Word abonnee
Meer

Zaalvoetbal

Heldenpraat met Saïd Bouzambou

Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.
Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.

Triatlon

Maya Kingma – Meer dan een klokkenluider

Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Marathon

Anne Luijten: ‘Je zou haast in magie gaan geloven’

Anne Luijten heeft een bewogen tijd achter de rug. De atlete werd in 2023 Nederlands kampioen op de halve en de hele marathon, liep de olympische limiet en trouwde. Daar tegenover stond het overlijden van haar grootste fan: vader Jos. In aanloop naar de Rotterdam Marathon van 14 april praat ze in Helden Magazine 71 openhartig over de heftige periode die achter haar ligt. “Voor het eerst zonder papa. Ik heb al een paar wedstrijdjes gelopen sinds zijn overlijden en vond het niet heel erg lastig dat ik zijn gezicht ineens niet meer langs de kant zag. Maar op zondag 14 april bij de Rotterdam Marathon zal ik het moeilijker vinden dat hij er niet meer bij is, vermoed ik. Vorig jaar sliep ik bij mijn ouders in Rijswijk en reed ik gezellig met papa in de auto naar Rotterdam. We parkeerden de auto bij mijn broertje Tom en papa pakte de fiets uit de auto en ging met me mee naar de start. Tijdens de marathon volgde hij me op de fiets, terwijl hij al ziek was. Ik werd Nederlands kampioen in mijn tweede marathon, was ruim vijf minuten sneller dan bij mijn debuut, een jaar eerder ook in Rotterdam; het was zo’n mooie dag. Rotterdam heeft altijd al een speciaal plekje in mijn hart. Mijn oma is er opgegroeid en heeft het bombardement in 1940 meegemaakt. Mijn vader heeft er gestudeerd en ook heel veel geroeid. Zelfs zo hard dat hij zijn studie niet afmaakte. Mijn broertje heeft er ook gestudeerd en woont er nu. Ook op sportief gebied speelt Rotterdam van jongs af aan al een belangrijke rol. In de jeugd mocht ik meedoen aan de regiotrainingen die door de atletiekbond werden georganiseerd en die werden in Rotterdam gehouden. Daar reed papa me dan naartoe. Als meisje van achttien heb ik in 2012 Miranda Boonstra gevolgd tijdens de Rotterdam Marathon. Van ons huis in Rijswijk ben ik die dag op de fiets naar Rotterdam gegaan om haar te volgen. Daar aangekomen mocht ik meefietsen met Tonnie Dirks, de coach van Miranda. Ik vond het zo tof om haar volledig geconcentreerd te zien lopen achter haar gangmakers aan. Verschrikkelijk jammer dat ze op slechts acht tellen de olympische limiet miste, maar de blik achter de schermen maakte op mij grote indruk. Eigenlijk was dat het moment dat ik dacht: de marathon is wel heel gaaf. Mijn vader en moeder waren erg sportief. Naast roeien was mijn vader van het hardlopen. Mama deed dat ook, liep elk jaar de City Pier City Loop in Den Haag. Mijn zusje Femke wilde nadat ze mijn moeder die wedstrijd had zien lopen op atletiek en ik besloot met haar mee te gaan. Ik had gezwommen en geschaatst en mama vond hockey wel wat voor mij, maar het werd atletiek. Bij AV’40 in Delft trok ik meteen naar het hardlopen, zag mensen vaak kijken naar mij met het idee van: waarom doet zij aan het einde van de training nog zo haar best op de 800 meter? Ik vond het een uitdaging om te kijken of ik dan de jongens bij kon houden. Het was een leuke club, maar de meeste leden redeneerden dat het ook vooral ‘gezellig moest blijven’. Omdat ik daar iets te fanatiek voor was, stapte ik over naar een andere vereniging met een heel leuk hardloopteam en een heel bevlogen trainer, Arthur van Dijk. Daar dacht ik: gelukkig, er zijn er meer die net zo gek zijn van hardlopen als ik. In 2012 kreeg ik een scholarship van de Universiteit van Portland, ging in Amerika mijn studie combineren met hardlopen. De echte toppers konden na de middelbare school prof worden, dat zat er voor mij niet in. Ik kwalificeerde me voor enkele grote toernooien op de 3000 en 5000 meter, zoals de Europese Jeugdkampioenschappen, maar liep daarin vaak achterin mee. Toen de kans om naar Amerika te gaan zich voordeed, dacht ik: ik heb zoveel tijd in het hardlopen geïnvesteerd, dit avontuur wil ik aangaan. Ik trainde ’s ochtends en ’s middags met het team en kon tussendoor studeren. Geweldig. Ik heb mijn tijd in Portland zo lang mogelijk gerekt, heb eerst Sociologie en daarna Psychologie gestudeerd, waardoor ik er vijf jaar kon blijven. In 2017 keerde ik terug naar Nederland, ging bij Honoré Hoedt trainen en volgde de opleiding Sustainable Development in Utrecht. Het hardlopen ging goed, totdat ik begin 2018 een achillespeesblessure kreeg die maar op bleef spelen. Mijn toptijd op de 5000 meter was 16 minuten en 6 seconden en ineens moest ik tevreden zijn met tijden die een halve minuut langzamer waren. Daardoor werd het lastig om mezelf te blijven motiveren er vol voor te gaan, en bijvoorbeeld ook ’s avonds in de regen en kou nog de deur uit te gaan om te trainen. Mijn carrière als atlete zegde ik in mijn hoofd vaarwel, ik besloot in 2020 fulltime te gaan werken bij de gemeente Arnhem. Ik maakte me altijd al zorgen om de opwarming van de aarde en wat dat betekent voor mens en dier. In mijn werk hou ik me daar op lokaal niveau mee bezig. Ik mag in Arnhem buurtinitiatieven helpen werkelijkheid te worden, vooral op het gebied van klimaatadaptatie. Ik help versteende pleinen te vergroenen, zodat daar minder hittestress en wateroverlast is. Ik maak me hard voor meer bomen in de stad. Heel leuk om daaraan te mogen werken. Ik bleef naast mijn werk nog wel voor de lol hardlopen. Het leek me een leuke uitdaging om een keer een marathon te lopen, want dat had ik nog nooit gedaan. En dan natuurlijk het liefst die van Rotterdam. Ik liep bij mijn marathondebuut, in april 2022, een tijd van 2.36.34. Voor zo’n tijd koop je nog niks, maar de manier waarop ik die liep, gaf veel vertrouwen. Ik had vooraf tegen mijn coach John Jansen gezegd: ik wil er vooral plezier in hebben, me niet over de kop trainen en niet geblesseerd raken. Ik trainde toen iets van 130 kilometer in de week. Vooral in de namiddag, want ik werkte ook gewoon 36 uur in de week. Ik ging weg op een tijd van 2 uur en 38 minuten en het tempo dat ik liep, voelde voor mij – dat klinkt gek – echt als joggen. Na dertig kilometer voelde ik me nog net zo chill als na drie kilometer. Veel mensen hadden me van tevoren gewaarschuwd dat het na 35 kilometer pas echt zwaar zou worden. Ik dacht: jongens, het zal wel, maar ik ga nu echt versnellen. Ik pakte in de resterende twaalf kilometer nog anderhalve minuut op het tijdschema waarop ik van start ging. Ik verraste zelfs mijn coach: John dacht, net als veel anderen, dat ik waarschijnlijk niet zo’n goede marathonloper zou zijn. Na afloop wisten we: hier kunnen we wat mee, er is nog zoveel ruimte voor verbetering. Ik heb er nog nooit zo naar gekeken, maar achteraf kun je stellen dat die achillespeesblessure een geluk bij een ongeluk was. Anders had ik misschien nooit de switch naar de halve marathon en marathon gemaakt. Door het lot heb ik gevonden waar ik echt goed in ben. Daarna ging ik toewerken naar de Rotterdam Marathon van 2023. We hadden ingezet op 2 uur en 32 minuten. Net als bij mijn eerste marathon was David Hemstede mijn tempomaker en opnieuw liep ik een negative split, wat betekent dat ik het tweede deel van de marathon harder liep dan het eerste. Ik had opnieuw over op het einde, heb echt gesprint tot de streep. Ik liep halverwege al weg uit de groep mannen met wie ik tot dan toe had gelopen. Het was toen al lang en breed duidelijk dat ik Nederlands kampioen marathon zou worden, maar je moet altijd in je achterhoofd houden dat elke marathon de laatste kan zijn, omdat het veel van het lichaam eist. Dus elke kans om sneller te lopen dan je ooit hebt gedaan, moet je aangrijpen. Ik liep 2 uur 30 minuten en 59 seconden, kon vol trots zeggen dat ik een 2.30-loper was. De Rotterdam Marathon van 2023 was als een sprookje; ik won mijn eerste Nederlandse titel, liep een dik pr en mijn zieke papa was er gewoon bij. Hij hoefde niet zoveel te zeggen tijdens het meefietsen, zag aan mijn manier van lopen dat het goed ging. Het is voor een marathonloper vooral zaak om heel lang rustig te blijven: gedoseerd lopen en niet met krachten te smijten. Het was in tegenstelling tot de wedstrijd op de baan in het verleden niet nodig om me uitgebreid aan te moedigen. Papa zag dat het goed ging, zei af en toe wat en dan stak ik mijn duim op. Het was altijd heel fijn om hem bij me te hebben. Hij wist me tot rust te brengen, was altijd heel geduldig. Ik hoefde voor de start van mijn marathons, als ik op was van de zenuwen, maar naar hem te kijken en ik bedaarde al. Papa was echt een rots in de branding. Hij en mama waren nooit pusherig. Mama zei vaak alleen: ‘Als je er maar lol in hebt.’ Papa wist wat meer van sport omdat hij fanatiek had geroeid. Hij had ook dat competitieve in zich. Van ons drie, mijn zusje Femke, broertje Tom en ik, lijk ik het meest op papa. De gedrevenheid, alles uit jezelf willen halen; dat hadden we gemeen. En we waren bijvoorbeeld ook allebei niet goed in small talk op feestjes. Bij mensen die ik ken, voel ik me op mijn gemak, maar als ik bij wijze van spreken over het weer moet gaan praten om het ijs te breken, dan kost me dat alleen maar energie. Papa bleef liever thuis als hij ergens heen moest waar hij de mensen niet kende. Mama trok hem dan wel mee, hoor. Zij, Tom en Femke zijn veel socialer. Van mijn vader heb ik ook dat rationele. Ik droomde nooit van de Olympische Spelen toen ik op de baan liep. Simpelweg omdat deelname, met de tijden die ik liep, niet reëel was. Toen ik in Rotterdam ineens Nederlands kampioen op de marathon werd, kwam er veel op me af. Papa vond het zo mooi om te zien. We wisten toen al dat hij ziek was en dat had ik voor de marathon ook verteld in een interview met De Gelderlander. Ik ben altijd heel open, dus ook daarover. Rond de kerstdagen zaten wij als gezin altijd in een huisje ergens in Nederland. Ik kwam eind 2022 vrolijk aan met mijn vriend Nick. Bij het eten zei papa: ‘Ga maar even zitten, want ik heb niet zulk leuk nieuws.’ Hij had al gezien dat er iets mis was rond de alvleesklier. De dag na kerst moesten we naar het ziekenhuis in Delft en daar hoorden we dat hij een tumor had en dat die zeer waarschijnlijk kwaadaardig was. Op de terugweg naar het vakantiehuisje in Drenthe zaten we allemaal te huilen. Al snel werd het vermoeden bevestigd en begon de ellende. We wisten meteen dat de diagnose alvleesklierkanker een heel slechte was. Papa was 59 toen hij het hoorde en hij was de gezondste 59-jarige die je je maar kon voorstellen. Hij had nooit gerookt, zelden gedronken, nooit overgewicht en veel gesport. Dan hoop je: misschien zit hij wel bij die vijf procent die na vijf jaar nog leeft. Helaas. Er vielen ook wat dingen op hun plaats. In de zomervakantie van 2022 had hij ineens heel weinig lucht, hij kwam tijdens het bergwandelen amper omhoog. Hij ging naar de dokter en bleek een longembolie te hebben. Er is toen niet verder gekeken. Daarna bleef hij klachten houden, maar dacht: dat is nog van die longembolie. Hij kon niet lekker liggen. Het bleef maar voortduren en toen is hij uiteindelijk weer naar de huisarts gegaan. Achteraf kun je redeneren dat die longembolie een gevolg was van de tumor die er toen al zat. Ik ben blijven hardlopen toen mijn vader ziek was. Of het mijn uitlaatklep was, weet ik niet... Het gaf me in elk geval houvast en een ritme. En ik kon goed over m’n vader praten met mijn hardloopmaatjes. Ik wist ook dat ik mijn vader er blij mee maakte als ik bleef lopen. Papa vond het altijd geweldig als hij mee kon naar een wedstrijd van me. Hij zocht veel afleiding tijdens zijn ziekte, zat liever niet thuis niks te doen want dan voelde hij zich het ziekst. Als hij lekker naar me kon kijken, dan maakten papa en mama er meteen een leuk weekendje van. Ze hebben er samen echt nog alles uitgehaald in die laatste maanden. Ik werkte toe naar de Amsterdam Marathon op 23 oktober, vond het heel mooi en leuk om daar met papa naartoe te werken en die nog samen met hem te beleven. Papa en mama zaten in hetzelfde hotel als ik. Nienke Brinkman, die ook zou lopen, was geblesseerd geraakt, en toen werd ik naar voren geschoven. Moest in het Rijksmuseum op komen draven voor mijn eerste persconferentie ooit. En toen riep ik met mijn grote mond dat ik voor de olympische limiet ging. Ik had het een paar weken ervoor met mijn vader besproken, toen de trainingen zo lekker gingen. Ik vroeg aan papa: wat vind je, moet ik voor de olympische limiet gaan? Het gevaar van vertrekken op 2.26.50 is dat je helemaal kapotgaat na dertig kilometer en eindigt met niks. Maar ik dacht ook: als ik ooit naar de Spelen wil, dan moet het nu. Papa zei: ‘Je moet het zelf weten, maar als ik jou was, zou ik ervoor gaan.’ Toen hakte ik de knoop door, zei: ik ga voor die olympische limiet. Ik vond het zo spannend. Een paar weken voor de Amsterdam Marathon liep ik de halve marathon in Breda op marathontempo. Ik werd Nederlands kampioen in 1.13.22 en wist daardoor precies wat ik daarna nog een keer 21 kilometer lang moest doen om de olympische limiet te lopen. Maar ik werd verkouden vlak voor de marathon en kreeg last van mijn knie. De nacht voor de wedstrijd sliep ik slecht. Op de dag zelf had ik het hele schema om op de olympische limiet uit te komen op mijn hand geschreven. Maar het regende, dus die tijden kon ik al snel niet meer lezen. Ik had een heel goede haas, Niels Esmeijer, die ben ik blindelings gaan volgen. Tussen kilometers 20 en 25 was het heel zwaar, er kwam ineens een storm opzetten. Daarna was het oogkleppen op en in een soort waas doorlopen tot de streep. Heel anders dan bij de andere twee marathons, toen kreeg ik best veel mee van wat er langs de kant gebeurde. Niels zei steeds: ‘We zitten ongeveer tien seconden onder het schema dat leidt tot de olympische limiet.’ Verder communiceerden we heel weinig. Hij had het heel goed door als ik een beetje terugviel, dan zakte hij zonder iets te zeggen ook terug en voerde hij het tempo daarna langzaam weer wat op. In het Vondelpark, een paar kilometer voor het einde, vroeg ik aan Niels: zitten we er nog steeds onder? Volgens Niels was dat het geval. Toen kwam het besef dat het weleens zou kunnen lukken. Maar tegelijkertijd kreeg ik het heel erg zwaar. Ik voelde niet meer of ik nog op tempo aan het lopen was. Tien seconden is dan niks. Ik heb het gered, liep 2.26.36, veertien tellen onder de limiet, was Niels heel erg dankbaar. Papa wachtte me op bij de finish in het Olympisch Stadion. Dat papa nog meemaakte dat ik de limiet liep, maakte het extra mooi. Als je dan bedenkt dat er zoveel dingen misgingen in de voorbereiding en tijdens de marathon en dat ik toch de limiet liep... Je zou haast denken: het moest zo zijn. Het is een verhaal voor een film waarvan je, als je hem hebt gezien, denkt: dat kan in het echt toch nooit? Ik geloof niet in magie, maar zou er haast in gaan geloven. Niet lang daarna, op 4 november, was er weer een mooie dag. Nick en ik trouwden op een schitterende locatie: Kasteel Doorwerth. We leerden elkaar kennen in Amerika, waar hij vandaan komt. Nick zat in het hardloopteam bij de mannen op de Universiteit van Portland. In het tweede jaar dat ik daar zat, in 2013, begonnen we met daten. Toen ik terugging, zei hij: ‘Ik kom voor jou naar Nederland.’ We hadden eerst een jaar een langeafstandsrelatie, Nick werkte nog. In 2018 kwam hij naar Arnhem, had Scheikunde gestudeerd en wilde hier een master Computerscience halen. Hij heeft zijn bachelor hier gehaald en is toen naar Zweden gegaan om zijn master te halen. Sinds 2020 zijn we weer samen en intussen spreekt Nick heel behoorlijk Nederlands. Hij doet zoveel voor me. Nick fietst vaak met me mee als ik train, kookt elke avond voor me. Ik heb ook tegen hem gezegd: als jij wil dat ik na de Spelen stop, dan doe ik dat zonder gevoelens van wrok. Het is niet altijd leuk dat jouw vrouw dag in dag uit om tien uur ’s avonds in bed ligt. Alle weekenden gaan ook op aan het hardlopen. Nick is in aanloop naar een marathon mijn meefietsende coach, koolhydratendrank- en waterdrager. Ondertussen wordt hij ook nog uitgekafferd als hij bij de marathonblokken net te hard of te langzaam fietst. Toen mijn vader ziek werd, zei ik tegen Nick: trouwen is geen must, maar als mijn vader overleden is, wil ik het niet meer, dus als je nog wat wil... Ik vond de gedachte dat mijn vader er niet meer bij zou zijn te verdrietig, wilde ook heel graag dat hij mij weg zou geven bij het altaar. Nick begreep de boodschap. Hij is vorig jaar met zijn broer naar IJsland gegaan en heeft daar in het geheim een verlovingsring gekocht. Voor de eerste voorbereiding op de Marathon van Amsterdam zijn we vier weken naar Sankt Moritz geweest. We hadden afgesproken dat hij één dag helemaal in mocht richten zoals hij het wilde, ook al paste dat niet in mijn trainingsschema. Nick nam me mee voor een wandeling naar een gletsjer. Hij had halverwege een lunch geregeld en toen we ’s avonds op de gletsjer waren, heeft hij me ten huwelijk gevraagd. Daarna hadden we minder dan drie maanden de tijd om het huwelijk te regelen. Tegelijkertijd kon de trouwerij niet voor de marathon plaatsvinden en moest het gezien de toestand van mijn vader zo snel mogelijk erna. Na de Amsterdam Marathon ging mijn vader snel achteruit. De bruiloft was heel zwaar voor hem, hij was echt heel ziek. Papa heeft me nog kunnen begeleiden naar het altaar, nog een mooie speech gehouden en heeft de hele dag meegemaakt. Veel mensen vragen me of ik wel heb kunnen genieten van mijn trouwdag. Ik vond het juist heel mooi dat papa er nog bij was. En niet alleen daarbij. De laatste wedstrijd die hij heeft gezien, was mijn allerbeste wedstrijd ooit. Eigenlijk is het heel raar dat ik de laatste tien maanden van mijn vaders leven mijn beste waren op sportief gebied. Ik ben daarom vooral dankbaar dat hij bij zulke belangrijke momenten in mijn leven nog aanwezig is geweest. Op 6 november, twee dagen na ons huwelijk, ging mijn vader naar het ziekenhuis voor een gesprek over een experimentele behandeling. Bij alvleesklierkanker doe je dat eigenlijk vooral omdat je daarmee andere mensen helpt, niet omdat je er zelf nog wat aan hebt. Papa kon niet meer, zijn lichaam was op, hij zag af van die behandeling. De chemo’s hielpen niet meer, hij kon niet meer eten en drinken. Op die dag besloten wij als gezin dat het mooi was geweest. Hij was opgelucht toen hij voor euthanasie koos. Precies een week later is die uitgevoerd. Papa is slechts zestig jaar geworden. Mijn vader was vlak voordat hij overleed vooral heel erg nieuwsgierig naar alles wat er nog ging gebeuren als hij er niet meer zou zijn. Hij was er heel graag bij geweest in Parijs. Hij vond het ook heel spannend, dacht: gaat ze er straks wel echt heen? Ik heb wel de limiet gelopen, maar per land mogen er maximaal drie atleten uitkomen op de marathon. Sifan Hassan en ik zijn tot op heden de enige twee Nederlanders die de limiet hebben gelopen, maar tot en met 30 april kunnen er altijd nog atleten onder mijn tijd lopen. Ik sta aan de start in Parijs of ik zit daar op de camping met vrienden en familie, omdat zij die toch al hebben afgehuurd. Ook gezellig, maar ik ga er liever heen om hard te lopen. Het is dus nog even afwachten, maar ik heb heel goede hoop. Mijn moeder heeft het leven na het overlijden van mijn vader gelukkig goed opgepakt. Zoals ik net al zei: mama is van de twee de sociaalste. Toen ik vorig jaar vertelde dat de Rotterdam Marathon beladen was voor me, omdat mijn vader ziek was, kwam dat meteen in het nieuws. Iedereen wist ineens dat papa ziek was. Veel mensen hebben de moeite genomen om langs te komen of om hem en mama een hart onder de riem te steken. De mensen die met mama mee hebben geleefd toen mijn vader ziek was, zijn ook na het overlijden van papa heel erg lief voor haar. Als ik erbij ben op de Spelen, dan gaat mama op de fiets naar Parijs. Ze is al hard aan het trainen. Naar alle mensen die haar uitnodigen, gaat ze op de fiets. Er zijn al iets van vijf mensen die met haar mee gaan fietsen om mij in actie te zien in Parijs. Hardloopmaatjes en collega’s van kantoor hebben ook hun tickets al geboekt. Maar op 14 april eerst de Rotterdam Marathon. Vorig jaar reed papa dus met me mee en die taak moet de rest van de familie nu maar op zich nemen. Ik heb in de drie marathons die ik heb gelopen elke keer mijn pr verbeterd, hopelijk lukt dat opnieuw. Niels Esmeijer zal opnieuw mijn haas zijn, daar ben ik blij mee. Het is steeds lastiger om een goede haas te vinden. Dat is een stuk moeilijker als je weggaat op een tijd van 2 uur 26 dan op 2 uur 36. Niels had tot de Amsterdam Marathon een pr van 2 uur 28 en doordat wij samen de limiet liepen, heeft hij de smaak ook helemaal te pakken. We halen het beste in elkaar naar boven. Op 4 april, vlak voor de Rotterdam Marathon, word ik dertig. Als vrouw in de topsport beginnen de jaren dan wel te tellen. Nick en ik willen ook graag kinderen. Mijn moeder was dertig toen ze mij kreeg. En ik wil niet te oud moeder worden. Nick zei tegen me: ‘Je mag na de Spelen nog wel even doorgaan, hoor.’ Dat ga ik dan ook doen. Dit jaar loop ik de EK halve marathon als voorbereiding op de Spelen. Over twee jaar is de EK marathon. Ik mag op de Spelen niet verwachten dat ik even top- 20 loop, maar op de EK in 2026 kan dat wellicht wel. Misschien dat dat mijn grote afscheidsmarathon wordt. Ik ben heel dankbaar voor alles wat ik nu meemaak. Ik had nooit verwacht dat ik überhaupt dit niveau zou halen. Het voelt allemaal als een bonus.” Helden Magazine 71 Het interview met Anne Luijten is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie blikt zwemfenomeen Ian Thorpe terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Anne Luijten heeft een bewogen tijd achter de rug. De atlete werd in 2023 Nederlands kampioen op de halve en de hele marathon, liep de olympische limiet en trouwde. Daar tegenover stond het overlijden van haar grootste fan: vader Jos. In aanloop naar de Rotterdam Marathon van 14 april praat ze in Helden Magazine 71 openhartig over de heftige periode die achter haar ligt. “Voor het eerst zonder papa. Ik heb al een paar wedstrijdjes gelopen sinds zijn overlijden en vond het niet heel erg lastig dat ik zijn gezicht ineens niet meer langs de kant zag. Maar op zondag 14 april bij de Rotterdam Marathon zal ik het moeilijker vinden dat hij er niet meer bij is, vermoed ik. Vorig jaar sliep ik bij mijn ouders in Rijswijk en reed ik gezellig met papa in de auto naar Rotterdam. We parkeerden de auto bij mijn broertje Tom en papa pakte de fiets uit de auto en ging met me mee naar de start. Tijdens de marathon volgde hij me op de fiets, terwijl hij al ziek was. Ik werd Nederlands kampioen in mijn tweede marathon, was ruim vijf minuten sneller dan bij mijn debuut, een jaar eerder ook in Rotterdam; het was zo’n mooie dag. Rotterdam heeft altijd al een speciaal plekje in mijn hart. Mijn oma is er opgegroeid en heeft het bombardement in 1940 meegemaakt. Mijn vader heeft er gestudeerd en ook heel veel geroeid. Zelfs zo hard dat hij zijn studie niet afmaakte. Mijn broertje heeft er ook gestudeerd en woont er nu. Ook op sportief gebied speelt Rotterdam van jongs af aan al een belangrijke rol. In de jeugd mocht ik meedoen aan de regiotrainingen die door de atletiekbond werden georganiseerd en die werden in Rotterdam gehouden. Daar reed papa me dan naartoe. Als meisje van achttien heb ik in 2012 Miranda Boonstra gevolgd tijdens de Rotterdam Marathon. Van ons huis in Rijswijk ben ik die dag op de fiets naar Rotterdam gegaan om haar te volgen. Daar aangekomen mocht ik meefietsen met Tonnie Dirks, de coach van Miranda. Ik vond het zo tof om haar volledig geconcentreerd te zien lopen achter haar gangmakers aan. Verschrikkelijk jammer dat ze op slechts acht tellen de olympische limiet miste, maar de blik achter de schermen maakte op mij grote indruk. Eigenlijk was dat het moment dat ik dacht: de marathon is wel heel gaaf. Mijn vader en moeder waren erg sportief. Naast roeien was mijn vader van het hardlopen. Mama deed dat ook, liep elk jaar de City Pier City Loop in Den Haag. Mijn zusje Femke wilde nadat ze mijn moeder die wedstrijd had zien lopen op atletiek en ik besloot met haar mee te gaan. Ik had gezwommen en geschaatst en mama vond hockey wel wat voor mij, maar het werd atletiek. Bij AV’40 in Delft trok ik meteen naar het hardlopen, zag mensen vaak kijken naar mij met het idee van: waarom doet zij aan het einde van de training nog zo haar best op de 800 meter? Ik vond het een uitdaging om te kijken of ik dan de jongens bij kon houden. Het was een leuke club, maar de meeste leden redeneerden dat het ook vooral ‘gezellig moest blijven’. Omdat ik daar iets te fanatiek voor was, stapte ik over naar een andere vereniging met een heel leuk hardloopteam en een heel bevlogen trainer, Arthur van Dijk. Daar dacht ik: gelukkig, er zijn er meer die net zo gek zijn van hardlopen als ik. In 2012 kreeg ik een scholarship van de Universiteit van Portland, ging in Amerika mijn studie combineren met hardlopen. De echte toppers konden na de middelbare school prof worden, dat zat er voor mij niet in. Ik kwalificeerde me voor enkele grote toernooien op de 3000 en 5000 meter, zoals de Europese Jeugdkampioenschappen, maar liep daarin vaak achterin mee. Toen de kans om naar Amerika te gaan zich voordeed, dacht ik: ik heb zoveel tijd in het hardlopen geïnvesteerd, dit avontuur wil ik aangaan. Ik trainde ’s ochtends en ’s middags met het team en kon tussendoor studeren. Geweldig. Ik heb mijn tijd in Portland zo lang mogelijk gerekt, heb eerst Sociologie en daarna Psychologie gestudeerd, waardoor ik er vijf jaar kon blijven. In 2017 keerde ik terug naar Nederland, ging bij Honoré Hoedt trainen en volgde de opleiding Sustainable Development in Utrecht. Het hardlopen ging goed, totdat ik begin 2018 een achillespeesblessure kreeg die maar op bleef spelen. Mijn toptijd op de 5000 meter was 16 minuten en 6 seconden en ineens moest ik tevreden zijn met tijden die een halve minuut langzamer waren. Daardoor werd het lastig om mezelf te blijven motiveren er vol voor te gaan, en bijvoorbeeld ook ’s avonds in de regen en kou nog de deur uit te gaan om te trainen. Mijn carrière als atlete zegde ik in mijn hoofd vaarwel, ik besloot in 2020 fulltime te gaan werken bij de gemeente Arnhem. Ik maakte me altijd al zorgen om de opwarming van de aarde en wat dat betekent voor mens en dier. In mijn werk hou ik me daar op lokaal niveau mee bezig. Ik mag in Arnhem buurtinitiatieven helpen werkelijkheid te worden, vooral op het gebied van klimaatadaptatie. Ik help versteende pleinen te vergroenen, zodat daar minder hittestress en wateroverlast is. Ik maak me hard voor meer bomen in de stad. Heel leuk om daaraan te mogen werken. Ik bleef naast mijn werk nog wel voor de lol hardlopen. Het leek me een leuke uitdaging om een keer een marathon te lopen, want dat had ik nog nooit gedaan. En dan natuurlijk het liefst die van Rotterdam. Ik liep bij mijn marathondebuut, in april 2022, een tijd van 2.36.34. Voor zo’n tijd koop je nog niks, maar de manier waarop ik die liep, gaf veel vertrouwen. Ik had vooraf tegen mijn coach John Jansen gezegd: ik wil er vooral plezier in hebben, me niet over de kop trainen en niet geblesseerd raken. Ik trainde toen iets van 130 kilometer in de week. Vooral in de namiddag, want ik werkte ook gewoon 36 uur in de week. Ik ging weg op een tijd van 2 uur en 38 minuten en het tempo dat ik liep, voelde voor mij – dat klinkt gek – echt als joggen. Na dertig kilometer voelde ik me nog net zo chill als na drie kilometer. Veel mensen hadden me van tevoren gewaarschuwd dat het na 35 kilometer pas echt zwaar zou worden. Ik dacht: jongens, het zal wel, maar ik ga nu echt versnellen. Ik pakte in de resterende twaalf kilometer nog anderhalve minuut op het tijdschema waarop ik van start ging. Ik verraste zelfs mijn coach: John dacht, net als veel anderen, dat ik waarschijnlijk niet zo’n goede marathonloper zou zijn. Na afloop wisten we: hier kunnen we wat mee, er is nog zoveel ruimte voor verbetering. Ik heb er nog nooit zo naar gekeken, maar achteraf kun je stellen dat die achillespeesblessure een geluk bij een ongeluk was. Anders had ik misschien nooit de switch naar de halve marathon en marathon gemaakt. Door het lot heb ik gevonden waar ik echt goed in ben. Daarna ging ik toewerken naar de Rotterdam Marathon van 2023. We hadden ingezet op 2 uur en 32 minuten. Net als bij mijn eerste marathon was David Hemstede mijn tempomaker en opnieuw liep ik een negative split, wat betekent dat ik het tweede deel van de marathon harder liep dan het eerste. Ik had opnieuw over op het einde, heb echt gesprint tot de streep. Ik liep halverwege al weg uit de groep mannen met wie ik tot dan toe had gelopen. Het was toen al lang en breed duidelijk dat ik Nederlands kampioen marathon zou worden, maar je moet altijd in je achterhoofd houden dat elke marathon de laatste kan zijn, omdat het veel van het lichaam eist. Dus elke kans om sneller te lopen dan je ooit hebt gedaan, moet je aangrijpen. Ik liep 2 uur 30 minuten en 59 seconden, kon vol trots zeggen dat ik een 2.30-loper was. De Rotterdam Marathon van 2023 was als een sprookje; ik won mijn eerste Nederlandse titel, liep een dik pr en mijn zieke papa was er gewoon bij. Hij hoefde niet zoveel te zeggen tijdens het meefietsen, zag aan mijn manier van lopen dat het goed ging. Het is voor een marathonloper vooral zaak om heel lang rustig te blijven: gedoseerd lopen en niet met krachten te smijten. Het was in tegenstelling tot de wedstrijd op de baan in het verleden niet nodig om me uitgebreid aan te moedigen. Papa zag dat het goed ging, zei af en toe wat en dan stak ik mijn duim op. Het was altijd heel fijn om hem bij me te hebben. Hij wist me tot rust te brengen, was altijd heel geduldig. Ik hoefde voor de start van mijn marathons, als ik op was van de zenuwen, maar naar hem te kijken en ik bedaarde al. Papa was echt een rots in de branding. Hij en mama waren nooit pusherig. Mama zei vaak alleen: ‘Als je er maar lol in hebt.’ Papa wist wat meer van sport omdat hij fanatiek had geroeid. Hij had ook dat competitieve in zich. Van ons drie, mijn zusje Femke, broertje Tom en ik, lijk ik het meest op papa. De gedrevenheid, alles uit jezelf willen halen; dat hadden we gemeen. En we waren bijvoorbeeld ook allebei niet goed in small talk op feestjes. Bij mensen die ik ken, voel ik me op mijn gemak, maar als ik bij wijze van spreken over het weer moet gaan praten om het ijs te breken, dan kost me dat alleen maar energie. Papa bleef liever thuis als hij ergens heen moest waar hij de mensen niet kende. Mama trok hem dan wel mee, hoor. Zij, Tom en Femke zijn veel socialer. Van mijn vader heb ik ook dat rationele. Ik droomde nooit van de Olympische Spelen toen ik op de baan liep. Simpelweg omdat deelname, met de tijden die ik liep, niet reëel was. Toen ik in Rotterdam ineens Nederlands kampioen op de marathon werd, kwam er veel op me af. Papa vond het zo mooi om te zien. We wisten toen al dat hij ziek was en dat had ik voor de marathon ook verteld in een interview met De Gelderlander. Ik ben altijd heel open, dus ook daarover. Rond de kerstdagen zaten wij als gezin altijd in een huisje ergens in Nederland. Ik kwam eind 2022 vrolijk aan met mijn vriend Nick. Bij het eten zei papa: ‘Ga maar even zitten, want ik heb niet zulk leuk nieuws.’ Hij had al gezien dat er iets mis was rond de alvleesklier. De dag na kerst moesten we naar het ziekenhuis in Delft en daar hoorden we dat hij een tumor had en dat die zeer waarschijnlijk kwaadaardig was. Op de terugweg naar het vakantiehuisje in Drenthe zaten we allemaal te huilen. Al snel werd het vermoeden bevestigd en begon de ellende. We wisten meteen dat de diagnose alvleesklierkanker een heel slechte was. Papa was 59 toen hij het hoorde en hij was de gezondste 59-jarige die je je maar kon voorstellen. Hij had nooit gerookt, zelden gedronken, nooit overgewicht en veel gesport. Dan hoop je: misschien zit hij wel bij die vijf procent die na vijf jaar nog leeft. Helaas. Er vielen ook wat dingen op hun plaats. In de zomervakantie van 2022 had hij ineens heel weinig lucht, hij kwam tijdens het bergwandelen amper omhoog. Hij ging naar de dokter en bleek een longembolie te hebben. Er is toen niet verder gekeken. Daarna bleef hij klachten houden, maar dacht: dat is nog van die longembolie. Hij kon niet lekker liggen. Het bleef maar voortduren en toen is hij uiteindelijk weer naar de huisarts gegaan. Achteraf kun je redeneren dat die longembolie een gevolg was van de tumor die er toen al zat. Ik ben blijven hardlopen toen mijn vader ziek was. Of het mijn uitlaatklep was, weet ik niet... Het gaf me in elk geval houvast en een ritme. En ik kon goed over m’n vader praten met mijn hardloopmaatjes. Ik wist ook dat ik mijn vader er blij mee maakte als ik bleef lopen. Papa vond het altijd geweldig als hij mee kon naar een wedstrijd van me. Hij zocht veel afleiding tijdens zijn ziekte, zat liever niet thuis niks te doen want dan voelde hij zich het ziekst. Als hij lekker naar me kon kijken, dan maakten papa en mama er meteen een leuk weekendje van. Ze hebben er samen echt nog alles uitgehaald in die laatste maanden. Ik werkte toe naar de Amsterdam Marathon op 23 oktober, vond het heel mooi en leuk om daar met papa naartoe te werken en die nog samen met hem te beleven. Papa en mama zaten in hetzelfde hotel als ik. Nienke Brinkman, die ook zou lopen, was geblesseerd geraakt, en toen werd ik naar voren geschoven. Moest in het Rijksmuseum op komen draven voor mijn eerste persconferentie ooit. En toen riep ik met mijn grote mond dat ik voor de olympische limiet ging. Ik had het een paar weken ervoor met mijn vader besproken, toen de trainingen zo lekker gingen. Ik vroeg aan papa: wat vind je, moet ik voor de olympische limiet gaan? Het gevaar van vertrekken op 2.26.50 is dat je helemaal kapotgaat na dertig kilometer en eindigt met niks. Maar ik dacht ook: als ik ooit naar de Spelen wil, dan moet het nu. Papa zei: ‘Je moet het zelf weten, maar als ik jou was, zou ik ervoor gaan.’ Toen hakte ik de knoop door, zei: ik ga voor die olympische limiet. Ik vond het zo spannend. Een paar weken voor de Amsterdam Marathon liep ik de halve marathon in Breda op marathontempo. Ik werd Nederlands kampioen in 1.13.22 en wist daardoor precies wat ik daarna nog een keer 21 kilometer lang moest doen om de olympische limiet te lopen. Maar ik werd verkouden vlak voor de marathon en kreeg last van mijn knie. De nacht voor de wedstrijd sliep ik slecht. Op de dag zelf had ik het hele schema om op de olympische limiet uit te komen op mijn hand geschreven. Maar het regende, dus die tijden kon ik al snel niet meer lezen. Ik had een heel goede haas, Niels Esmeijer, die ben ik blindelings gaan volgen. Tussen kilometers 20 en 25 was het heel zwaar, er kwam ineens een storm opzetten. Daarna was het oogkleppen op en in een soort waas doorlopen tot de streep. Heel anders dan bij de andere twee marathons, toen kreeg ik best veel mee van wat er langs de kant gebeurde. Niels zei steeds: ‘We zitten ongeveer tien seconden onder het schema dat leidt tot de olympische limiet.’ Verder communiceerden we heel weinig. Hij had het heel goed door als ik een beetje terugviel, dan zakte hij zonder iets te zeggen ook terug en voerde hij het tempo daarna langzaam weer wat op. In het Vondelpark, een paar kilometer voor het einde, vroeg ik aan Niels: zitten we er nog steeds onder? Volgens Niels was dat het geval. Toen kwam het besef dat het weleens zou kunnen lukken. Maar tegelijkertijd kreeg ik het heel erg zwaar. Ik voelde niet meer of ik nog op tempo aan het lopen was. Tien seconden is dan niks. Ik heb het gered, liep 2.26.36, veertien tellen onder de limiet, was Niels heel erg dankbaar. Papa wachtte me op bij de finish in het Olympisch Stadion. Dat papa nog meemaakte dat ik de limiet liep, maakte het extra mooi. Als je dan bedenkt dat er zoveel dingen misgingen in de voorbereiding en tijdens de marathon en dat ik toch de limiet liep... Je zou haast denken: het moest zo zijn. Het is een verhaal voor een film waarvan je, als je hem hebt gezien, denkt: dat kan in het echt toch nooit? Ik geloof niet in magie, maar zou er haast in gaan geloven. Niet lang daarna, op 4 november, was er weer een mooie dag. Nick en ik trouwden op een schitterende locatie: Kasteel Doorwerth. We leerden elkaar kennen in Amerika, waar hij vandaan komt. Nick zat in het hardloopteam bij de mannen op de Universiteit van Portland. In het tweede jaar dat ik daar zat, in 2013, begonnen we met daten. Toen ik terugging, zei hij: ‘Ik kom voor jou naar Nederland.’ We hadden eerst een jaar een langeafstandsrelatie, Nick werkte nog. In 2018 kwam hij naar Arnhem, had Scheikunde gestudeerd en wilde hier een master Computerscience halen. Hij heeft zijn bachelor hier gehaald en is toen naar Zweden gegaan om zijn master te halen. Sinds 2020 zijn we weer samen en intussen spreekt Nick heel behoorlijk Nederlands. Hij doet zoveel voor me. Nick fietst vaak met me mee als ik train, kookt elke avond voor me. Ik heb ook tegen hem gezegd: als jij wil dat ik na de Spelen stop, dan doe ik dat zonder gevoelens van wrok. Het is niet altijd leuk dat jouw vrouw dag in dag uit om tien uur ’s avonds in bed ligt. Alle weekenden gaan ook op aan het hardlopen. Nick is in aanloop naar een marathon mijn meefietsende coach, koolhydratendrank- en waterdrager. Ondertussen wordt hij ook nog uitgekafferd als hij bij de marathonblokken net te hard of te langzaam fietst. Toen mijn vader ziek werd, zei ik tegen Nick: trouwen is geen must, maar als mijn vader overleden is, wil ik het niet meer, dus als je nog wat wil... Ik vond de gedachte dat mijn vader er niet meer bij zou zijn te verdrietig, wilde ook heel graag dat hij mij weg zou geven bij het altaar. Nick begreep de boodschap. Hij is vorig jaar met zijn broer naar IJsland gegaan en heeft daar in het geheim een verlovingsring gekocht. Voor de eerste voorbereiding op de Marathon van Amsterdam zijn we vier weken naar Sankt Moritz geweest. We hadden afgesproken dat hij één dag helemaal in mocht richten zoals hij het wilde, ook al paste dat niet in mijn trainingsschema. Nick nam me mee voor een wandeling naar een gletsjer. Hij had halverwege een lunch geregeld en toen we ’s avonds op de gletsjer waren, heeft hij me ten huwelijk gevraagd. Daarna hadden we minder dan drie maanden de tijd om het huwelijk te regelen. Tegelijkertijd kon de trouwerij niet voor de marathon plaatsvinden en moest het gezien de toestand van mijn vader zo snel mogelijk erna. Na de Amsterdam Marathon ging mijn vader snel achteruit. De bruiloft was heel zwaar voor hem, hij was echt heel ziek. Papa heeft me nog kunnen begeleiden naar het altaar, nog een mooie speech gehouden en heeft de hele dag meegemaakt. Veel mensen vragen me of ik wel heb kunnen genieten van mijn trouwdag. Ik vond het juist heel mooi dat papa er nog bij was. En niet alleen daarbij. De laatste wedstrijd die hij heeft gezien, was mijn allerbeste wedstrijd ooit. Eigenlijk is het heel raar dat ik de laatste tien maanden van mijn vaders leven mijn beste waren op sportief gebied. Ik ben daarom vooral dankbaar dat hij bij zulke belangrijke momenten in mijn leven nog aanwezig is geweest. Op 6 november, twee dagen na ons huwelijk, ging mijn vader naar het ziekenhuis voor een gesprek over een experimentele behandeling. Bij alvleesklierkanker doe je dat eigenlijk vooral omdat je daarmee andere mensen helpt, niet omdat je er zelf nog wat aan hebt. Papa kon niet meer, zijn lichaam was op, hij zag af van die behandeling. De chemo’s hielpen niet meer, hij kon niet meer eten en drinken. Op die dag besloten wij als gezin dat het mooi was geweest. Hij was opgelucht toen hij voor euthanasie koos. Precies een week later is die uitgevoerd. Papa is slechts zestig jaar geworden. Mijn vader was vlak voordat hij overleed vooral heel erg nieuwsgierig naar alles wat er nog ging gebeuren als hij er niet meer zou zijn. Hij was er heel graag bij geweest in Parijs. Hij vond het ook heel spannend, dacht: gaat ze er straks wel echt heen? Ik heb wel de limiet gelopen, maar per land mogen er maximaal drie atleten uitkomen op de marathon. Sifan Hassan en ik zijn tot op heden de enige twee Nederlanders die de limiet hebben gelopen, maar tot en met 30 april kunnen er altijd nog atleten onder mijn tijd lopen. Ik sta aan de start in Parijs of ik zit daar op de camping met vrienden en familie, omdat zij die toch al hebben afgehuurd. Ook gezellig, maar ik ga er liever heen om hard te lopen. Het is dus nog even afwachten, maar ik heb heel goede hoop. Mijn moeder heeft het leven na het overlijden van mijn vader gelukkig goed opgepakt. Zoals ik net al zei: mama is van de twee de sociaalste. Toen ik vorig jaar vertelde dat de Rotterdam Marathon beladen was voor me, omdat mijn vader ziek was, kwam dat meteen in het nieuws. Iedereen wist ineens dat papa ziek was. Veel mensen hebben de moeite genomen om langs te komen of om hem en mama een hart onder de riem te steken. De mensen die met mama mee hebben geleefd toen mijn vader ziek was, zijn ook na het overlijden van papa heel erg lief voor haar. Als ik erbij ben op de Spelen, dan gaat mama op de fiets naar Parijs. Ze is al hard aan het trainen. Naar alle mensen die haar uitnodigen, gaat ze op de fiets. Er zijn al iets van vijf mensen die met haar mee gaan fietsen om mij in actie te zien in Parijs. Hardloopmaatjes en collega’s van kantoor hebben ook hun tickets al geboekt. Maar op 14 april eerst de Rotterdam Marathon. Vorig jaar reed papa dus met me mee en die taak moet de rest van de familie nu maar op zich nemen. Ik heb in de drie marathons die ik heb gelopen elke keer mijn pr verbeterd, hopelijk lukt dat opnieuw. Niels Esmeijer zal opnieuw mijn haas zijn, daar ben ik blij mee. Het is steeds lastiger om een goede haas te vinden. Dat is een stuk moeilijker als je weggaat op een tijd van 2 uur 26 dan op 2 uur 36. Niels had tot de Amsterdam Marathon een pr van 2 uur 28 en doordat wij samen de limiet liepen, heeft hij de smaak ook helemaal te pakken. We halen het beste in elkaar naar boven. Op 4 april, vlak voor de Rotterdam Marathon, word ik dertig. Als vrouw in de topsport beginnen de jaren dan wel te tellen. Nick en ik willen ook graag kinderen. Mijn moeder was dertig toen ze mij kreeg. En ik wil niet te oud moeder worden. Nick zei tegen me: ‘Je mag na de Spelen nog wel even doorgaan, hoor.’ Dat ga ik dan ook doen. Dit jaar loop ik de EK halve marathon als voorbereiding op de Spelen. Over twee jaar is de EK marathon. Ik mag op de Spelen niet verwachten dat ik even top- 20 loop, maar op de EK in 2026 kan dat wellicht wel. Misschien dat dat mijn grote afscheidsmarathon wordt. Ik ben heel dankbaar voor alles wat ik nu meemaak. Ik had nooit verwacht dat ik überhaupt dit niveau zou halen. Het voelt allemaal als een bonus.” Helden Magazine 71 Het interview met Anne Luijten is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie blikt zwemfenomeen Ian Thorpe terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Motorcross

