook altijd al met de hele familie kijken bij shorttrackwedstrijden in Nederland.”
De gevaren van het shorttrack zijn ook bekend binnen de familie. Simone heeft zware blessures gehad en Monique kwam in 1993 zo ongelukkig ten val dat ze een dwarslaesie opliep. Wordt er in de familieapp ook op gehamerd dat jullie voorzichtig moeten doen?
Michelle: “Nee, nooit.”
Xandra: “Onze vader heeft wel een speciale nekbeschermer, een soort col van snijvast materiaal, bedacht. De sport is ook veel veiliger dan in hun tijd. We rijden in pakken van – normaal gesproken – snijvast materiaal, trainen met een vrijstaande boarding. De kussens bewegen mee als je erin knalt, waardoor de impact veel minder is. We weten dat er altijd risico’s zijn: je kunt hard vallen en de messen waarmee wij schaatsen zijn heel scherp en dun. Als je bang bent aangelegd, moet je sowieso niet aan deze sport beginnen.”
Dat zagen we begin november, Xandra, toen jij Suzanne Schulting met je schaats raakte bij een val tijdens de training. Het gevolg: een heel diepe snijwond in haar rug.
Xandra: “Het was een heel grote wond, dat was erg schrikken. Heel vervelend, gelukkig liep het ondanks alles met een sisser af voor Suzanne. Dit blijft helaas het risico van het vak. Ik liet Suus meteen weten dat ik het heel erg rot voor haar vond. Zij stuurde ook dat ik er niks aan kon doen. Het was gelukkig meteen goed tussen ons.”
Michelle: “Dat soort dingen zorgen ervoor dat je je altijd bewust bent van de gevaren. Ik ben bij de World Cup in Seoul ook hard gevallen, waardoor ik een tijdje niet kon trainen door een blessure aan mijn bovenbeen. Dat is weer een realitycheck dat we aan een gevaarlijke sport doen.”
MOVE OVER SJINKIE KNEGT EN SUZANNE SCHULTING. HET IS NU ONZE BEURT OM DE SHORTTRACKPLOEG BIJ DE HAND TE NEMEN
Michelle, lachend: “Daar zijn wij niet mee bezig, hoor. Maar de ploeg is wel heel erg verjongd de laatste tijd.”
Is er sprake van een generatiekloof?
Michelle: “Helemaal niet. Yara van Kerkhof is meer dan tien jaar ouder dan wij, maar met haar klikt het net zo goed als met Suzanne of Selma Poutsma die weer jonger zijn.”
Xandra: “Toen ik erbij kwam, had je nog wel wat ouderen erbij en die zijn afgelopen tijd gestopt. Daardoor verandert de dynamiek binnen een trainingsgroep altijd een beetje, maar niet zodanig dat het ineens zo is dat je twee groepen krijgt.”
Tijdens relays lijkt het altijd heel gezellig te zijn tussen jullie. Er wordt natuurlijk ook heel vaak gewonnen. Maar is het ook zo dat de een z’n dood de ander z’n brood is?
Xandra: “De sfeer is bijna altijd goed.”
Michelle: “En ondertussen is er altijd concurrentie.”
Xandra: “Op de 500 meter is die concurrentiestrijd wel een dingetje, want die willen we allemaal rijden. In een wereldbekerwedstrijd kunnen er maar drie per land een 500 meter rijden. Uitzondering is als die afstand twee keer wordt gereden in een weekend, dan kan iedereen hem rijden. Selma, Suzanne, Yara, Michelle en ik kunnen er allemaal heel goed op uit de voeten. Het niveau is op die afstand zo hoog, het wordt bij EK’s en WK’s spannend wie die afstand mag rijden.”
Michelle: “Het lullige is: als je als nummer vier in Nederland net buiten de boot valt voor de 500 meter, heb je wel het niveau om mee te doen om de medailles als je voor een ander land uit zou komen. Er is concurrentie om de startplekken, maar er is onderling geen haat en nijd.”
Merken jullie dat als je in een rood- wit-blauw pak het ijs opkomen, short- trackers uit andere landen denken: o jee, daar heb je de Nederlanders?
Michelle: “Ik zie het niet aan hun gezichten, hoor. Misschien dat ze het onbewust denken. Ik denk wel dat ze naar jou anders kijken, Xan. Jij hebt natuurlijk twee individuele wereldtitels op de 500 en 1000 meter.”
Xandra: “Op de 500 meter merk ik dat wel. En nu ook op de 1000 meter.”