Collin Veijer: Motormuis

Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.
Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.

Volleybal

Laura Dijkema & Nika Daalderop: ‘Globetrotters’

Ze zijn allebei lang en blond en reizen voor het volleybal al jarenlang de wereld rond. Daarnaast zijn ze al jaren vaste waarde van de Nederlandse volleybalvrouwen. Spelverdeelster Laura Dijkema (33) en passer/loper Nika Daalderop (24) willen samen naar de Spelen in Parijs, maar eerst het EK vanaf 15 augustus en reageren op onze zes stellingen. Het voelt soms alsof wij volleybalmoeder en -dochter zijn Laura: “Oh my God. Niet mee eens, hoor. Toch?” Nika: “Het voelt eerder als zussen.” Laura: “Ik zie jou soms inderdaad eerder als een nieuw, klein zusje. Nou ja, klein... Jij bent veel langer dan ik en ook heel volwassen voor je leeftijd.” Jullie schelen bijna negen jaar, wat herinneren jullie je nog van de eerste ontmoeting? Nika: “Voordat ik voor het eerst met het Nederlands team mee ging trainen, heb ik alle namen gegoogeld, zodat ik een beetje wist wie wie was. Jou kende ik al wel van naam, jij was een beetje het gezicht van het Nederlands team. Maar onze eerste ontmoeting... Weet jij die nog?” Laura knikt: “Onze fysiotherapeute had tegen mij al gezegd: ‘Bij Jong Oranje speelt een meisje dat heel veel potentie en talent heeft, maar het is nog de vraag of ze doorgaat met volleybal, want ze kan ook model worden.’ Toen kwam dat meisje uit Amsterdam binnen bij ons om mee te trainen... Ik vond jou meteen leuk, want je maakte meteen een praatje met me. De meeste jonge, nieuwe meiden zijn heel bleu en verlegen, maar jij had een beetje die Amsterdamse bravoure.” Nika: “Er waren wel meiden voor wie ik een beetje bang was, hoor. Ik ga geen namen noemen. En er waren er een paar bij wie ik me meteen goed voelde. Jij was ook iemand die meteen een praatje maakte met de jonge meiden.” Jullie zijn in 2018 en 2019 ook ploeggenoten geweest bij Firenze. Waarom klikt het zo goed tussen jullie? Laura: “Het eerste seizoen gingen we nog niet heel veel met elkaar om, maar in het tweede wel. Iedere vrije avond gingen we samen The Voice of Holland kijken op de bank. Toen merkte ik ook dat we dezelfde interesses hebben. We houden allebei van die crime scene-achtige series.” Nika: “En we hebben dezelfde humor, zijn allebei gek van Amsterdam.” En gingen jullie ook samen shoppen of af en toe op stap? Laura: “We waren meer van het bankhangen met een groentesoepje erbij. Of we aten samen wraps. Want we zijn ook taste sisters, vinden dezelfde dingen lekker en lusten dezelfde dingen niet.” Nika: “We houden allebei niet van vis.” Beschrijf jij Laura eens, Nika? Nika: “Lau is heel positief, zorgzaam en grappig. Ze staat altijd voor iedereen klaar. En ze is een doorzetter. Lau is ook altijd in voor iets leuks. En ze is heel ondernemend, dat zie je ook aan haar kledinglijn die ze is begonnen. Gewoon een heel leuk mens.” Laura: “Ik word hier wel een beetje ongemakkelijk van, hoor.” Beschrijf jij Nika eens? Laura: “Nika kijkt altijd eerst een beetje de kat uit de boom. Maar als je haar beter leert kennen, is ze zo grappig en lief. Jij bent ook zorgzaam en soms een beetje rebels.” Jullie zien elkaar nu alleen bij het Nederlands team. Appen en bellen jullie elkaar vaak? Nika: “We hebben bijna elke dag wel contact.” Laura: “Als we twee dagen geen contact hebben, maak ik me meteen zorgen.” Nika: “We appen elkaar over de dagelijkse dingen. Een beetje ventileren wat we meemaken. Als ik op volleybalgebied ergens mee zit, dan app of bel ik Lau, want bij haar kan ik echt alles kwijt. Ook de leuke dingen, hoor.” Laura, hoe kijk jij naar de meiden die de laatste tijd zijn doorgebroken bij het Nederlands team? Laura: “Geweldig om te zien. Er zit zoveel potentie in de spelersgroep. Ik heb alleen het gevoel dat de afgelopen jaren er niet echt uit is gehaald wat erin zit. Nu, met de nieuwe bondscoach Felix Koslowski, verandert dat. Hij heeft gekozen voor een andere manier van trainen en spelen. Veel speelsters komen veel beter tot hun recht. Ik zie het voor de toekomst zonnig in. Misschien komen de Spelen in Parijs nog iets te vroeg, maar daarna gaan we veel van dit Nederlands team horen.” Hoe zou jij de nieuwe generatie omschrijven? Laura: “Onze generatie overkwam alles een beetje. Als ik kijk naar de speelsters die er de laatste tijd bij zijn gekomen: veel van hen hebben lang in het talententeam op Papendal gespeeld, zij zijn best verwend geweest, alles werd voor hen geregeld. Dat is goed voor hen geweest, maar het is belangrijk dat die speelsters nu allemaal de stap naar het buitenland hebben gemaakt en vlieguren maken. In het buitenland word je volwassen, als mens en speelster. Op dat laatste vlak kan de huidige selectie nog stappen maken.” Merk jij dat Laura met haar 33 jaar een beetje de wijze vrouw van de nationale ploeg is? Nika, lachend: “Ze is niet de wijsneus, maar de wijsvrouw. Lau heeft zoveel ervaring, zoveel meegemaakt. En ze kan alles ook nog eens heel goed overbrengen op de jonge meiden. Zij is een leider, in het veld trekt zij echt de kar.” Hoe beleefde jij trouwens de Spelen in Rio, waarop Nederland vierde werd? Je had al je debuut gemaakt in Oranje, maar bondscoach Giovanni Guidetti nam je destijds niet mee. Nika: “Er was nog niet echt een kans dat ik mee zou gaan, hoor...” Laura, lachend: “Hoe oud was je toen? Twaalf?” Nika, lachend: “Achttien. Ik had net een paar keer meegetraind en was toen ook nog aan het beachvolleyballen.” Laura, jij maakt al twee jaar de podcast Over de top met collega-volleybalsters Robin de Kruijf, Myrthe Schoot en Maret Grothues. Zij zwaaiden allemaal af bij Oranje. Mis je hen om je heen? Laura: “Natuurlijk. Met Maret heb ik zeven jaar een kamer gedeeld tijdens toernooien. Ik zag haar meer dan mijn familie. Robin, Myrthe en Maret waren ook allemaal persoonlijkheden waar een team veel aan heeft. Zij gingen altijd voorop in de strijd. Jongen meiden kunnen veel van zulke speelsters leren.” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Laura Dijkema en Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Ze zijn allebei lang en blond en reizen voor het volleybal al jarenlang de wereld rond. Daarnaast zijn ze al jaren vaste waarde van de Nederlandse volleybalvrouwen. Spelverdeelster Laura Dijkema (33) en passer/loper Nika Daalderop (24) willen samen naar de Spelen in Parijs, maar eerst het EK vanaf 15 augustus en reageren op onze zes stellingen. Het voelt soms alsof wij volleybalmoeder en -dochter zijn Laura: “Oh my God. Niet mee eens, hoor. Toch?” Nika: “Het voelt eerder als zussen.” Laura: “Ik zie jou soms inderdaad eerder als een nieuw, klein zusje. Nou ja, klein... Jij bent veel langer dan ik en ook heel volwassen voor je leeftijd.” Jullie schelen bijna negen jaar, wat herinneren jullie je nog van de eerste ontmoeting? Nika: “Voordat ik voor het eerst met het Nederlands team mee ging trainen, heb ik alle namen gegoogeld, zodat ik een beetje wist wie wie was. Jou kende ik al wel van naam, jij was een beetje het gezicht van het Nederlands team. Maar onze eerste ontmoeting... Weet jij die nog?” Laura knikt: “Onze fysiotherapeute had tegen mij al gezegd: ‘Bij Jong Oranje speelt een meisje dat heel veel potentie en talent heeft, maar het is nog de vraag of ze doorgaat met volleybal, want ze kan ook model worden.’ Toen kwam dat meisje uit Amsterdam binnen bij ons om mee te trainen... Ik vond jou meteen leuk, want je maakte meteen een praatje met me. De meeste jonge, nieuwe meiden zijn heel bleu en verlegen, maar jij had een beetje die Amsterdamse bravoure.” Nika: “Er waren wel meiden voor wie ik een beetje bang was, hoor. Ik ga geen namen noemen. En er waren er een paar bij wie ik me meteen goed voelde. Jij was ook iemand die meteen een praatje maakte met de jonge meiden.” Jullie zijn in 2018 en 2019 ook ploeggenoten geweest bij Firenze. Waarom klikt het zo goed tussen jullie? Laura: “Het eerste seizoen gingen we nog niet heel veel met elkaar om, maar in het tweede wel. Iedere vrije avond gingen we samen The Voice of Holland kijken op de bank. Toen merkte ik ook dat we dezelfde interesses hebben. We houden allebei van die crime scene-achtige series.” Nika: “En we hebben dezelfde humor, zijn allebei gek van Amsterdam.” En gingen jullie ook samen shoppen of af en toe op stap? Laura: “We waren meer van het bankhangen met een groentesoepje erbij. Of we aten samen wraps. Want we zijn ook taste sisters, vinden dezelfde dingen lekker en lusten dezelfde dingen niet.” Nika: “We houden allebei niet van vis.” Beschrijf jij Laura eens, Nika? Nika: “Lau is heel positief, zorgzaam en grappig. Ze staat altijd voor iedereen klaar. En ze is een doorzetter. Lau is ook altijd in voor iets leuks. En ze is heel ondernemend, dat zie je ook aan haar kledinglijn die ze is begonnen. Gewoon een heel leuk mens.” Laura: “Ik word hier wel een beetje ongemakkelijk van, hoor.” Beschrijf jij Nika eens? Laura: “Nika kijkt altijd eerst een beetje de kat uit de boom. Maar als je haar beter leert kennen, is ze zo grappig en lief. Jij bent ook zorgzaam en soms een beetje rebels.” Jullie zien elkaar nu alleen bij het Nederlands team. Appen en bellen jullie elkaar vaak? Nika: “We hebben bijna elke dag wel contact.” Laura: “Als we twee dagen geen contact hebben, maak ik me meteen zorgen.” Nika: “We appen elkaar over de dagelijkse dingen. Een beetje ventileren wat we meemaken. Als ik op volleybalgebied ergens mee zit, dan app of bel ik Lau, want bij haar kan ik echt alles kwijt. Ook de leuke dingen, hoor.” Laura, hoe kijk jij naar de meiden die de laatste tijd zijn doorgebroken bij het Nederlands team? Laura: “Geweldig om te zien. Er zit zoveel potentie in de spelersgroep. Ik heb alleen het gevoel dat de afgelopen jaren er niet echt uit is gehaald wat erin zit. Nu, met de nieuwe bondscoach Felix Koslowski, verandert dat. Hij heeft gekozen voor een andere manier van trainen en spelen. Veel speelsters komen veel beter tot hun recht. Ik zie het voor de toekomst zonnig in. Misschien komen de Spelen in Parijs nog iets te vroeg, maar daarna gaan we veel van dit Nederlands team horen.” Hoe zou jij de nieuwe generatie omschrijven? Laura: “Onze generatie overkwam alles een beetje. Als ik kijk naar de speelsters die er de laatste tijd bij zijn gekomen: veel van hen hebben lang in het talententeam op Papendal gespeeld, zij zijn best verwend geweest, alles werd voor hen geregeld. Dat is goed voor hen geweest, maar het is belangrijk dat die speelsters nu allemaal de stap naar het buitenland hebben gemaakt en vlieguren maken. In het buitenland word je volwassen, als mens en speelster. Op dat laatste vlak kan de huidige selectie nog stappen maken.” Merk jij dat Laura met haar 33 jaar een beetje de wijze vrouw van de nationale ploeg is? Nika, lachend: “Ze is niet de wijsneus, maar de wijsvrouw. Lau heeft zoveel ervaring, zoveel meegemaakt. En ze kan alles ook nog eens heel goed overbrengen op de jonge meiden. Zij is een leider, in het veld trekt zij echt de kar.” Hoe beleefde jij trouwens de Spelen in Rio, waarop Nederland vierde werd? Je had al je debuut gemaakt in Oranje, maar bondscoach Giovanni Guidetti nam je destijds niet mee. Nika: “Er was nog niet echt een kans dat ik mee zou gaan, hoor...” Laura, lachend: “Hoe oud was je toen? Twaalf?” Nika, lachend: “Achttien. Ik had net een paar keer meegetraind en was toen ook nog aan het beachvolleyballen.” Laura, jij maakt al twee jaar de podcast Over de top met collega-volleybalsters Robin de Kruijf, Myrthe Schoot en Maret Grothues. Zij zwaaiden allemaal af bij Oranje. Mis je hen om je heen? Laura: “Natuurlijk. Met Maret heb ik zeven jaar een kamer gedeeld tijdens toernooien. Ik zag haar meer dan mijn familie. Robin, Myrthe en Maret waren ook allemaal persoonlijkheden waar een team veel aan heeft. Zij gingen altijd voorop in de strijd. Jongen meiden kunnen veel van zulke speelsters leren.” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Laura Dijkema en Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Marathon

Nienke Brinkman: Buitenaards

Nienke Brinkman wilde als hockeyster de top halen, maar dat zat er niet in. Een paar jaar terug ging ze voor haar studie geofysica naar Zwitserland, waar ze de trillingen op planeet Mars onderzocht. In haar vrije tijd ging ze hardlopen en al snel was er een nieuwe ster geboren. Het Nederlands record marathon heeft ze al in bezit. Waar eindigt dit? In aanloop naar de Boston Marathon, waaraan ze op 17 april meedoet, spraken we de 29-jarige hardloopster die gaat als een komeet. “Ik weet ook niet waar het eindigt,” zegt Nienke Brinkman bijna verontschuldigend. De 29-jarige marathonloopster is begonnen aan een ontdekkingsreis waarvan ze zelf de eindbestemming niet weet, geeft ze aan. Bijna dagelijks verbaast ze zich. “Ik word wakker met een glimlach, denk vaak: wat een tof leven heb ik. Ik hoef alleen maar lekker te hardlopen, verder niks. Wat een luxe is dat. Het is net of ik in een droom leef. Het is toch heel gek om te zeggen dat hardlopen mijn baan is? Ik kan er maar niet aan wennen. Zo gaaf wat ik allemaal meemaak.” Hockey & Mars Nienke is een hardloopsensatie, maar lange tijd draaide veel om hockey in huize Brinkman in Leiderdorp. Haar ouders, oudere zus Noor en jongere zus Sant hockeyden ook. Nienke hoopte als hockeyster de top te halen, net als neef Jasper Brinkman, die uitkomt voor landskampioen Bloemendaal en het Nederlands team. “Jasper was altijd al degene die de meeste kans had om de top te halen met hockey. Toen ik merkte dat dat er voor mij niet inzat, ben ik meer voor mijn studie gegaan. In 2018 ben ik aan mijn PhD begonnen.” Nienke volgde een opleiding geofysica, deed in Zürich onderzoek naar bodemtrillingen op de planeet Mars. “Op mijn zestiende hebben we vanwege het werk van mijn vader een jaar in Indonesië gewoond. Daar hebben ze veel actieve vulkanen, waaronder de beroemde Krakatau. Ik vond die vulkanen heel interessant, daarom ben ik geofysica gaan studeren. Voor mijn masterthesis ben ik onderzoek gaan doen naar bevingen op Mars. Het is seismologie, maar in plaats van onderzoek naar aardbevingen deden we onderzoek naar bevingen op Mars. Een Marslander stuurt continu data door naar de aarde en met behulp van die informatie onderzochten we wat er binnen in de planeet zit.” In haar vrije tijd heeft ze nog even gehockeyd in Zwitserland, maar dat team vond ze niet goed genoeg. Om stoom af te blazen ging Nienke fietsen, naar de gym en hardlopen. Ze sloot zich in 2019 aan bij een loopgroepje van de universiteit. “Het begon met een keertje in de week meedoen met de hardloopgroep. Doordat ik altijd al met sporten bezig ben geweest, heb ik onbewust een basis opgebouwd die me goed van pas kwam tijdens het hardlopen. Ik wist ook al dat ik een aardige loper was. Met hockey hadden we geregeld een piepjestest, die deed ik net zo goed als de mannen. Ik was als hockeyster een middenvelder die kon blijven gaan.” Bij het loopgroepje werd Benjamin Ueltschi haar trainer. Nienke vond hardlopen heerlijk, ook omdat ze snel progressie maakte. Ze zag dat Benjamin ook op andere dagen trainingen gaf, besloot daarom vaker haar neus op de atletiekbaan te laten zien. “Ons loopgroepje bestond vaak uit alleen mannen. Ze waren heel fanatiek en ik vond het leuk om hen uit te dagen. Toen ze zagen dat ik snel beter werd, werden ze nog fanatieker. Tijdens de pandemie ontstond het idee om mee te doen aan de marathon van Amsterdam.” Hardlopen groeide al snel uit tot een flink uit de hand gelopen hobby, erkent Nienke. “De rondjes die ik liep, werden steeds langer. En daardoor werd ik steeds vermoeider en was ik op mijn werk voor mijn gevoel toch iets minder efficiënt. Ik voelde me best een beetje schuldig tegenover mijn baas.” Begin 2020 kreeg Europa te maken met de coronapandemie. Voor Nienke, die in die periode veel thuiswerkte, werd hardlopen een nog grotere uitlaatklep. Omdat de marathon van Amsterdam, waar ze voor trainde, niet doorging, besloot ze met haar hardloopgroep maar zelf een marathon te organiseren. Haar doel: onder de drie uur lopen. “Ik klokte een tijd van 2 uur en 39 minuten... Ik was zo verbaasd, ging meteen kijken wat die tijd inhield en ontdekte dat mijn tijd goed genoeg was voor Amerikaanse atleten om mee te mogen doen aan de trials voor de Spelen. Toen ik dat zag, ben ik het nog serieuzer aan gaan pakken.” Sterker, ze had in haar hoofd een poging te wagen zich te kwalificeren voor de Spelen in Tokio. Ze wilde dat doen tijdens een marathon georganiseerd in Belp, vlakbij Bern. Door een ontsteking aan haar enkel moest ze afzeggen. “Ik baalde zo dat mijn coach zei: ‘Ga dan laten zien wat je kunt in Zermatt.’” De Zermatt-Marathon is niet zomaar een marathon. In de race over iets meer dan 42 kilometer worden ook nog eens 1800 hoogtemeters bedwongen. Een hoogte van bijna 2600 meter boven zeeniveau wordt bereikt. Vooral trailrunners doen mee aan de marathon rond de Zwitserse wintersportplaats. Trailrunning is off-road hardlopen door de vrije natuur en dus ook door de bergen. “Ik won in juli 2021 in Zermatt, terwijl niemand wist wie ik was. Ik haalde onderweg ook de organisator van de Sierre-Zinal in. Hij kwam na afloop meteen naar me toe en nodigde me uit om mee te doen aan zijn wedstrijd.” Sierre-Zinal is een wedstrijd van 31 kilometer die gaat over een parkoers dat wordt omringd door vijf Zwitserse bergen van meer dan 2200 meter hoogte. Het geldt als het summum op het gebied van trailrunning en de wedstrijd maakt deel uit van de Golden Trail Series, de wereldbekerwedstrijden trailrunning. Nienke finishte in augustus 2021 als tweede bij de vrouwen. “Ik kreeg meteen een sponsoraanbieding van Salomon. En ik kreeg de vraag of ik mee wilde doen aan de andere wedstrijden van de Golden Trail Series. Ik vond het een lastige keuze, wilde eigenlijk toewerken naar de marathon van Amsterdam, maar heb uiteindelijk besloten om de Golden Trail Series af te maken. Ik finishte uiteindelijk als tweede vrouw overall.” Nienke merkte in 2021 dat de combinatie sport en werken echt te veel werd. “Ik ben naar mijn baas gestapt en hij vroeg: ‘Wat wil je zelf?’ Ik stelde voor om veertig procent minder te werken, waardoor ik wat langer zou doen over mijn PhD. Daar stemde hij mee in. In plaats van drieënhalf jaar heb ik er vier jaar over gedaan om mijn PhD te halen.” Doctor of Science Nienke viel op door haar resultaten als trailrunner en kreeg steeds vaker de vraag wat ze zou kunnen laten zien in een normale marathon. “Daar was ik zelf ook steeds benieuwder naar, daarom heb ik me ingeschreven voor de marathon van Valencia. Mijn doel vooraf was om de marathon in 2 uur en 30 minuten te lopen. Ik had het idee dat ik goed genoeg was om de EK-limiet te lopen. Ik was er ook al mee bezig hoe mensen zouden reageren als ineens iemand van wie ze nog nooit hadden gehoord de limiet liep.” Op 5 december 2021 finishte ze haar eerste ‘echte’ marathon in 2.26.34; de derde tijd ooit door een Nederlandse atlete gelopen en goed voor een EK- en WK-limiet. “Na die marathon van Valencia was alles anders, het leek of ik een andere wereld binnenstapte.” Het verhaal van het meisje dat op haar 28ste ‘zomaar’ de EK-limiet liep, werd breed uitgemeten in de media. Er kwam heel veel op Nienke af. Anderhalf uur na de marathon hing Youri Verbaas, atletenmanager van Global Sports Communication, al aan de telefoon. “Hij vroeg of ik bij het NN Running Team wilde komen... Ik had pas mijn eerste echte marathon gelopen en werd al gevraagd om bij het team te komen waarvoor de allerbeste marathonlopers van de wereld uitkomen. Ik was beduusd, dacht aan een grap. Maar ik zei natuurlijk wel meteen ‘ja’. Al heel snel bleek dat het geen grap was.” Nienke heeft bij het NN Running Team onder anderen wereldrecordhouder Eliud Kipchoge, de beste marathonloper ooit uit Kenia, en Abdi Nageeye, namens Nederland winnaar van olympisch zilver in Tokio, als ploeggenoten. “Toch bizar?” Als lid van een professioneel marathonteam blijft ze zich stormachtig ontwikkelen. “Voordat ik bij het NN Running Team kwam, was ik altijd mijn geld aan het verdelen. Welk bedrag moest ik opzijleggen voor nieuwe schoenen? Ineens kreeg ik ze gratis en hoefde ik voor veel dingen niet meer te betalen. Alles was ineens geregeld, voor vragen kon ik bij iedereen terecht. Ze regelen trainingskampen, diëtisten, fysiotherapeuten, mediamomenten; alles. Ik vond het in het begin best ongemakkelijk dat alles voor me werd geregeld. Ik voelde me een verwend kind. Soms voelde ik me bezwaard, dacht ik: dat hoeft een ander toch niet voor me te doen, dat kan ik best zelf. Maar ik weet tegelijkertijd dat dit helpt om het maximale uit mezelf te halen.” In het shirt van het NN Running Team ging ze op 10 april 2022 van start in de marathon van Rotterdam. Omringd door twee hazen zwaaide ze onderweg naar familie en vrienden langs de kant. Ze keek ondertussen haar ogen uit. “Er waren zoveel dingen nieuw voor me. Weet je dat ik nooit heb geweten dat er tijdens de marathon van Rotterdam ook motoren rondrijden die je volgen? Wel leuk, hoor.” Toen het werk van de gangmakers er na 35 kilometer op zat, versnelde Nienke. Ze haalde twee vrouwen in en kwam als tweede over de streep op de Coolsingel in een tijd van 2.22.51. Alleen de Ethiopische Haven Hailu bleek sneller, het gat bedroeg vijftig tellen. 'Er waren zoveel dingen nieuw voor me. Weet je dat ik nooit heb geweten dat er tijdens de marathon van Rotterdam ook motoren rondrijden die je volgen?' Nienke verbeterde het negentien jaar oude nationaal record van Lornah Kiplagat met liefst 52 seconden en haar persoonlijk record met bijna vier minuten. “Die dag klopte alles. Ik had twee hazen en liep echt op hun hielen omdat ik wilde dat ze net iets sneller gingen. Tegelijkertijd dacht ik: als ik sneller wil, kan ik mijn energie ook sparen voor later in de marathon. Ik ben blij dat ik het zo heb aangepakt, was heel relaxed. Ik was zo blij dat ik nog kon versnellen, vond ik ook heel leuk om te doen. De laatste twee kilometer heb ik zo ongeveer gesprint. Kwam ook doordat ik echt werd gedragen door het publiek. Lastig te zeggen of ik nog harder kon.” Ze is even stil, zegt dan: “Misschien wel, ja.” De marathon van Rotterdam werd een Nederlands feestje, met Abdi Nageeye als winnaar bij de mannen en Nienke als nummer twee bij de vrouwen. De telefoon stond roodgloeiend na afloop, tv-programma’s waren geïnteresseerd in het ‘sprookje’ van Nienke. “Ik heb mijn baas in Zwitserland gebeld en gezegd dat het echt even geen zin had om te werken. Er kwam zoveel op me af. Hij begreep dat gelukkig. Ik kon een week vakantie opnemen waarin ik ook media-optredens kon doen.” Ze kan zich wel voorstellen dat media haar verhaal bijzonder vinden. “Maar soms wordt er gedaan alsof ik nog maar twee jaar aan het hardlopen ben. Dat is gewoon niet waar. Ik sport al mijn hele leven. Ik probeer dat altijd te zeggen, maar die opmerking wordt toch altijd een beetje genegeerd. Dat past niet in het plaatje, denk ik. Het is echt niet zo dat ik mijn hele leven op de bank heb gelegen en ineens dacht: goh, ik ga eens een stukje hardlopen.” Als toetje liep Nienke anderhalve maand na Rotterdam de Zegama-Aizkorri, een marathon door de bergen in Baskenland. Ze won de 42 kilometer en 195 meter met 2700 hoogtemeters in 4.16.43, een verbetering van het parkoersrecord met twintig minuten. Geregeld krijgt ze de vraag of een gewone marathon voor haar een ‘makkie’ is, omdat ze ook aan trailrunning doet. “Nee, een gewone marathon loop ik niet met twee vingers in mijn neus, hoor. Trailrunning doe je niet op één snelheid doordat de ondergrond vaak niet vlak is. In periodes dat ik veel aan trailrunning doe, verlies ik wat van mijn snelheid. Tegelijkertijd word ik er wel weer heel sterk van. Het helpt me dus zeker. En andersom ook. Als ik veel op de weg heb gelopen, is mijn basissnelheid hoog. Die snelheid kan ik dan weer meenemen als ik aan trailrunning doe.” Na de overwinning in Baskenland ging de focus op haar werk en het binnenhalen van haar PhD. Ze liet daarom afgelopen juli het WK in Eugene schieten. Bij de EK atletiek in München, in augustus, ging ze wel van start. Opnieuw schreef ze historie. Haar bronzen plak betekende de eerste EK-medaille op de marathon voor een Nederlandse vrouw. De periode dat ze haar tijd moest verdelen tussen hardlopen en werken, is nu voorbij. Nienke behaalde haar PhD, gaat tegenwoordig door het leven als doctor of Science. “Ik heb echt geluk gehad met een baas die zo begripvol was. Hij stemde toe dat ik mee kon op trainingskamp. In periodes dat er geen wedstrijden waren, kon ik wat meer werken om het in te halen. Geen idee hoe het was gelopen als hij er anders in had gestaan.” Leergierig & nieuwsgierig Veel marathonlopers kiezen Kenia of Ethiopië als uitvalsbasis, Nienke niet. “Ik heb nu geen baan meer waarvoor ik in Zwitserland moet zijn. Toch wil ik mijn basis daar houden.” Never change a winning team. Benjamin Ueltschi blijft de trainer van Nienke. “Ben begeleidt me heel intensief, past alles aan op mijn wensen. Hij zoekt ook atleten aan wie ik me op kan trekken tijdens trainingen. Ik ben heel erg leergierig, ben iemand die altijd meer wil. Omdat ik dat leuk vind, niet omdat het moet van mezelf. Ik ben ook erg nieuwsgierig, stel heel veel vragen aan mijn coach. We zijn ook vaak aan het meten en ik pak altijd meteen de andere data erbij om te kunnen vergelijken. Voorheen kon ik balen als mijn waardes minder waren dan ervoor. Nu lukt het me beter om dat te accepteren. Ik kan niet altijd op het niveau zitten van vlak voor een marathon.” 'Het is echt niet zo dat ik mijn hele leven op de bank heb gelegen en ineens dacht: goh, ik ga eens een stukje hardlopen' Nienke is nu dus fulltime hardloopster. “Alle dingen die mij stress op zouden kunnen leveren, zijn weg. Ik heb geen baan meer. Nou ja, hardlopen is nu mijn werk... Ik ben heel flexibel, kan overal naartoe. Ik hoef niet meer te overleggen met mijn baas als ik ergens heen wil. We gaan bekijken wat voor effect het op mij heeft als ik me volledig op het hardlopen concentreer. Ik kan de tijd nemen om te herstellen van inspanningen. Voorheen had ik best vaak haast. Even snel eten, geen tijd om te rusten, meteen weer door met werken. En als over een tijdje blijkt dat ik me erg verveel, kan ik er altijd nog iets anders bij gaan doen. Ik wil het eerst even aankijken, kan er altijd nog een baan naast nemen.” Er is nog iets wat haar in Zürich houdt: de liefde. “Mijn vriend Lars en ik wonen samen, hij heeft een baan daar. Hij is Nederlander en is aan de universiteit gebonden. Ik heb hem daar ook ontmoet. Hij probeert zijn PhD in september 2023 af te ronden en kan daarna blijven voor een Postdoc. Lars vindt het heel leuk wat ik doe en is zelf ook begonnen met hardlopen. Hij is flexibel met zijn werk, kan vaak met me mee.” Boston & Parijs Ze heeft in korte tijd naam gemaakt. Tegenstanders houden rekening met haar. “Ik ben normaal iemand die in de schaduw bivakkeert. Ik vond het lekker dat niemand naar me keek, dan kon ik mijn eigen ding doen zonder dat iemand iets van me verwachtte. Nu moet ik er wel aan wennen dat ik bij het EK vooraan mocht starten en dat mijn naam om werd geroepen. Iedereen weet ineens wie ik ben. Best spannend.” De verwachtingen zullen voortaan ook anders zijn als ze aan de start verschijnt. “Die druk begin ik wel te voelen. Ik ben bezig om dat een plek te geven, omdat die druk me ook kan gaan belemmeren. Ik heb zelf nooit aan winnen gedacht als ik ergens aan de start stond. Laat staan dat andere mensen dat van me verwachtten. Ik moet uitschakelen wat mensen over me zeggen en van me denken.” In 2023 hoopt Nienke weer een sprongetje te maken. Op 17 april wacht weer een mooie uitdaging, op die dag zal ze meedoen aan de Boston Marathon, een van de zes World Marathon Majors. In de voorbereiding won ze de CPC Loop, de halve marathon liep ze in 1.07.44, drie minuten sneller dan haar oude toptijd. “Boston is de eerste major die ik ga lopen,” zegt ze stralend. “Het parkoers bij de Boston Marathon gaat op en af, dat vind ik geweldig met mijn achtergrond als trailrunner. De tijd die ik loop is niet zo belangrijk. Later in het jaar wil ik een marathon gaan lopen waarbij ik meer voor een snelle tijd ga. Ik ga nu vooral kijken hoe ik me verhoud tot alle toppers die daar van start gaan.” De Olympische Spelen in Parijs van volgend jaar zitten ook al in haar hoofd. Dit jaar wil ze de olympische limiet lopen, voor vrouwen gesteld op 2.26.50. “Parijs is het grote doel voor de komende periode. Hardlopen op de weg staat de komende tijd echt op één. Ik wil het wel blijven combineren met trailrunning, daar word ik ook weer beter van op de weg, maar ik mag niet te veel risico lopen. Onlangs gleed ik uit tijdens trailrunning en brak ik mijn pols. Na die val twijfelde ik even of ik daarmee door moest gaan. Ik heb besloten de meest technische races over te slaan. Races waarin flink geklommen wordt, vind ik het leukst en daarin maak ik minder kans op een val. Trailrunning is voor mij ook een fijne afwisseling, even het hoofd leegmaken.” 