Michelle: “Ik had ook niet verwacht dat je vorig jaar de wereldtitel op de 1000 meter zou pakken.”
Xandra: “In het olympisch jaar was ik ook al goed op de 1000 meter, maar toen kon ik nog niet echt om de winst strijden. Die laatste stap heb ik vorig seizoen gezet. Toen ik bij de WK aan de start van de 1000 meter stond, dacht ik: deze ga ik gewoon winnen.”
Michelle: “Je had daarvoor al de titel op de 500 meter gepakt, daar haalde je natuurlijk ook veel vertrouwen uit.”
Xandra: “Die 500 meter was het doel, ik was regerend wereldkampioen en had het wereldrecord op die afstand. Toen het lukte om die titel nog een keer te winnen, was het grote doel bereikt. Daardoor kon ik met iets meer ontspanning die 1000 meter rijden.”
De 1000 meter is ook het territorium van Suzanne Schulting, die daarop jarenlang onverslaanbaar was en ook twee olympische titels pakte.
Xandra: “Ja... Ik werd jarenlang, vanaf de junioren al, gezien als een sprinter. Jeroen Otter zei altijd al: ‘Ik vind dat je jezelf tekortdoet als jij je alleen focust op de 500 meter.’ Ik weet nog dat ik in het olympisch jaar een keer een World Cup niet mocht rijden op de 500 meter. Daar was ik echt kwaad om. Jeroen zei toen: ‘Je rijdt ook een goede 1000 en 1500 meter, ik zie niet in waarom jouw kansen op een medaille nu ineens weg zijn.’ Hij heeft gelijk gekregen dat in mij meer schuilt dan een sprinter.”
Wat zei Suzanne tegen jou?
Xandra: “We hebben elkaar daarna niet echt gesproken. Logisch, want die 1000 meter was voor haar echt niet leuk. Ik snapte haar teleurstelling, ze hoefde daarna niet meteen iets tegen mij te zeggen. Uiteindelijk feliciteerde ze me wel gewoon, hoor. De ene keer zijn we teamgenoten en de andere keer zijn we concurrenten. Wij snappen allemaal heel goed van elkaar dat iemand ook af en toe ruimte nodig heeft bij een teleurstelling.”
Na die 1000 meter op de WK werd duidelijk dat Suzanne te veel van zichzelf had geëist. Jaar in jaar uit had ze geen kruimel laten liggen. Heeft het jullie doen beseffen dat shorttrack ook mentaal een heel intensieve sport is?
Xandra: “Ik ben niet echt geschrokken, wij wisten allebei al hoe zwaar topsport mentaal is. Je ziet ook geregeld dat iemand besluit er een seizoen uit te stappen om zich weer op te laden.”
Michelle: “De Canadese Kim Boutin heeft even rust genomen en de Italiaanse Arianna Fontana heeft dat al vaker gedaan. Vooral in Nederland zien wij dat als iets dat niet normaal is.”
Xandra: “Die wedstrijden vragen ge- woon heel veel van je. En tijdens een weekend kan heel veel gebeuren. Als het niet goed gaat, moet je jezelf weer opladen. Dat is mentaal heel intensief. In onze sport moet je meteen weer door, dat kost zoveel energie.”
Michelle: “Dat is het zwaarste van onze sport: tien minuten na een teleurstel- ling moet je alweer door, moet je het een plekje hebben gegeven.”
Hebben jullie weleens gesprekken met een mental coach?
Michelle knikt: “Ik heb weleens met een psycholoog gesproken.”
Xandra: “Ik was eerst de shorttracker die onbevangen kon jagen en de situatie is wel iets anders nu er meer op mij wordt gelet. Ik voel meer druk. Er wordt meer naar me gekeken, maar ik verwacht ook meer van mezelf. Ik praat sinds dit jaar ook met een mental coach over dit soort dingen. Ik kan me al druk maken om de afstanden die ik tijdens een World Cup ga rijden. Keuzestress. Of ik kan na een overwinning op de 500 meter al zenuwachtig zijn over de volgende wedstrijd. Ik mag er wel wat relaxter in staan en wat meer genieten van een overwinning. Het is niet normaal om steeds te winnen.”
NIELS KERSTHOLT IS DE BESTE BONDSCOACH DIE WE OOIT HEBBEN GEHAD
Michelle: “Niels is de enige bondscoach die ik heb gehad. De samenwerking met hem verloopt heel soepel. En het is heel fijn dat Annie Sarrat zijn assistent is, dat er ook een vrouwelijke coach in de staf zit.”