'De wens om naar de maan te gaan is niet weg. Het is me wel ontnomen en dat vind ik niet erg. Ik heb het prima naar mijn zin, hier op aarde' Vraag is natuurlijk hoeveel sneller ze nog kan dan haar persoonlijk record van 2.22.51. “Ik heb natuurlijk wel tijden in mijn hoofd die ik wil lopen,” zegt ze zonder die tijden te verklappen. “Bij de WK atletiek liepen de toppers 2 uur en 17 minuten, voor zo’n tijd ben ik denk ik nog niet klaar. Ik wil eigenlijk ook niet te veel bezig zijn met een bepaalde tijd halen. Ik ben nog niet zo lang bezig met hardlopen, mag geen stappen overslaan en moet vertrouwen op het proces. Natuurlijk denk ik ook dat ik nog stappen kan maken. Zeker nu ik geen andere baan meer heb, moet dat mogelijk kunnen zijn. Hoe gaat het als ik meer hersteltijd heb? Hoe gaat mijn lichaam daarop reageren? Ga ik sneller herstellen, waardoor ik harder kan trainen? Afwachten. Ik weet wel al dat ik het op een heel slimme manier wil doen, want ik wil dit nog lang blijven doen.” En als over een aantal jaren haar hardloopcarrière eindigt, dan heeft ze ook al ideeën wat ze wil doen. “Ik zou graag voor een sporthorlogemerk willen werken. Of voor de European Space Agency, ESA.” En als de kans zich voordoet om ooit naar Mars te kunnen? “Lastig,” lacht Nienke, “toen de ESA een tijdje terug een oproep deed om astronauten te werven voor reizen naar de maan, heb ik me opgegeven. Ik ben niet gekozen, tijdens de sollicitatieprocedure werd ik al snel afgewezen. Die astronautentraining leek me zo mooi. De wens om naar de maan te gaan is niet weg. Het is me wel ontnomen en dat vind ik verder ook niet erg. Ik heb het prima naar mijn zin, hier op aarde.” Helden Magazine 66 Het verhaal van Nienke Brinkman komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Nienke Brinkman wilde als hockeyster de top halen, maar dat zat er niet in. Een paar jaar terug ging ze voor haar studie geofysica naar Zwitserland, waar ze de trillingen op planeet Mars onderzocht. In haar vrije tijd ging ze hardlopen en al snel was er een nieuwe ster geboren. Het Nederlands record marathon heeft ze al in bezit. Waar eindigt dit? In aanloop naar de Boston Marathon, waaraan ze op 17 april meedoet, spraken we de 29-jarige hardloopster die gaat als een komeet. “Ik weet ook niet waar het eindigt,” zegt Nienke Brinkman bijna verontschuldigend. De 29-jarige marathonloopster is begonnen aan een ontdekkingsreis waarvan ze zelf de eindbestemming niet weet, geeft ze aan. Bijna dagelijks verbaast ze zich. “Ik word wakker met een glimlach, denk vaak: wat een tof leven heb ik. Ik hoef alleen maar lekker te hardlopen, verder niks. Wat een luxe is dat. Het is net of ik in een droom leef. Het is toch heel gek om te zeggen dat hardlopen mijn baan is? Ik kan er maar niet aan wennen. Zo gaaf wat ik allemaal meemaak.” Hockey & Mars Nienke is een hardloopsensatie, maar lange tijd draaide veel om hockey in huize Brinkman in Leiderdorp. Haar ouders, oudere zus Noor en jongere zus Sant hockeyden ook. Nienke hoopte als hockeyster de top te halen, net als neef Jasper Brinkman, die uitkomt voor landskampioen Bloemendaal en het Nederlands team. “Jasper was altijd al degene die de meeste kans had om de top te halen met hockey. Toen ik merkte dat dat er voor mij niet inzat, ben ik meer voor mijn studie gegaan. In 2018 ben ik aan mijn PhD begonnen.” Nienke volgde een opleiding geofysica, deed in Zürich onderzoek naar bodemtrillingen op de planeet Mars. “Op mijn zestiende hebben we vanwege het werk van mijn vader een jaar in Indonesië gewoond. Daar hebben ze veel actieve vulkanen, waaronder de beroemde Krakatau. Ik vond die vulkanen heel interessant, daarom ben ik geofysica gaan studeren. Voor mijn masterthesis ben ik onderzoek gaan doen naar bevingen op Mars. Het is seismologie, maar in plaats van onderzoek naar aardbevingen deden we onderzoek naar bevingen op Mars. Een Marslander stuurt continu data door naar de aarde en met behulp van die informatie onderzochten we wat er binnen in de planeet zit.” In haar vrije tijd heeft ze nog even gehockeyd in Zwitserland, maar dat team vond ze niet goed genoeg. Om stoom af te blazen ging Nienke fietsen, naar de gym en hardlopen. Ze sloot zich in 2019 aan bij een loopgroepje van de universiteit. “Het begon met een keertje in de week meedoen met de hardloopgroep. Doordat ik altijd al met sporten bezig ben geweest, heb ik onbewust een basis opgebouwd die me goed van pas kwam tijdens het hardlopen. Ik wist ook al dat ik een aardige loper was. Met hockey hadden we geregeld een piepjestest, die deed ik net zo goed als de mannen. Ik was als hockeyster een middenvelder die kon blijven gaan.” Bij het loopgroepje werd Benjamin Ueltschi haar trainer. Nienke vond hardlopen heerlijk, ook omdat ze snel progressie maakte. Ze zag dat Benjamin ook op andere dagen trainingen gaf, besloot daarom vaker haar neus op de atletiekbaan te laten zien. “Ons loopgroepje bestond vaak uit alleen mannen. Ze waren heel fanatiek en ik vond het leuk om hen uit te dagen. Toen ze zagen dat ik snel beter werd, werden ze nog fanatieker. Tijdens de pandemie ontstond het idee om mee te doen aan de marathon van Amsterdam.” Hardlopen groeide al snel uit tot een flink uit de hand gelopen hobby, erkent Nienke. “De rondjes die ik liep, werden steeds langer. En daardoor werd ik steeds vermoeider en was ik op mijn werk voor mijn gevoel toch iets minder efficiënt. Ik voelde me best een beetje schuldig tegenover mijn baas.” Begin 2020 kreeg Europa te maken met de coronapandemie. Voor Nienke, die in die periode veel thuiswerkte, werd hardlopen een nog grotere uitlaatklep. Omdat de marathon van Amsterdam, waar ze voor trainde, niet doorging, besloot ze met haar hardloopgroep maar zelf een marathon te organiseren. Haar doel: onder de drie uur lopen. “Ik klokte een tijd van 2 uur en 39 minuten... Ik was zo verbaasd, ging meteen kijken wat die tijd inhield en ontdekte dat mijn tijd goed genoeg was voor Amerikaanse atleten om mee te mogen doen aan de trials voor de Spelen. Toen ik dat zag, ben ik het nog serieuzer aan gaan pakken.” Sterker, ze had in haar hoofd een poging te wagen zich te kwalificeren voor de Spelen in Tokio. Ze wilde dat doen tijdens een marathon georganiseerd in Belp, vlakbij Bern. Door een ontsteking aan haar enkel moest ze afzeggen. “Ik baalde zo dat mijn coach zei: ‘Ga dan laten zien wat je kunt in Zermatt.’” De Zermatt-Marathon is niet zomaar een marathon. In de race over iets meer dan 42 kilometer worden ook nog eens 1800 hoogtemeters bedwongen. Een hoogte van bijna 2600 meter boven zeeniveau wordt bereikt. Vooral trailrunners doen mee aan de marathon rond de Zwitserse wintersportplaats. Trailrunning is off-road hardlopen door de vrije natuur en dus ook door de bergen. “Ik won in juli 2021 in Zermatt, terwijl niemand wist wie ik was. Ik haalde onderweg ook de organisator van de Sierre-Zinal in. Hij kwam na afloop meteen naar me toe en nodigde me uit om mee te doen aan zijn wedstrijd.” Sierre-Zinal is een wedstrijd van 31 kilometer die gaat over een parkoers dat wordt omringd door vijf Zwitserse bergen van meer dan 2200 meter hoogte. Het geldt als het summum op het gebied van trailrunning en de wedstrijd maakt deel uit van de Golden Trail Series, de wereldbekerwedstrijden trailrunning. Nienke finishte in augustus 2021 als tweede bij de vrouwen. “Ik kreeg meteen een sponsoraanbieding van Salomon. En ik kreeg de vraag of ik mee wilde doen aan de andere wedstrijden van de Golden Trail Series. Ik vond het een lastige keuze, wilde eigenlijk toewerken naar de marathon van Amsterdam, maar heb uiteindelijk besloten om de Golden Trail Series af te maken. Ik finishte uiteindelijk als tweede vrouw overall.” Nienke merkte in 2021 dat de combinatie sport en werken echt te veel werd. “Ik ben naar mijn baas gestapt en hij vroeg: ‘Wat wil je zelf?’ Ik stelde voor om veertig procent minder te werken, waardoor ik wat langer zou doen over mijn PhD. Daar stemde hij mee in. In plaats van drieënhalf jaar heb ik er vier jaar over gedaan om mijn PhD te halen.” Doctor of Science Nienke viel op door haar resultaten als trailrunner en kreeg steeds vaker de vraag wat ze zou kunnen laten zien in een normale marathon. “Daar was ik zelf ook steeds benieuwder naar, daarom heb ik me ingeschreven voor de marathon van Valencia. Mijn doel vooraf was om de marathon in 2 uur en 30 minuten te lopen. Ik had het idee dat ik goed genoeg was om de EK-limiet te lopen. Ik was er ook al mee bezig hoe mensen zouden reageren als ineens iemand van wie ze nog nooit hadden gehoord de limiet liep.” Op 5 december 2021 finishte ze haar eerste ‘echte’ marathon in 2.26.34; de derde tijd ooit door een Nederlandse atlete gelopen en goed voor een EK- en WK-limiet. “Na die marathon van Valencia was alles anders, het leek of ik een andere wereld binnenstapte.” Het verhaal van het meisje dat op haar 28ste ‘zomaar’ de EK-limiet liep, werd breed uitgemeten in de media. Er kwam heel veel op Nienke af. Anderhalf uur na de marathon hing Youri Verbaas, atletenmanager van Global Sports Communication, al aan de telefoon. “Hij vroeg of ik bij het NN Running Team wilde komen... Ik had pas mijn eerste echte marathon gelopen en werd al gevraagd om bij het team te komen waarvoor de allerbeste marathonlopers van de wereld uitkomen. Ik was beduusd, dacht aan een grap. Maar ik zei natuurlijk wel meteen ‘ja’. Al heel snel bleek dat het geen grap was.” Nienke heeft bij het NN Running Team onder anderen wereldrecordhouder Eliud Kipchoge, de beste marathonloper ooit uit Kenia, en Abdi Nageeye, namens Nederland winnaar van olympisch zilver in Tokio, als ploeggenoten. “Toch bizar?” Als lid van een professioneel marathonteam blijft ze zich stormachtig ontwikkelen. “Voordat ik bij het NN Running Team kwam, was ik altijd mijn geld aan het verdelen. Welk bedrag moest ik opzijleggen voor nieuwe schoenen? Ineens kreeg ik ze gratis en hoefde ik voor veel dingen niet meer te betalen. Alles was ineens geregeld, voor vragen kon ik bij iedereen terecht. Ze regelen trainingskampen, diëtisten, fysiotherapeuten, mediamomenten; alles. Ik vond het in het begin best ongemakkelijk dat alles voor me werd geregeld. Ik voelde me een verwend kind. Soms voelde ik me bezwaard, dacht ik: dat hoeft een ander toch niet voor me te doen, dat kan ik best zelf. Maar ik weet tegelijkertijd dat dit helpt om het maximale uit mezelf te halen.” In het shirt van het NN Running Team ging ze op 10 april 2022 van start in de marathon van Rotterdam. Omringd door twee hazen zwaaide ze onderweg naar familie en vrienden langs de kant. Ze keek ondertussen haar ogen uit. “Er waren zoveel dingen nieuw voor me. Weet je dat ik nooit heb geweten dat er tijdens de marathon van Rotterdam ook motoren rondrijden die je volgen? Wel leuk, hoor.” Toen het werk van de gangmakers er na 35 kilometer op zat, versnelde Nienke. Ze haalde twee vrouwen in en kwam als tweede over de streep op de Coolsingel in een tijd van 2.22.51. Alleen de Ethiopische Haven Hailu bleek sneller, het gat bedroeg vijftig tellen. 'Er waren zoveel dingen nieuw voor me. Weet je dat ik nooit heb geweten dat er tijdens de marathon van Rotterdam ook motoren rondrijden die je volgen?' Nienke verbeterde het negentien jaar oude nationaal record van Lornah Kiplagat met liefst 52 seconden en haar persoonlijk record met bijna vier minuten. “Die dag klopte alles. Ik had twee hazen en liep echt op hun hielen omdat ik wilde dat ze net iets sneller gingen. Tegelijkertijd dacht ik: als ik sneller wil, kan ik mijn energie ook sparen voor later in de marathon. Ik ben blij dat ik het zo heb aangepakt, was heel relaxed. Ik was zo blij dat ik nog kon versnellen, vond ik ook heel leuk om te doen. De laatste twee kilometer heb ik zo ongeveer gesprint. Kwam ook doordat ik echt werd gedragen door het publiek. Lastig te zeggen of ik nog harder kon.” Ze is even stil, zegt dan: “Misschien wel, ja.” De marathon van Rotterdam werd een Nederlands feestje, met Abdi Nageeye als winnaar bij de mannen en Nienke als nummer twee bij de vrouwen. De telefoon stond roodgloeiend na afloop, tv-programma’s waren geïnteresseerd in het ‘sprookje’ van Nienke. “Ik heb mijn baas in Zwitserland gebeld en gezegd dat het echt even geen zin had om te werken. Er kwam zoveel op me af. Hij begreep dat gelukkig. Ik kon een week vakantie opnemen waarin ik ook media-optredens kon doen.” Ze kan zich wel voorstellen dat media haar verhaal bijzonder vinden. “Maar soms wordt er gedaan alsof ik nog maar twee jaar aan het hardlopen ben. Dat is gewoon niet waar. Ik sport al mijn hele leven. Ik probeer dat altijd te zeggen, maar die opmerking wordt toch altijd een beetje genegeerd. Dat past niet in het plaatje, denk ik. Het is echt niet zo dat ik mijn hele leven op de bank heb gelegen en ineens dacht: goh, ik ga eens een stukje hardlopen.” Als toetje liep Nienke anderhalve maand na Rotterdam de Zegama-Aizkorri, een marathon door de bergen in Baskenland. Ze won de 42 kilometer en 195 meter met 2700 hoogtemeters in 4.16.43, een verbetering van het parkoersrecord met twintig minuten. Geregeld krijgt ze de vraag of een gewone marathon voor haar een ‘makkie’ is, omdat ze ook aan trailrunning doet. “Nee, een gewone marathon loop ik niet met twee vingers in mijn neus, hoor. Trailrunning doe je niet op één snelheid doordat de ondergrond vaak niet vlak is. In periodes dat ik veel aan trailrunning doe, verlies ik wat van mijn snelheid. Tegelijkertijd word ik er wel weer heel sterk van. Het helpt me dus zeker. En andersom ook. Als ik veel op de weg heb gelopen, is mijn basissnelheid hoog. Die snelheid kan ik dan weer meenemen als ik aan trailrunning doe.” Na de overwinning in Baskenland ging de focus op haar werk en het binnenhalen van haar PhD. Ze liet daarom afgelopen juli het WK in Eugene schieten. Bij de EK atletiek in München, in augustus, ging ze wel van start. Opnieuw schreef ze historie. Haar bronzen plak betekende de eerste EK-medaille op de marathon voor een Nederlandse vrouw. De periode dat ze haar tijd moest verdelen tussen hardlopen en werken, is nu voorbij. Nienke behaalde haar PhD, gaat tegenwoordig door het leven als doctor of Science. “Ik heb echt geluk gehad met een baas die zo begripvol was. Hij stemde toe dat ik mee kon op trainingskamp. In periodes dat er geen wedstrijden waren, kon ik wat meer werken om het in te halen. Geen idee hoe het was gelopen als hij er anders in had gestaan.” Leergierig & nieuwsgierig Veel marathonlopers kiezen Kenia of Ethiopië als uitvalsbasis, Nienke niet. “Ik heb nu geen baan meer waarvoor ik in Zwitserland moet zijn. Toch wil ik mijn basis daar houden.” Never change a winning team. Benjamin Ueltschi blijft de trainer van Nienke. “Ben begeleidt me heel intensief, past alles aan op mijn wensen. Hij zoekt ook atleten aan wie ik me op kan trekken tijdens trainingen. Ik ben heel erg leergierig, ben iemand die altijd meer wil. Omdat ik dat leuk vind, niet omdat het moet van mezelf. Ik ben ook erg nieuwsgierig, stel heel veel vragen aan mijn coach. We zijn ook vaak aan het meten en ik pak altijd meteen de andere data erbij om te kunnen vergelijken. Voorheen kon ik balen als mijn waardes minder waren dan ervoor. Nu lukt het me beter om dat te accepteren. Ik kan niet altijd op het niveau zitten van vlak voor een marathon.” 'Het is echt niet zo dat ik mijn hele leven op de bank heb gelegen en ineens dacht: goh, ik ga eens een stukje hardlopen' Nienke is nu dus fulltime hardloopster. “Alle dingen die mij stress op zouden kunnen leveren, zijn weg. Ik heb geen baan meer. Nou ja, hardlopen is nu mijn werk... Ik ben heel flexibel, kan overal naartoe. Ik hoef niet meer te overleggen met mijn baas als ik ergens heen wil. We gaan bekijken wat voor effect het op mij heeft als ik me volledig op het hardlopen concentreer. Ik kan de tijd nemen om te herstellen van inspanningen. Voorheen had ik best vaak haast. Even snel eten, geen tijd om te rusten, meteen weer door met werken. En als over een tijdje blijkt dat ik me erg verveel, kan ik er altijd nog iets anders bij gaan doen. Ik wil het eerst even aankijken, kan er altijd nog een baan naast nemen.” Er is nog iets wat haar in Zürich houdt: de liefde. “Mijn vriend Lars en ik wonen samen, hij heeft een baan daar. Hij is Nederlander en is aan de universiteit gebonden. Ik heb hem daar ook ontmoet. Hij probeert zijn PhD in september 2023 af te ronden en kan daarna blijven voor een Postdoc. Lars vindt het heel leuk wat ik doe en is zelf ook begonnen met hardlopen. Hij is flexibel met zijn werk, kan vaak met me mee.” Boston & Parijs Ze heeft in korte tijd naam gemaakt. Tegenstanders houden rekening met haar. “Ik ben normaal iemand die in de schaduw bivakkeert. Ik vond het lekker dat niemand naar me keek, dan kon ik mijn eigen ding doen zonder dat iemand iets van me verwachtte. Nu moet ik er wel aan wennen dat ik bij het EK vooraan mocht starten en dat mijn naam om werd geroepen. Iedereen weet ineens wie ik ben. Best spannend.” De verwachtingen zullen voortaan ook anders zijn als ze aan de start verschijnt. “Die druk begin ik wel te voelen. Ik ben bezig om dat een plek te geven, omdat die druk me ook kan gaan belemmeren. Ik heb zelf nooit aan winnen gedacht als ik ergens aan de start stond. Laat staan dat andere mensen dat van me verwachtten. Ik moet uitschakelen wat mensen over me zeggen en van me denken.” In 2023 hoopt Nienke weer een sprongetje te maken. Op 17 april wacht weer een mooie uitdaging, op die dag zal ze meedoen aan de Boston Marathon, een van de zes World Marathon Majors. In de voorbereiding won ze de CPC Loop, de halve marathon liep ze in 1.07.44, drie minuten sneller dan haar oude toptijd. “Boston is de eerste major die ik ga lopen,” zegt ze stralend. “Het parkoers bij de Boston Marathon gaat op en af, dat vind ik geweldig met mijn achtergrond als trailrunner. De tijd die ik loop is niet zo belangrijk. Later in het jaar wil ik een marathon gaan lopen waarbij ik meer voor een snelle tijd ga. Ik ga nu vooral kijken hoe ik me verhoud tot alle toppers die daar van start gaan.” De Olympische Spelen in Parijs van volgend jaar zitten ook al in haar hoofd. Dit jaar wil ze de olympische limiet lopen, voor vrouwen gesteld op 2.26.50. “Parijs is het grote doel voor de komende periode. Hardlopen op de weg staat de komende tijd echt op één. Ik wil het wel blijven combineren met trailrunning, daar word ik ook weer beter van op de weg, maar ik mag niet te veel risico lopen. Onlangs gleed ik uit tijdens trailrunning en brak ik mijn pols. Na die val twijfelde ik even of ik daarmee door moest gaan. Ik heb besloten de meest technische races over te slaan. Races waarin flink geklommen wordt, vind ik het leukst en daarin maak ik minder kans op een val. Trailrunning is voor mij ook een fijne afwisseling, even het hoofd leegmaken.” 'De wens om naar de maan te gaan is niet weg. Het is me wel ontnomen en dat vind ik niet erg. Ik heb het prima naar mijn zin, hier op aarde' Vraag is natuurlijk hoeveel sneller ze nog kan dan haar persoonlijk record van 2.22.51. “Ik heb natuurlijk wel tijden in mijn hoofd die ik wil lopen,” zegt ze zonder die tijden te verklappen. “Bij de WK atletiek liepen de toppers 2 uur en 17 minuten, voor zo’n tijd ben ik denk ik nog niet klaar. Ik wil eigenlijk ook niet te veel bezig zijn met een bepaalde tijd halen. Ik ben nog niet zo lang bezig met hardlopen, mag geen stappen overslaan en moet vertrouwen op het proces. Natuurlijk denk ik ook dat ik nog stappen kan maken. Zeker nu ik geen andere baan meer heb, moet dat mogelijk kunnen zijn. Hoe gaat het als ik meer hersteltijd heb? Hoe gaat mijn lichaam daarop reageren? Ga ik sneller herstellen, waardoor ik harder kan trainen? Afwachten. Ik weet wel al dat ik het op een heel slimme manier wil doen, want ik wil dit nog lang blijven doen.” En als over een aantal jaren haar hardloopcarrière eindigt, dan heeft ze ook al ideeën wat ze wil doen. “Ik zou graag voor een sporthorlogemerk willen werken. Of voor de European Space Agency, ESA.” En als de kans zich voordoet om ooit naar Mars te kunnen? “Lastig,” lacht Nienke, “toen de ESA een tijdje terug een oproep deed om astronauten te werven voor reizen naar de maan, heb ik me opgegeven. Ik ben niet gekozen, tijdens de sollicitatieprocedure werd ik al snel afgewezen. Die astronautentraining leek me zo mooi. De wens om naar de maan te gaan is niet weg. Het is me wel ontnomen en dat vind ik verder ook niet erg. Ik heb het prima naar mijn zin, hier op aarde.” Helden Magazine 66 Het verhaal van Nienke Brinkman komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Judo

Juul Franssen: ‘De onbevangenheid heb ik nu weer terug’

De drie bronzen medailles – WK 2018, 2019 en EK 2020 – hebben toch het gedroomde geluk niet gebracht; evenmin de olympische deelname van 2021. Als vijfjarige had Juul Franssen (33) kennisgemaakt met de judomat, een klein half jaar geleden nam ze afscheid. Strijdbaar vertelt ze 27 jaar na haar kennismaking met haar sport waarom ze weer dat ‘onbevangen meisje’ wilde worden en hoe ze daarin geslaagd is. “Judo was vanaf het begin één groot feest. Ook omdat ik mijn teveel aan energie – nu zou dat ADHD genoemd worden – er in kwijt kon. Mijn eerste échte hoogtepunt was het WK-goud voor teams in 2010, met een geweldige groep meiden onder leiding van Marjolein van Unen, Cor van der Geest en Chris de Korte. Ik was een jonge hond, onbevangen en won van iedereen. Ik kon mijn olympische droom achterna; tot de judobond eind 2016, na de Spelen van Rio, besloot te centraliseren en alle judoka’s fulltime op Papendal wilde hebben. Daar werd ‘maatwerk’ beloofd. Maar ik wilde niet fulltime op Papendal trainen, maar bij mijn team blijven. Ik was vanuit Reuver, het Limburgse dorp waar ik altijd gewoond had, naar Rotterdam gegaan om bij de club van Chris de Korte, ook de trainer van mijn olympische held Mark Huizinga, de best mogelijke judoka te worden. Daar zei ik in het begin iedereen op straat met m’n zachte g heel vriendelijk gedag; zoals in Reuver, waar iedereen iedereen kent. Maar in Rotterdam werd ik dan aangekeken met ‘wat moet je van me’- blikken. Dus heb ik me snel aangepast. Ik was op mijn plek bij m’n trainer Mark van der Ham en de mensen op de club en blij met m’n vorderingen. Dat ging ik niet op het spel zetten om fulltime naar Papendal te verhuizen en te gaan werken onder trainers zonder EK-, WK- en olympische ervaring. Door mijn weigering moest ik in gesprek met de toenmalig technisch directeur van de bond, Henry Bonnes. Die vertelde me dat ze, als ik bleef weigeren, m’n A-status van het NOC*NSF zouden afnemen waardoor ik ook m’n auto en m’n inkomen als topsporter kwijt zou raken. Allebei hebben we genotuleerd, maar er zat geen enkele overeenkomst in die notities. Ik stond met m’n rug tegen de muur, voelde me heel eenzaam en heb daarom de hulp ingeroepen van NL Sporter en hun jurist Hetteke Frima. We hebben de bond zelf voorstellen gedaan, waar ze het niet mee eens waren. Dagelijks had ik contact met Hetteke, die me samen met advocaat Wil van Megen dag en nacht heeft bijgestaan, en een hele goeie vriendin is geworden. In december, een maand na de Grand Slam in Abu Dhabi, werd ik weer uitgenodigd door de technisch directeur. 'Tja, Ik loop niet als een mak schaap mee, verzet me tegen machtsmisbruik. Omdat ik uit de selectie was gezet had ik ook geen andere keuze' Het ‘gesprek’ bleek een mededeling te zijn die per brief werd bevestigd: ik was uit de selectie gezet. Ik heb doorgetraind, maar ook nagedacht en met Hetteke overlegd over volgende stappen. Op 13 januari, een kleine maand later, hebben we er een persbericht uitgegooid: we spannen een kort geding aan tegen de judobond. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Juul Franssen komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview. Hij spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst. De eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet. En Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep. Werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot. Spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman. En staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
De drie bronzen medailles – WK 2018, 2019 en EK 2020 – hebben toch het gedroomde geluk niet gebracht; evenmin de olympische deelname van 2021. Als vijfjarige had Juul Franssen (33) kennisgemaakt met de judomat, een klein half jaar geleden nam ze afscheid. Strijdbaar vertelt ze 27 jaar na haar kennismaking met haar sport waarom ze weer dat ‘onbevangen meisje’ wilde worden en hoe ze daarin geslaagd is. “Judo was vanaf het begin één groot feest. Ook omdat ik mijn teveel aan energie – nu zou dat ADHD genoemd worden – er in kwijt kon. Mijn eerste échte hoogtepunt was het WK-goud voor teams in 2010, met een geweldige groep meiden onder leiding van Marjolein van Unen, Cor van der Geest en Chris de Korte. Ik was een jonge hond, onbevangen en won van iedereen. Ik kon mijn olympische droom achterna; tot de judobond eind 2016, na de Spelen van Rio, besloot te centraliseren en alle judoka’s fulltime op Papendal wilde hebben. Daar werd ‘maatwerk’ beloofd. Maar ik wilde niet fulltime op Papendal trainen, maar bij mijn team blijven. Ik was vanuit Reuver, het Limburgse dorp waar ik altijd gewoond had, naar Rotterdam gegaan om bij de club van Chris de Korte, ook de trainer van mijn olympische held Mark Huizinga, de best mogelijke judoka te worden. Daar zei ik in het begin iedereen op straat met m’n zachte g heel vriendelijk gedag; zoals in Reuver, waar iedereen iedereen kent. Maar in Rotterdam werd ik dan aangekeken met ‘wat moet je van me’- blikken. Dus heb ik me snel aangepast. Ik was op mijn plek bij m’n trainer Mark van der Ham en de mensen op de club en blij met m’n vorderingen. Dat ging ik niet op het spel zetten om fulltime naar Papendal te verhuizen en te gaan werken onder trainers zonder EK-, WK- en olympische ervaring. Door mijn weigering moest ik in gesprek met de toenmalig technisch directeur van de bond, Henry Bonnes. Die vertelde me dat ze, als ik bleef weigeren, m’n A-status van het NOC*NSF zouden afnemen waardoor ik ook m’n auto en m’n inkomen als topsporter kwijt zou raken. Allebei hebben we genotuleerd, maar er zat geen enkele overeenkomst in die notities. Ik stond met m’n rug tegen de muur, voelde me heel eenzaam en heb daarom de hulp ingeroepen van NL Sporter en hun jurist Hetteke Frima. We hebben de bond zelf voorstellen gedaan, waar ze het niet mee eens waren. Dagelijks had ik contact met Hetteke, die me samen met advocaat Wil van Megen dag en nacht heeft bijgestaan, en een hele goeie vriendin is geworden. In december, een maand na de Grand Slam in Abu Dhabi, werd ik weer uitgenodigd door de technisch directeur. 'Tja, Ik loop niet als een mak schaap mee, verzet me tegen machtsmisbruik. Omdat ik uit de selectie was gezet had ik ook geen andere keuze' Het ‘gesprek’ bleek een mededeling te zijn die per brief werd bevestigd: ik was uit de selectie gezet. Ik heb doorgetraind, maar ook nagedacht en met Hetteke overlegd over volgende stappen. Op 13 januari, een kleine maand later, hebben we er een persbericht uitgegooid: we spannen een kort geding aan tegen de judobond. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Juul Franssen komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview. Hij spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst. De eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet. En Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep. Werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot. Spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman. En staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Volleybal

Nika Daalderop: ‘Ik kan een stresskip zijn, hoor’

Nika Daalderop (23) is een van de nieuwe boegbeelden van het Nederlandse vrouwenvolleybal. Na de zomer gaat ze voor het Turkse VakifBank spelen, de beste club van Europa. Maar eerst speelt ze met het Nederlands team (23 september-15 oktober) het WK in Nederland en Polen. We legden Nika zeven stellingen voor. Ik wil ook buiten het volleybalveld het nieuwe gezicht worden van mijn sport “Als het gebeurt, vind ik het prima, hoor, maar het is niet per se mijn ambitie om het gezicht van het volleybal te worden. Ik ben iemand die de kat uit de boom kijkt, hoef niet in de schijnwerpers te staan. Ik ben me er natuurlijk van bewust dat het er in deze tijd met sociale media een beetje bij hoort dat topsporters meer van zichzelf laten zien dan alleen het sportieve, maar ik ben niet heel bewust bezig met mijn imago. Sinds kort ben ik wat actiever op social media, deels ook op aandringen van mijn omgeving, omdat ze weten dat ik er veel meer uit zou kunnen halen. Ik kijk gewoon of ik het leuk vind en verdien er ook nog een beetje geld mee af en toe. Zitten mensen erop te wachten dat ik meer van mezelf laat zien dan volleyballen? Denk ik eigenlijk ook nooit zo over na... Misschien komt dat ook doordat ik zelf nooit een groot voorbeeld, held of heldin heb gehad. Ik zie volleybal nog steeds als een uit de hand gelopen hobby, zie het zeker niet als mijn werk. Toen ik klein was heb ik ook nooit de ambitie gehad om volleybalster te worden, ik vond het altijd gewoon heel leuk om te doen en ben er eigenlijk gewoon ingerold.” Ik snap heel goed dat Lonneke Sloetjes en ook een tijdje Celeste Plak genoeg hadden van volleyballen “Er zijn gesprekken tussen spelers en coaches met de internationale volleybalbond geweest om iets te doen aan de overvolle agenda. Uit steeds meer hoeken komen de signalen dat het echt te veel is. De resultaten van die gesprekken zien we nog niet echt. In de Nations League speelden we nu twaalf wedstrijden in korte tijd over de hele wereld en vorig jaar waren dat er vijftien... Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Celeste heeft een sabbatical genomen om zich weer op te laden. Lonneke besloot na eerst een pauze te hebben genomen helemaal met volleybal te stoppen. Dat is toch zorgelijk? Dat moet toch het signaal zijn dat er snel wat moet gebeuren? Ik kan die meiden die een pauze inlassen heel goed begrijpen, omdat het mentaal en fysiek zo zwaar is wat wij doen. We spelen week in week uit bij onze club en daarnaast, in de periode dat we eigenlijk op krachten zouden moeten komen, spelen we voor het nationaal team. De spelers die club en nationaal team combineren, hebben daardoor hooguit twee weken vakantie per jaar. Er is dus geen tijd om tot rust te komen, zowel mentaal als fysiek. Ik snap heel goed dat dat ritme je na een paar jaar opbreekt. 'Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Dat is toch zorgelijk?' Ik had al een tijdje last van een slijmbeursontsteking in mijn heup. Bij de club denken ze aan de korte termijn. Vaak sta je één of twee seizoenen onder contract en in die periode moet je presteren. Daar krijg je veel sneller te horen: ‘Speel maar even door een pijntje heen.’ Bij het nationaal team wordt er beter op ons gelet, daar wordt juist wel naar de langere termijn gekeken, krijgen we eerder rust voorgeschreven. Ik heb in aanloop naar het WK ook de Nations League gemist om voor het WK van die slijmbeursontsteking af te komen. En dan zijn er nog de hoge verwachtingen waar je altijd mee te maken hebt. Je voelt die druk. Ik heb de afgelopen jaren in Italië gespeeld, bij Firenze en Novara. Bijna bij elke training kwamen de bazen van de club kijken: de president, sponsors. Zelfs tijdens trainingen voelde ik die ogen die op me gericht waren. Daardoor ga je ook heel veel van jezelf eisen. Het is niet gek dat je daar een keer aan onderdoor gaat. Bij sommige teams heb je ook een mental coach. Ik heb die mentale hulp nog niet nodig gehad, maar dat kan altijd nog veranderen. Ik ga na het WK naar VakifBank, al jaren een van de beste clubs ter wereld. Lonneke heeft daar ook vier jaar gespeeld, tot en met 2019. Ze heeft mij gezegd dat het de mooiste en de zwaarste jaren van haar loopbaan zijn geweest. Ik heb nooit gemerkt dat het zo pittig voor haar was, dat heeft ze goed kunnen maskeren. Pas op het einde, tijdens het olympisch kwalificatietoernooi voor Tokio, merkte ik dat ze anders in het veld stond dan ik gewend was van haar. Ik kan ook een stresskip zijn, hoor. Vooral als ik, zoals nu, naar een nieuwe club ga. Ik heb altijd even tijd nodig, moet iedereen eerst wat beter leren kennen voordat ik me op de training losser kan gedragen. Ik heb Lonneke veel gesproken toen ik de keuze had om naar VakifBank te gaan. Ze zei tegen mij: ‘Niek, als ik het heb overleefd, dan kun jij dat zeker.’ Dat stelde me gerust.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met Davy Klaassen die zich op maakt voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Nika Daalderop (23) is een van de nieuwe boegbeelden van het Nederlandse vrouwenvolleybal. Na de zomer gaat ze voor het Turkse VakifBank spelen, de beste club van Europa. Maar eerst speelt ze met het Nederlands team (23 september-15 oktober) het WK in Nederland en Polen. We legden Nika zeven stellingen voor. Ik wil ook buiten het volleybalveld het nieuwe gezicht worden van mijn sport “Als het gebeurt, vind ik het prima, hoor, maar het is niet per se mijn ambitie om het gezicht van het volleybal te worden. Ik ben iemand die de kat uit de boom kijkt, hoef niet in de schijnwerpers te staan. Ik ben me er natuurlijk van bewust dat het er in deze tijd met sociale media een beetje bij hoort dat topsporters meer van zichzelf laten zien dan alleen het sportieve, maar ik ben niet heel bewust bezig met mijn imago. Sinds kort ben ik wat actiever op social media, deels ook op aandringen van mijn omgeving, omdat ze weten dat ik er veel meer uit zou kunnen halen. Ik kijk gewoon of ik het leuk vind en verdien er ook nog een beetje geld mee af en toe. Zitten mensen erop te wachten dat ik meer van mezelf laat zien dan volleyballen? Denk ik eigenlijk ook nooit zo over na... Misschien komt dat ook doordat ik zelf nooit een groot voorbeeld, held of heldin heb gehad. Ik zie volleybal nog steeds als een uit de hand gelopen hobby, zie het zeker niet als mijn werk. Toen ik klein was heb ik ook nooit de ambitie gehad om volleybalster te worden, ik vond het altijd gewoon heel leuk om te doen en ben er eigenlijk gewoon ingerold.” Ik snap heel goed dat Lonneke Sloetjes en ook een tijdje Celeste Plak genoeg hadden van volleyballen “Er zijn gesprekken tussen spelers en coaches met de internationale volleybalbond geweest om iets te doen aan de overvolle agenda. Uit steeds meer hoeken komen de signalen dat het echt te veel is. De resultaten van die gesprekken zien we nog niet echt. In de Nations League speelden we nu twaalf wedstrijden in korte tijd over de hele wereld en vorig jaar waren dat er vijftien... Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Celeste heeft een sabbatical genomen om zich weer op te laden. Lonneke besloot na eerst een pauze te hebben genomen helemaal met volleybal te stoppen. Dat is toch zorgelijk? Dat moet toch het signaal zijn dat er snel wat moet gebeuren? Ik kan die meiden die een pauze inlassen heel goed begrijpen, omdat het mentaal en fysiek zo zwaar is wat wij doen. We spelen week in week uit bij onze club en daarnaast, in de periode dat we eigenlijk op krachten zouden moeten komen, spelen we voor het nationaal team. De spelers die club en nationaal team combineren, hebben daardoor hooguit twee weken vakantie per jaar. Er is dus geen tijd om tot rust te komen, zowel mentaal als fysiek. Ik snap heel goed dat dat ritme je na een paar jaar opbreekt. 'Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Dat is toch zorgelijk?' Ik had al een tijdje last van een slijmbeursontsteking in mijn heup. Bij de club denken ze aan de korte termijn. Vaak sta je één of twee seizoenen onder contract en in die periode moet je presteren. Daar krijg je veel sneller te horen: ‘Speel maar even door een pijntje heen.’ Bij het nationaal team wordt er beter op ons gelet, daar wordt juist wel naar de langere termijn gekeken, krijgen we eerder rust voorgeschreven. Ik heb in aanloop naar het WK ook de Nations League gemist om voor het WK van die slijmbeursontsteking af te komen. En dan zijn er nog de hoge verwachtingen waar je altijd mee te maken hebt. Je voelt die druk. Ik heb de afgelopen jaren in Italië gespeeld, bij Firenze en Novara. Bijna bij elke training kwamen de bazen van de club kijken: de president, sponsors. Zelfs tijdens trainingen voelde ik die ogen die op me gericht waren. Daardoor ga je ook heel veel van jezelf eisen. Het is niet gek dat je daar een keer aan onderdoor gaat. Bij sommige teams heb je ook een mental coach. Ik heb die mentale hulp nog niet nodig gehad, maar dat kan altijd nog veranderen. Ik ga na het WK naar VakifBank, al jaren een van de beste clubs ter wereld. Lonneke heeft daar ook vier jaar gespeeld, tot en met 2019. Ze heeft mij gezegd dat het de mooiste en de zwaarste jaren van haar loopbaan zijn geweest. Ik heb nooit gemerkt dat het zo pittig voor haar was, dat heeft ze goed kunnen maskeren. Pas op het einde, tijdens het olympisch kwalificatietoernooi voor Tokio, merkte ik dat ze anders in het veld stond dan ik gewend was van haar. Ik kan ook een stresskip zijn, hoor. Vooral als ik, zoals nu, naar een nieuwe club ga. Ik heb altijd even tijd nodig, moet iedereen eerst wat beter leren kennen voordat ik me op de training losser kan gedragen. Ik heb Lonneke veel gesproken toen ik de keuze had om naar VakifBank te gaan. Ze zei tegen mij: ‘Niek, als ik het heb overleefd, dan kun jij dat zeker.’ Dat stelde me gerust.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met Davy Klaassen die zich op maakt voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Judo

Michael Korrel: ‘Ik balanceer voortdurend op het randje’