Xandra: “Niels en Annie zijn het ook niet altijd met elkaar eens. Dat is goed, daardoor worden dingen vanuit meerdere kanten bekeken. De staf vult elkaar goed aan.”
Heb je nog weleens contact met jullie voormalig bondscoach Jeroen Otter?
Xandra: “Heel af en toe. Dan gaat het over dagelijkse dingen, we bespreken geen trainingsinhoudelijke zaken.”
Onder Otter waren jullie al heel succesvol. Die lijn is doorgezet. Borduurt Kerstholt voort op het succes van Otter of heeft hij echt een andere werkwijze?
Xandra: “Niels drukt zijn eigen stempel op de ploeg, maar het is natuurlijk wel zo dat het niveau al op deze hoogte was gebracht.”
Michelle: “In trainingen heb je veel aan teamgenoten. Als zij niet hard schaatsen, dan houdt het op.”
Xandra: “Bepaalde trainingsvormen die wij fijn vinden, komen deels nog uit de tijd van Jeroen. Maar dat is ook logisch, denk ik.”
Hebben jullie onder Kerstholt meer inspraak dan onder Otter?
Xandra: “Ze hebben totaal andere karakters. Niels zegt dat zelf ook. Hij is minder autoritair dan Jeroen.”
Gebruiken jullie je vader ook als klankbord?
Xandra: “Absoluut. Samen met Niels en Dennis.”
Michelle: “Het is heel fijn dat we iemand hebben die zo dicht bij ons staat en precies snapt wat je bedoelt. Als je een ouder hebt die totaal niet in de sport zit, is het toch heel anders. Die kan dan zeggen ‘het komt wel goed’, maar dan denk je toch: wat weet jij er nou van?”
Xandra knikt: “Van papa nemen wij het wel aan.”
WIJ TROUWEN LATER ALLEBEI OP DE IJSBAAN
Michelle, lachend: “Nou, trouwen op de ijsbaan... dat niet.”
Xandra: “Maar ik wil wel een groot feest.”
Jullie geliefden zijn allebei shorttrackers. Xandra, jij bent al jaren samen met voormalig shorttracker Dennis Visser, die in 2017 wereldkampioen met de relayploeg werd.
Xandra: “Ik ben vier jaar samen met Dennis. Het is heel fijn dat hij ook op hoog niveau heeft geschaatst. Ik kan heel goed met hem over shorttrack praten. Dennis kijkt geregeld mijn trainingen terug en geeft dan feedback.”
Michelle, jij bent samen met talent Bas van der Valk. Hoe is die liefde opgebloeid?
Michelle: “Sinds september hebben we een relatie. Bas zit in het KNSB Talent Team Noord en woont ook in Heerenveen. Ik ken hem al langer, wij zijn nog teamgenoten geweest. Afgelopen zomer ontmoetten we elkaar weer op een feestje. Toen sloeg de vonk over.”
Kijkt Bas ook jouw trainingen terug om van jou te leren?
Michelle, lachend: “Hij heeft weleens gezegd dat wij zijn voorbeelden zijn op technisch gebied.”
Xandra: “Wat een compliment! Bas doet het zelf ook heel goed.”
En jullie ouders vinden het vast ook goed nieuws dat jullie allebei met een shorttracker thuis zijn gekomen? Michelle, lachend: “Ik denk niet dat dat een vereiste was, hoor.”
Xandra: “Gelukkig vallen ze in de smaak.” Als het ooit zover is dat jullie gaan trouwen, vragen jullie de ander dan meteen als getuige?
Michelle: “Dat denk ik wel.”
Xandra knikt: “Andersom ook.”
Michelle, lachend: “Dat mag ik hopen, ja!”
ZONDER GOUD IS MIJN WK IN ROTTERDAM NIET GESLAAGD
Xandra: “Absoluut.”
Michelle: “Als wij geen goud op de relay winnen, zijn we op zijn zachtst gezegd niet blij.”
Hoe tof is het om samen die relay te rijden?
Michelle: “Heel leuk. Voor de relay voel ik altijd net wat minder spanning dan voor individuele races, omdat ik weet dat ik het niet alleen hoef te doen en veel vertrouwen heb in de rest van het team.”
Xandra: “Als er iemand een misser maakt, dan kan iemand anders het oplossen. We weten dat we een heel goed team hebben.”