Hij won grandslamtoernooien, voerde de wereldranglijst aan, maar de weg naar olympisch goud liep spaak. Wel werd Michael Korrel (28) onlangs Europees kampioen. In aanloop naar het WK (6-13 oktober in Tasjkent) spreekt Victoria Koblenko de judoka in de gewichtsklasse tot 100 kilogram. Hoe is judo in jouw leven gekomen? “Ik was vier toen ik begon, ben altijd al een potig ventje geweest. Ik was ook altijd aan het stoeien. Mijn tante gaf judoles en mijn neefjes en nichtjes deden aan judo.” Wanneer kreeg je het idee dat je goed kon judoën? “Toen ik op m’n zesde clubkampioen werd. Ik kan me dat nog goed herinneren. Die beker! Vanaf m’n zevende of achtste had ik elk weekend wedstrijdjes. Judo werd al snel een rode draad in mijn leven. Ik liet al snel zien dat ik potentie had. Mijn vader en moeder brachten me altijd. En altijd nam mijn moeder de camera mee. De foto’s heeft ze allemaal bewaard. Hoe ouder je wordt, des te leuker het is die oude foto’s terug te kijken.” Uit wat voor gezin kom je? “Uit een heel zorgzaam, liefdevol gezin. Mijn vader was lasser en m’n moeder nagelstyliste. Toen ze me in Vianen naar judo brachten, ging het nog, maar vanaf m’n dertiende moest mijn vader eerder van zijn werk komen voor mij en de uren later inhalen. Mijn ouders stimuleerden me, ik kon er niet met de pet naar gooien.” Iets wat een puber misschien wel soms zou willen. “Ik leerde trainen als ik daar eigenlijk geen zin in had. Maar ik zag ook meteen wat die discipline me bracht: ik mocht al snel meedoen aan NK’s. Ik snapte het spelletje, had een goede kracht en conditie door de fysieke training, was verder dan mijn leeftijdsgenoten. Op mijn zeventiende kwam zelfs deelname aan het EK in zicht. Dat was een heel grote stap. Ik ging drie keer in de week trainen, moest telkens heen en weer rijden naar Leusden, terwijl ik in Nieuwegein op school zat. Toen Theo Meijer, oud-judoka, mijn coach werd, ontwikkelde ik me pas echt als topsporter. Vanaf dat moment werd het professioneel.” 'In 2016 heb ik haar via Tinder leren kennen. Amanda was anders dan de rest. Ze zei 'nee; tegen mij waar de rest 'ja' zei' Terwijl je klasgenootjes vast stiekem rookten en op stap gingen... “Ik rookte of dronk niet met ze mee.” Dat geeft je kracht, maar kan ook voor een eenzame positie zorgen als je op die leeftijd bent, toch? “Maar die eenzaamheid ís topsport.” Kwetsbaar Waren er momenten dat je dacht: ik haal nooit de top? “Toen ik veertien was, werd ik derde bij het NK, terwijl ik met twee vingers in mijn neus eerste kon worden. Toen stortte mijn wereld in, ik was intens verdrietig. Maar het zorgde er tegelijkertijd voor dat ik tegen mezelf zei: dit gaat me niet nog een keer gebeuren. Fascinerend om daar nu aan terug te denken.” Dus je gebruikte die nederlaag als brandstof? “Het gekke is dat het twee jaar later nog een keer gebeurde. Ik kwam de sportschool binnen en iedereen feliciteerde me al voordat het toernooi had plaatsgevonden. Het ging mis, ik werd opnieuw derde. De wereld verging minder, maar toch. Ik ging toen wel naar het EK, want ik was nog wel de beste Nederlander gerekend over een aantal toernooien, dus het verzachtte de pijn.” Er werd van jongs af aan al veel van je verwacht. Hoe ging jij daar als tiener mee om? “Ik merkte dat als de druk er niet op stond het makkelijker was om te winnen. Ik werd op m’n achttiende Nederlands kampioen bij de senioren, mede omdat er niet van me werd verwacht dat ik zou winnen. Het judoot zoveel lekkerder als je die druk niet op je schouders voelt. Maar ja, hoe ouder ik werd, des te groter werd de druk.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Michael Korrel komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Hij won grandslamtoernooien, voerde de wereldranglijst aan, maar de weg naar olympisch goud liep spaak. Wel werd Michael Korrel (28) onlangs Europees kampioen. In aanloop naar het WK (6-13 oktober in Tasjkent) spreekt Victoria Koblenko de judoka in de gewichtsklasse tot 100 kilogram. Hoe is judo in jouw leven gekomen? “Ik was vier toen ik begon, ben altijd al een potig ventje geweest. Ik was ook altijd aan het stoeien. Mijn tante gaf judoles en mijn neefjes en nichtjes deden aan judo.” Wanneer kreeg je het idee dat je goed kon judoën? “Toen ik op m’n zesde clubkampioen werd. Ik kan me dat nog goed herinneren. Die beker! Vanaf m’n zevende of achtste had ik elk weekend wedstrijdjes. Judo werd al snel een rode draad in mijn leven. Ik liet al snel zien dat ik potentie had. Mijn vader en moeder brachten me altijd. En altijd nam mijn moeder de camera mee. De foto’s heeft ze allemaal bewaard. Hoe ouder je wordt, des te leuker het is die oude foto’s terug te kijken.” Uit wat voor gezin kom je? “Uit een heel zorgzaam, liefdevol gezin. Mijn vader was lasser en m’n moeder nagelstyliste. Toen ze me in Vianen naar judo brachten, ging het nog, maar vanaf m’n dertiende moest mijn vader eerder van zijn werk komen voor mij en de uren later inhalen. Mijn ouders stimuleerden me, ik kon er niet met de pet naar gooien.” Iets wat een puber misschien wel soms zou willen. “Ik leerde trainen als ik daar eigenlijk geen zin in had. Maar ik zag ook meteen wat die discipline me bracht: ik mocht al snel meedoen aan NK’s. Ik snapte het spelletje, had een goede kracht en conditie door de fysieke training, was verder dan mijn leeftijdsgenoten. Op mijn zeventiende kwam zelfs deelname aan het EK in zicht. Dat was een heel grote stap. Ik ging drie keer in de week trainen, moest telkens heen en weer rijden naar Leusden, terwijl ik in Nieuwegein op school zat. Toen Theo Meijer, oud-judoka, mijn coach werd, ontwikkelde ik me pas echt als topsporter. Vanaf dat moment werd het professioneel.” 'In 2016 heb ik haar via Tinder leren kennen. Amanda was anders dan de rest. Ze zei 'nee; tegen mij waar de rest 'ja' zei' Terwijl je klasgenootjes vast stiekem rookten en op stap gingen... “Ik rookte of dronk niet met ze mee.” Dat geeft je kracht, maar kan ook voor een eenzame positie zorgen als je op die leeftijd bent, toch? “Maar die eenzaamheid ís topsport.” Kwetsbaar Waren er momenten dat je dacht: ik haal nooit de top? “Toen ik veertien was, werd ik derde bij het NK, terwijl ik met twee vingers in mijn neus eerste kon worden. Toen stortte mijn wereld in, ik was intens verdrietig. Maar het zorgde er tegelijkertijd voor dat ik tegen mezelf zei: dit gaat me niet nog een keer gebeuren. Fascinerend om daar nu aan terug te denken.” Dus je gebruikte die nederlaag als brandstof? “Het gekke is dat het twee jaar later nog een keer gebeurde. Ik kwam de sportschool binnen en iedereen feliciteerde me al voordat het toernooi had plaatsgevonden. Het ging mis, ik werd opnieuw derde. De wereld verging minder, maar toch. Ik ging toen wel naar het EK, want ik was nog wel de beste Nederlander gerekend over een aantal toernooien, dus het verzachtte de pijn.” Er werd van jongs af aan al veel van je verwacht. Hoe ging jij daar als tiener mee om? “Ik merkte dat als de druk er niet op stond het makkelijker was om te winnen. Ik werd op m’n achttiende Nederlands kampioen bij de senioren, mede omdat er niet van me werd verwacht dat ik zou winnen. Het judoot zoveel lekkerder als je die druk niet op je schouders voelt. Maar ja, hoe ouder ik werd, des te groter werd de druk.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Michael Korrel komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Judo

Sanne van Dijke: ‘Is dit dan nu mijn leven?