Michelle, wat zijn op de individuele afstanden jouw doelen?
Michelle: “Ik weet nog niet of ik ook in- dividueel mag rijden op de WK. Suzanne Schulting komt terug en de anderen, Xandra, Selma en Yara, zijn supergoed. Het is wel mijn doel om een individuele afstand te rijden. En als ik er dan sta, wil ik het goed doen. Een B-finale rijden en die winnen zou voor mij al heel goed zijn.”
Xandra, wanneer ben jij tevreden?
Xandra: “Ik wil de wereldtitels op de 500 en 1000 meter winnen. Ik las in de zomer een uitspraak van de Poolse tennisster Iga Swiatek. Ze zei dat ze het verdedigen van een titel zo stom vond klinken. Dat het niet om verdedigen gaat, maar om winnen. Dat vond ik mooi. Ik wil heel graag weer winnen. Het lijkt me heel vet om dat in Ahoy te doen.”
Michelle: “Met onze hele familie op de tribune.”
OP DE SPELEN IN 2026 HEEFT DE HELE WERELD HET OVER DE ZUSJES VELZEBOER
Xandra: “Dat zou mooi zijn.”
Michelle, lachend: “Dat is het doel. Het zou mooi zijn om de broertjes Shaolin Sándor Liu en Shaoang Liu, die heel groot zijn in de shorttrackwereld, van het vrouwenshorttrack te zijn. Maar het olympisch seizoen is nog ver weg.”
Milaan is op dit moment gewoon een modestad voor jullie?
Xandra: “Ik ben er nu al meer mee bezig dan in aanloop naar de Spelen in Beijing. Dat jaar reed ik al veel A-finales in de wereldbekers, maar was geen favoriet. Nu heb ik daar een heel ander gevoel bij.”
Michelle: “Jij hebt al olympisch goud gewonnen met de relay, dat wil ik ook. Die gouden medaille van Xan heb ik wel even omgehangen. Daardoor zitten de Spelen meer in mijn hoofd dan als ik Xandra niet als zus had gehad.”
Xandra: “Nu ik twee keer wereldkampioen ben geworden op de 500 meter, weet ik dat ik aan de top sta. De vraag is dan hoe ik daar ook blijf. Selma Poutsma heeft een grote stap gemaakt, haar kom ik nu ook in de finales tegen. Suzanne Schulting is er straks weer bij. Mijn andere concurrenten worden ook steeds beter. Ik moet dus ook steeds beter worden, zodat ik in Milaan hopelijk de meest complete schaatsster ben.”
Hebben jullie al weleens gefantaseerd over die olympische titel en wat jullie dan samen gaan doen?
Xandra, lachend: “Nee.”
Michelle: “We weten alleen dat we na de Spelen op wintersport willen.”
KIJK NAAR JENNING DE BOO EN JORIEN TER MORS; SHORTTRACK IS DE BESTE BASIS VOOR DE 500, 1000 EN 1500 METER LANGEBAAN
Michelle: “Daar ben ik het mee eens. Hoewel... ik heb geen verstand van langebaanschaatsen.”
Jenning de Boo won de nationale titel op de 500 en 1000 meter langebaan, de Europese titel op de 500 meter, en komt uit het shorttracken. Hoe kijken jullie naar zijn prestaties?
Michelle: “Het is heel knap wat hij heeft gedaan, het is niet zo dat iedere shorttracker dat zomaar kan. Maar Jenning was vroeger ook al heel goed op de langebaan. Ik heb nog bij hem in het team gezeten, we zijn nog samen naar de Jeugd Olympische Spelen geweest. Hij is wereldkampioen junioren op de 500 meter shorttrack geworden, maar vond de langebaan leuker.”
Xandra: “Hij heeft met shorttrack een goede basis gehad. Je ziet dat hij het verschil in de bochten maakt.”
Xandra vertelde eerder in Helden dat ze een hekel heeft aan de langebaan. Hoe zit dat bij jou, Michelle? Michelle: “Ik ben er zelf ook niet goed in. Wij hebben vroeger nooit op klapschaatsen gereden of überhaupt op de langebaan geschaatst.”
Xandra: “Inmiddels ben ik er iets beter in geworden, maar ik haal er nog steeds geen plezier uit. Nee, voor mij geen langebaan, hoor.”
Met dank aan Parkhotel Tjardaa, Oranjewoud.
Helden Magazine 70
Het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’
In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko.
Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt.
Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.”
Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.