Sanne van Dijke (25) verloor anderhalf jaar geleden onverwachts haar broer Steven en twee maanden later oud-trainingsmaatje Ilona Lucassen. Terwijl ze haar verdriet noodgedwongen probeerde te parkeren, blonk ze uit op de judomat. Ze werd Europees kampioen, won WK-brons en olympisch brons. “Ik ben trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig.” “De Olympische Spelen overtroffen al mijn verwachtingen. ‘Met publiek zijn de Spelen nog zoveel gaver,’ zeiden mensen om mij heen. Nou, ik vond het in Tokio allesbehalve saai. Ik vond het jammer dat mijn familie er niet bij kon zijn, maar dit was sport in de puurste vorm. Daar leef ik voor. Een week voor de start van de Spelen hadden we ons voorbereid op een plek bij een universiteit waar we vaker wa­ren geweest. Er stond een boom in ons hotel, daarin hadden Japanse kinderen gelukwensen gehangen. Die spreuken hadden ze voor ons proberen te ver­ talen. Op een stond: ‘Ik verwacht een medaille.’ Die vond ik mooi, want ik verwachtte ook echt een medaille van mezelf. Het briefje heb ik uit de boom gehaald en op de kast voor mijn bed geplakt. Iedere ochtend als ik wakker werd, zag ik die Japanse spreuk. Op de wedstrijddag las ik hem en ik zei tegen mezelf: nou San, ga het maar doen. Ik had er zin in en de eerste partij ging goed. Ik won op ippon. De tweede partij werd een tricky gevecht. Ik won dankzij golden score. In de halve finale stond ik tegenover de Oostenrijkse Michaela Polleres, een meisje van wie ik echt kon winnen. Ik zette een schouderworp in, dacht dat ik haar had. Maar ze pakte me over. Ik zat even goed stuk. Ik heb even goed gescholden en met wat dingen gegooid. Na een paar minuten dacht ik: oké, focus, ik kan nog brons winnen. Na een half uur stond ik op de mat tegen­ over de Duitse Giovanna Scoccimarro. Zij is meer een tactische judoka, dat ligt mij niet echt. Ik kwam achter met twee shido’s, bij drie had ik verloren. Met mijn rug stond ik tegen de muur, werd er moedeloos van. Ik probeerde aan te val­len, maar het lukte niet. Toen gingen we de golden score in, iedere fout was funest. Ik merkte dat zij moe werd, daardoor kon ik wat beter aanvallen. Ik zag een gaatje en kon haar ver op haar rug vast­ pakken. Dit moet hem zijn, dacht ik. De eerste poging mislukte, maar ik had haar nog steeds vast. De tweede poging dan. Ik voelde haar tenen wankelen en dacht: daar ga je. Zo opgelucht was ik. Ik zakte in elkaar en voelde hoe moe ik was, het had bijna acht minuten geduurd voor­ dat ik die golden score maakte. Daarna kwamen de emoties eruit. Het was gelukt. En ik dacht: deze is voor Steven." • Steven is op 8 april 2020 uit het leven gestapt. Mijn broers Steven, Wouter en ik waren heel close. Steven leek op mijn moeder, was net als zij echt een gevoelsmens en een ontzettend lieve jongen. Hij deelde veel over zijn leven met me, maar had het nooit over de dingen waar hij tegenaan liep. Steven wilde altijd een ander helpen, maar zelf hoefde hij niet geholpen te worden. Ik ben ook niet zo’n prater, maar als ik met iets zat, ging ik naar Steven of mijn moeder. Steven was ook altijd enorm betrokken bij mijn judo. Zonder hem had ik überhaupt niet gejudood, ik was denk ik een jaar oud, toen ik al met hem meeging naar de judotraining. Wouter is ook betrokken hoor, maar hij is, net als ik, altijd druk. Wouter heeft een succesvol bedrijf dat hij al vanaf zijn zeventiende aan het uitbouwen is. Als ik bij mijn moeder aan het eten was, kon Wouter zeggen: ‘Hé, ik zie je koffer in de gang staan, ga je weer weg?’ Dan wist hij niet dat ik een maand naar Azië ging. ‘O, veel plezier,’ zei hij dan. Steven wist altijd precies wat ik deed en waar ik was. Hij zette de wekker voor mijn wedstrijden en bleef ervoor thuis. Steven haalde weleens mijn oma op in Geldrop, dan zette hij een beamer aan en keek met haar naar mijn wedstrijden. Hij zei ook geregeld dat hij trots op me was, kon ineens zeggen: ‘San, ik ben zo trots op wie je bent.’ Ik zou ook nog zoveel tegen hem willen zeggen... Met Wouter ben ik ook close, maar hij is zakelijker. Sinds het overlijden van Steven is onze band wel veranderd. Nu hij er niet meer is, hebben we bijna iedere dag contact. Dat Steven uit het leven wilde stappen, heb ik niet aan zien komen. Hij had gokproblemen en was al eerder teruggevallen, dus we wisten dat het weer mis kon gaan. We waren er dus wel mee bezig, maar aan deze consequentie hadden we nooit gedacht. Ik heb heel veel verdriet gehad om Steven, maar na een paar maanden trainen leek het of ik het verdriet een beetje kon parkeren. Ik merkte ineens hoe sterk het mentale vermogen van een mens is. Je kunt bepaalde dingen blijkbaar voor je uit duwen. Net als wanneer je op vakantie gaat en dan ineens ziek wordt. Je mind laat in die drukke periode ervoor niet toe dat je ziek wordt. Met je hoofd kun je iets lichamelijks tegenhouden. Bij mij was het dat ik het rouwen onbewust deels uitstelde. De Spelen stonden nog op het programma. Ik moest aan de gang, had werk te doen. Ik zat ook nog eens in een volle concurrentiestrijd met Kim Polling. Het voelde heel cru dat ik eigenlijk moest zeggen dat ik mijn verdriet uit moest stellen. Aan motivatie had ik geen gebrek, maar ik zat wel in de knoop met mezelf. Ik wilde rouwen, maar had daar geen tijd voor. Een psycholoog hielp me in die periode. Ik wist ook dat Steven het heel erg zou vinden als ik zou opgeven. Hij wilde niks liever dan dat ik naar de Spelen zou gaan. Als hij niks met judo had gehad, dan was het een ander verhaal geweest, dan had ik niet aan mezelf kunnen verantwoorden dat ik er zo snel mee was doorgegaan. Maar Steven wilde niet dat wij ons leven zouden stilzetten om hem. Als hij had kunnen zien dat ik die droom had opgegeven, zou hij daar ontzettend van hebben gebaald. Vanwege het coronavirus mochten we in mei pas weer judoën. De Spelen waren uitgesteld, in mijn hoofd had ik toen ook totaal geen ruimte voor de Spelen. Toen ik weer begon met judo, had ik ruimte voor structuur, meer ook niet. Judo was een reden om uit bed te komen. Mijn beste vrienden, onder wie Michelle Schellekens, hebben mij echt op de been gehouden. Mijn coach Micha Bazynski is ook heel belangrijk geweest. Belangrijker dan hij zelf beseft. Hij heeft me gesteund en veel naar me geluisterd, maar hij hielp me vooral door naar Papendal te komen. Hij zei: ‘Ik ben er, kijk maar wat voor jou goed voelt. Ik snap het als je niet komt en als je wel komt, gaan we trainen.’ Micha woont in Duitsland en reed er wel ruim twee uur voor naar Papendal. Dus als ik niet zou komen, zou hij dat hele stuk voor niks hebben gereden. Zonder mij druk op te leggen, zorgde hij voor structuur in mijn leven. Judo was zo goed voor me in die periode. Ik bewoog, wat al goed voor me was, reed iedere dag een uur naar Papendal en weer terug, daarna was de halve dag al om. Dat hielp me enorm. Toen gebeurde het weer. Twee maanden later, op 12 juni, overleed mijn oude trainingsgenoot Ilona Lucassen. Ook zij stapte uit het leven. Het klinkt raar, maar om Ilona ben ik op dat moment minder verdrietig geweest als om Steven. Mijn emmer met verdriet zat al vol. Ik was al een vaatdoek, wat word je daarna, een servetje? Wel merkte ik dat ik de wereld heel oneerlijk begon te vinden. Ik had het gevoel dat iedereen tegen mij was en werd heel negatief, dacht: wat heeft het voor zin, iedereen gaat toch dood. Met Ilona had ik jarenlang in Eind­hoven getraind. Ze was een paar jaar jonger dan ik en een beetje een gekkie. Ilona was een sfeermaker, maar ze was ook heel beïnvloedbaar. Je kon haar opnaaien om alles. Als we iets grappigs hadden bedacht, voerde zij het wel uit. Als we op het matje moesten komen bij een trainer, wist ik zeker dat zij wat terug zou zeggen. Ik heb misschien een grote bek, maar Ilona had dat helemaal. We waren allebei een beetje ratjes. Echte pubers. Op Papendal zijn we een beetje uit elkaar gegroeid. Ik werd serieuzer in mijn sport. We zagen elkaar nog steeds iedere dag, maar hadden minder contact. Op Papendal werd ik een wat belangrijkere speler. Ik had vroeger te maken met types als Edith Bosch. Zij kon echt een bitch zijn, trapte tegen je schenen en haalde je onderuit. Ik haatte haar toen, maar waardeer nu wat ze heeft gedaan. Ik ben er knetterhard van geworden, zonder Edith en de andere oudere judoka’s was ik niet waar ik nu was. ‘Judo gaf Ilona structuur, maar door corona viel dat weg. Maar dat ze dit zou doen, had ik nooit verwacht’ Dat gedrag nam ik ook een beetje over. Als iemand zat te klooien, kon ik ook zeggen: ga lekker naar huis als je niet je best doet. Dat heb ik ook bij Ilona moeten doen. Zij kon dat totaal niet van mij hebben, dacht: wij zijn juist toch maatjes? Ilona vond het lastig als ik haar ergens op aansprak. Judo heeft Ilona op het rechte pad gehouden. Van mezelf denk ik soms ook: als ik niet had gejudood, weet ik ook niet hoe ik terecht was gekomen. Maar bij Ilona dacht ik dat helemaal. Judo gaf Ilona structuur, maar door corona viel dat weg. Maar dat ze dit zou doen, had ik nooit verwacht. Margriet Bergstra, een van mijn beste vriendinnen, was Ilona’s beste vriendin. Zij heeft het van dichtbij meegemaakt dat zij weggleed. Margriet belde mij meteen toen het vreselijke nieuws over Ilona bekend was. Ik dacht: nee, niet nog een keer. Ik kreeg wel een klap, maar niet zo erg als die aankwam bij de anderen, omdat ik zelf dus al vol zat met verdriet. Vooral probeerde ik er voor Margriet te zijn. Bij de uitvaart van Ilona ben ik niet geweest, dat mocht niet vanwege corona. We hebben het in Eindhoven online gekeken met andere judoka’s en coaches en hadden een erehaag gemaakt voor haar. Ik heb me heel eenzaam gevoeld. Michelle en ik hebben wel veel steun aan elkaar gehad. Zij was ook een heel goede vriendin van Ilona en van Steven. We zijn allebei geen praters, maar bij elkaar zijn, hielp al. We keken films, hingen op de bank. Het was zo veel wat er was gebeurd, we konden dat allebei niet behappen. In die tijd was ik eigenlijk een beetje ontoerekeningsvatbaar. Ik dronk veel, was mijn verdriet niet aan het verwerken, maar meer aan het ontsnappen. Structuur, bewegen en een dagelijks doel om mijn bed uit te komen, gaven mij houvast. Maar de Spelen konden me echt gestolen worden. Ik heb zelfs gezegd: laat Kim Polling maar gewoon gaan. Als onze strijd niet zo persoonlijk was geworden, had ik mijn vorm misschien nooit meer teruggevonden. De manier waarop de concurrentiestrijd met Kim is gegaan, heeft me enorm geraakt. Lang hebben Kim en ik niks met elkaar te maken gehad, zij is vijf jaar ouder. In 2017 werd ik Europees kampioen in Warschau. Dat was het startschot van onze concurrentiestrijd. Kim riep geregeld wat over mij en dat krenkte me. Die gevoelens parkeerde ik, maar die kwamen eruit toen bekend werd dat ik de olympische selectie van Kim had gewonnen. Ik was niet blij, voelde vooral boosheid, had zo’n negatief gevoel overgehouden aan die strijd. In die tijd heb ik veel met een psycholoog gepraat. Die zei: ‘Je moet het afsluiten.’ Op aanraden van haar schreef ik briefjes waarop ik mijn negatieve gevoelens schreef. Die heb ik in de houthaard in de tuin gegooid. Daarna heb ik in mijn eentje een fles champagne opengemaakt. Eerst heb ik een glas gedronken, daarna ben ik naar Michelle gefietst en heb ik met haar een glas gedronken. Tot slot ben ik naar mijn moeder gegaan en heb ik met haar nog een glas genomen. Mijn moeder vond het geweldig dat ik de Spelen had gehaald. Eindelijk voelde ik die blijdschap toen ook een beetje. Vervolgens spande Kim nog een rechtszaak aan om op die manier te proberen alsnog het olympische ticket af te dwingen. Ik denk dat Kim heel anders is dan ik en haar acties daarom niet zo goed begrijp. Veel dingen heeft ze ook netjes gedaan, ze heeft me gecondoleerd na het overlijden van Steven. En ze heeft me gefeliciteerd met mijn kwalificatie voor de Spelen en na het winnen van een medaille. Ik vind het knap dat ze dat kon opbrengen, weet niet of ik dat had gekund. Wat betreft mijn judocarrière: ik wil sowieso doorgaan tot en met de Spelen in Parijs. En als mijn lichaam het houdt en ik heb er nog plezier in, dan ga ik door tot en met de Spelen in Los Angeles in 2028. Met mijn twee Europese titels, WK-brons en een bronzen olympische medaille is mijn carrière al geslaagd. Alles wat ik graag wilde, heb ik behaald. Natuurlijk zal ik straks weer meegesleept worden in de olympische hype en wil ik dat ticket bemachtigen, maar er zit wel een bepaalde rust in me. Ik hoef mezelf niet meer te bewijzen. In Tokio zag ik judo als werk, in Parijs ga ik er hopelijk van genieten. Met mijn familie op de tribune. • Na Tokio ben ik bij Stevens graf geweest met mijn medaille in mijn zak. We hebben het geflikt hè, zei ik. Ondanks alles wat er is gebeurd, heb ik dit jaar heel goed gepresteerd. Op judogebied ging het heel goed, maar ik heb wel gemerkt: succes is niet zaligmakend. Mijn leven is niet ineens goed met een olympische medaille. Ik ben er trots op en heel blij mee, hoor, het is een beloning voor het harde werken. Maar alles wat er is gebeurd, is niet ineens weg. Na Tokio ben ik opnieuw het verwerkingsproces in gegaan. Toen de Spelen afgelopen waren, haalde het verdriet me in. De eerste maand na de Spelen heb ik 26 nachten nachtmerries gehad over Steven. Dan was hij er ineens weer in mijn dromen en zei hij dingen als: ‘Het is allemaal in scène gezet.’ Vlak nadat hij was overleden, had ik ook die nachtmerries, maar in de zes maanden voor de Spelen had ik er geen last van gehad. Ineens merkte ik hoe erg ik mijn verdriet aan de kant had gezet. ‘Ik ben heel blij en trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig. Ik weet niet of ik me ooit weer beter ga voelen, dat is een heel enge gedachte’ Aan Steven denk ik iedere dag. Meestal voordat ik naar bed ga, maar er zijn ook veel andere momenten waarop ik aan hem denk. Bij films en muziek, tijdens gesprekken die ik met mensen voer, of als zijn club PSV moet voetballen. Vroeger speelden we altijd samen het spel Football Manager. Als we dan lazen dat een speler was verkocht voor veel geld, konden we tegen elkaar zeggen: ‘Ja, maar wij hebben hem gescout, hè.’ Als ik nu iets lees over een speler die een transfer maakt, heb ik de neiging Steven te appen. De rollercoaster van de afgelopen twee jaar is gelukkig voorbij. Tot en met de Spelen werd ik geleefd, nu kan ik alles even op mijn manier doen. Maar het licht aan het einde van de tunnel zie ik nog niet. Ik ga twee stappen achteruit, en dan weer één stap vooruit. Mijn psycholoog heeft gezegd dat het niet raar is dat ik nu terugval. En iedereen die ik spreek die iets soortgelijks heeft meegemaakt, zegt: het gaat nooit helemaal voorbij. De gedachte dat ik hier nooit meer overheen kom, vind ik zo heftig. Is dit dan nu mijn leven? Ik ben heel blij en trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig. Ik weet niet of ik me ooit weer beter ga voelen, dat is een heel enge gedachte. Mijn geluk is dat ik heel fijne mensen om me heen heb. Ik heb een fantastische vriendengroep en een heel lieve vriendin, Natalie Powell. Natalie is ook judoka, we zijn nu drieënhalf jaar samen. Bij haar kan ik mezelf zijn. Sinds kort wonen we samen. Soms kan ik niet uit mijn bed komen, heb ik een offday, dan komt ze een kop thee brengen. Af en toe is het voor haar ook lastig. Ik kan nog weleens flippen als het me te veel wordt en primitief reageren. Maar ze gaat er heel goed mee om. Ik vind het heel fijn dat ze Steven nog gekend heeft. Ik zie echt een toekomst met haar, volgens mij zij ook met mij. • Ik probeer nu ook meer op anderen te letten, door bewuster en wat vaker te vragen: hoe gaat het nou met je? Dat in plaats van vluchtig: hé, hoi, hoe is het? Als je je er bewust van bent, merk je dat heel veel mensen tegen dingen aanlopen of zich soms niet zo gelukkig voelen. We doen allemaal maar alsof we het zo goed voor elkaar hebben, maar schijn bedriegt. Als je met een kater op de bank ligt en door Instagram scrolt, zie je de ene na de andere perfecte bikinifoto op Bali verschijnen. Op jouw slechtste moment zie je het beste moment van iemand anders. Nou, dan voel je je vanzelf wel een mislukkeling. Dat is wat sociale media teweegbrengen. Met een goede vriendin heb ik dit najaar de marathon van Amsterdam gelopen. Dat plan ontstond al vorig jaar in coronatijd, maar toen ging de marathon niet door. Ik wilde er een goed doel aan koppelen, dat werd 113 Zelfmoordpreventie. We hebben ruim 15.000 euro opgehaald. Dat geld is belangrijk en hard nodig, maar ik vind het vooral belangrijk dat het gesprek wordt opengebroken. Dat mensen die niet gelukkig zijn, zich uitspreken, en er in een vriendengroep niet stoer over wordt gedaan of dat het weggelachen wordt.” Helden Magazine 59 Het verhaal van Sanne van Dijke komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Sanne van Dijke (25) verloor anderhalf jaar geleden onverwachts haar broer Steven en twee maanden later oud-trainingsmaatje Ilona Lucassen. Terwijl ze haar verdriet noodgedwongen probeerde te parkeren, blonk ze uit op de judomat. Ze werd Europees kampioen, won WK-brons en olympisch brons. “Ik ben trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig.” “De Olympische Spelen overtroffen al mijn verwachtingen. ‘Met publiek zijn de Spelen nog zoveel gaver,’ zeiden mensen om mij heen. Nou, ik vond het in Tokio allesbehalve saai. Ik vond het jammer dat mijn familie er niet bij kon zijn, maar dit was sport in de puurste vorm. Daar leef ik voor. Een week voor de start van de Spelen hadden we ons voorbereid op een plek bij een universiteit waar we vaker wa­ren geweest. Er stond een boom in ons hotel, daarin hadden Japanse kinderen gelukwensen gehangen. Die spreuken hadden ze voor ons proberen te ver­ talen. Op een stond: ‘Ik verwacht een medaille.’ Die vond ik mooi, want ik verwachtte ook echt een medaille van mezelf. Het briefje heb ik uit de boom gehaald en op de kast voor mijn bed geplakt. Iedere ochtend als ik wakker werd, zag ik die Japanse spreuk. Op de wedstrijddag las ik hem en ik zei tegen mezelf: nou San, ga het maar doen. Ik had er zin in en de eerste partij ging goed. Ik won op ippon. De tweede partij werd een tricky gevecht. Ik won dankzij golden score. In de halve finale stond ik tegenover de Oostenrijkse Michaela Polleres, een meisje van wie ik echt kon winnen. Ik zette een schouderworp in, dacht dat ik haar had. Maar ze pakte me over. Ik zat even goed stuk. Ik heb even goed gescholden en met wat dingen gegooid. Na een paar minuten dacht ik: oké, focus, ik kan nog brons winnen. Na een half uur stond ik op de mat tegen­ over de Duitse Giovanna Scoccimarro. Zij is meer een tactische judoka, dat ligt mij niet echt. Ik kwam achter met twee shido’s, bij drie had ik verloren. Met mijn rug stond ik tegen de muur, werd er moedeloos van. Ik probeerde aan te val­len, maar het lukte niet. Toen gingen we de golden score in, iedere fout was funest. Ik merkte dat zij moe werd, daardoor kon ik wat beter aanvallen. Ik zag een gaatje en kon haar ver op haar rug vast­ pakken. Dit moet hem zijn, dacht ik. De eerste poging mislukte, maar ik had haar nog steeds vast. De tweede poging dan. Ik voelde haar tenen wankelen en dacht: daar ga je. Zo opgelucht was ik. Ik zakte in elkaar en voelde hoe moe ik was, het had bijna acht minuten geduurd voor­ dat ik die golden score maakte. Daarna kwamen de emoties eruit. Het was gelukt. En ik dacht: deze is voor Steven." • Steven is op 8 april 2020 uit het leven gestapt. Mijn broers Steven, Wouter en ik waren heel close. Steven leek op mijn moeder, was net als zij echt een gevoelsmens en een ontzettend lieve jongen. Hij deelde veel over zijn leven met me, maar had het nooit over de dingen waar hij tegenaan liep. Steven wilde altijd een ander helpen, maar zelf hoefde hij niet geholpen te worden. Ik ben ook niet zo’n prater, maar als ik met iets zat, ging ik naar Steven of mijn moeder. Steven was ook altijd enorm betrokken bij mijn judo. Zonder hem had ik überhaupt niet gejudood, ik was denk ik een jaar oud, toen ik al met hem meeging naar de judotraining. Wouter is ook betrokken hoor, maar hij is, net als ik, altijd druk. Wouter heeft een succesvol bedrijf dat hij al vanaf zijn zeventiende aan het uitbouwen is. Als ik bij mijn moeder aan het eten was, kon Wouter zeggen: ‘Hé, ik zie je koffer in de gang staan, ga je weer weg?’ Dan wist hij niet dat ik een maand naar Azië ging. ‘O, veel plezier,’ zei hij dan. Steven wist altijd precies wat ik deed en waar ik was. Hij zette de wekker voor mijn wedstrijden en bleef ervoor thuis. Steven haalde weleens mijn oma op in Geldrop, dan zette hij een beamer aan en keek met haar naar mijn wedstrijden. Hij zei ook geregeld dat hij trots op me was, kon ineens zeggen: ‘San, ik ben zo trots op wie je bent.’ Ik zou ook nog zoveel tegen hem willen zeggen... Met Wouter ben ik ook close, maar hij is zakelijker. Sinds het overlijden van Steven is onze band wel veranderd. Nu hij er niet meer is, hebben we bijna iedere dag contact. Dat Steven uit het leven wilde stappen, heb ik niet aan zien komen. Hij had gokproblemen en was al eerder teruggevallen, dus we wisten dat het weer mis kon gaan. We waren er dus wel mee bezig, maar aan deze consequentie hadden we nooit gedacht. Ik heb heel veel verdriet gehad om Steven, maar na een paar maanden trainen leek het of ik het verdriet een beetje kon parkeren. Ik merkte ineens hoe sterk het mentale vermogen van een mens is. Je kunt bepaalde dingen blijkbaar voor je uit duwen. Net als wanneer je op vakantie gaat en dan ineens ziek wordt. Je mind laat in die drukke periode ervoor niet toe dat je ziek wordt. Met je hoofd kun je iets lichamelijks tegenhouden. Bij mij was het dat ik het rouwen onbewust deels uitstelde. De Spelen stonden nog op het programma. Ik moest aan de gang, had werk te doen. Ik zat ook nog eens in een volle concurrentiestrijd met Kim Polling. Het voelde heel cru dat ik eigenlijk moest zeggen dat ik mijn verdriet uit moest stellen. Aan motivatie had ik geen gebrek, maar ik zat wel in de knoop met mezelf. Ik wilde rouwen, maar had daar geen tijd voor. Een psycholoog hielp me in die periode. Ik wist ook dat Steven het heel erg zou vinden als ik zou opgeven. Hij wilde niks liever dan dat ik naar de Spelen zou gaan. Als hij niks met judo had gehad, dan was het een ander verhaal geweest, dan had ik niet aan mezelf kunnen verantwoorden dat ik er zo snel mee was doorgegaan. Maar Steven wilde niet dat wij ons leven zouden stilzetten om hem. Als hij had kunnen zien dat ik die droom had opgegeven, zou hij daar ontzettend van hebben gebaald. Vanwege het coronavirus mochten we in mei pas weer judoën. De Spelen waren uitgesteld, in mijn hoofd had ik toen ook totaal geen ruimte voor de Spelen. Toen ik weer begon met judo, had ik ruimte voor structuur, meer ook niet. Judo was een reden om uit bed te komen. Mijn beste vrienden, onder wie Michelle Schellekens, hebben mij echt op de been gehouden. Mijn coach Micha Bazynski is ook heel belangrijk geweest. Belangrijker dan hij zelf beseft. Hij heeft me gesteund en veel naar me geluisterd, maar hij hielp me vooral door naar Papendal te komen. Hij zei: ‘Ik ben er, kijk maar wat voor jou goed voelt. Ik snap het als je niet komt en als je wel komt, gaan we trainen.’ Micha woont in Duitsland en reed er wel ruim twee uur voor naar Papendal. Dus als ik niet zou komen, zou hij dat hele stuk voor niks hebben gereden. Zonder mij druk op te leggen, zorgde hij voor structuur in mijn leven. Judo was zo goed voor me in die periode. Ik bewoog, wat al goed voor me was, reed iedere dag een uur naar Papendal en weer terug, daarna was de halve dag al om. Dat hielp me enorm. Toen gebeurde het weer. Twee maanden later, op 12 juni, overleed mijn oude trainingsgenoot Ilona Lucassen. Ook zij stapte uit het leven. Het klinkt raar, maar om Ilona ben ik op dat moment minder verdrietig geweest als om Steven. Mijn emmer met verdriet zat al vol. Ik was al een vaatdoek, wat word je daarna, een servetje? Wel merkte ik dat ik de wereld heel oneerlijk begon te vinden. Ik had het gevoel dat iedereen tegen mij was en werd heel negatief, dacht: wat heeft het voor zin, iedereen gaat toch dood. Met Ilona had ik jarenlang in Eind­hoven getraind. Ze was een paar jaar jonger dan ik en een beetje een gekkie. Ilona was een sfeermaker, maar ze was ook heel beïnvloedbaar. Je kon haar opnaaien om alles. Als we iets grappigs hadden bedacht, voerde zij het wel uit. Als we op het matje moesten komen bij een trainer, wist ik zeker dat zij wat terug zou zeggen. Ik heb misschien een grote bek, maar Ilona had dat helemaal. We waren allebei een beetje ratjes. Echte pubers. Op Papendal zijn we een beetje uit elkaar gegroeid. Ik werd serieuzer in mijn sport. We zagen elkaar nog steeds iedere dag, maar hadden minder contact. Op Papendal werd ik een wat belangrijkere speler. Ik had vroeger te maken met types als Edith Bosch. Zij kon echt een bitch zijn, trapte tegen je schenen en haalde je onderuit. Ik haatte haar toen, maar waardeer nu wat ze heeft gedaan. Ik ben er knetterhard van geworden, zonder Edith en de andere oudere judoka’s was ik niet waar ik nu was. ‘Judo gaf Ilona structuur, maar door corona viel dat weg. Maar dat ze dit zou doen, had ik nooit verwacht’ Dat gedrag nam ik ook een beetje over. Als iemand zat te klooien, kon ik ook zeggen: ga lekker naar huis als je niet je best doet. Dat heb ik ook bij Ilona moeten doen. Zij kon dat totaal niet van mij hebben, dacht: wij zijn juist toch maatjes? Ilona vond het lastig als ik haar ergens op aansprak. Judo heeft Ilona op het rechte pad gehouden. Van mezelf denk ik soms ook: als ik niet had gejudood, weet ik ook niet hoe ik terecht was gekomen. Maar bij Ilona dacht ik dat helemaal. Judo gaf Ilona structuur, maar door corona viel dat weg. Maar dat ze dit zou doen, had ik nooit verwacht. Margriet Bergstra, een van mijn beste vriendinnen, was Ilona’s beste vriendin. Zij heeft het van dichtbij meegemaakt dat zij weggleed. Margriet belde mij meteen toen het vreselijke nieuws over Ilona bekend was. Ik dacht: nee, niet nog een keer. Ik kreeg wel een klap, maar niet zo erg als die aankwam bij de anderen, omdat ik zelf dus al vol zat met verdriet. Vooral probeerde ik er voor Margriet te zijn. Bij de uitvaart van Ilona ben ik niet geweest, dat mocht niet vanwege corona. We hebben het in Eindhoven online gekeken met andere judoka’s en coaches en hadden een erehaag gemaakt voor haar. Ik heb me heel eenzaam gevoeld. Michelle en ik hebben wel veel steun aan elkaar gehad. Zij was ook een heel goede vriendin van Ilona en van Steven. We zijn allebei geen praters, maar bij elkaar zijn, hielp al. We keken films, hingen op de bank. Het was zo veel wat er was gebeurd, we konden dat allebei niet behappen. In die tijd was ik eigenlijk een beetje ontoerekeningsvatbaar. Ik dronk veel, was mijn verdriet niet aan het verwerken, maar meer aan het ontsnappen. Structuur, bewegen en een dagelijks doel om mijn bed uit te komen, gaven mij houvast. Maar de Spelen konden me echt gestolen worden. Ik heb zelfs gezegd: laat Kim Polling maar gewoon gaan. Als onze strijd niet zo persoonlijk was geworden, had ik mijn vorm misschien nooit meer teruggevonden. De manier waarop de concurrentiestrijd met Kim is gegaan, heeft me enorm geraakt. Lang hebben Kim en ik niks met elkaar te maken gehad, zij is vijf jaar ouder. In 2017 werd ik Europees kampioen in Warschau. Dat was het startschot van onze concurrentiestrijd. Kim riep geregeld wat over mij en dat krenkte me. Die gevoelens parkeerde ik, maar die kwamen eruit toen bekend werd dat ik de olympische selectie van Kim had gewonnen. Ik was niet blij, voelde vooral boosheid, had zo’n negatief gevoel overgehouden aan die strijd. In die tijd heb ik veel met een psycholoog gepraat. Die zei: ‘Je moet het afsluiten.’ Op aanraden van haar schreef ik briefjes waarop ik mijn negatieve gevoelens schreef. Die heb ik in de houthaard in de tuin gegooid. Daarna heb ik in mijn eentje een fles champagne opengemaakt. Eerst heb ik een glas gedronken, daarna ben ik naar Michelle gefietst en heb ik met haar een glas gedronken. Tot slot ben ik naar mijn moeder gegaan en heb ik met haar nog een glas genomen. Mijn moeder vond het geweldig dat ik de Spelen had gehaald. Eindelijk voelde ik die blijdschap toen ook een beetje. Vervolgens spande Kim nog een rechtszaak aan om op die manier te proberen alsnog het olympische ticket af te dwingen. Ik denk dat Kim heel anders is dan ik en haar acties daarom niet zo goed begrijp. Veel dingen heeft ze ook netjes gedaan, ze heeft me gecondoleerd na het overlijden van Steven. En ze heeft me gefeliciteerd met mijn kwalificatie voor de Spelen en na het winnen van een medaille. Ik vind het knap dat ze dat kon opbrengen, weet niet of ik dat had gekund. Wat betreft mijn judocarrière: ik wil sowieso doorgaan tot en met de Spelen in Parijs. En als mijn lichaam het houdt en ik heb er nog plezier in, dan ga ik door tot en met de Spelen in Los Angeles in 2028. Met mijn twee Europese titels, WK-brons en een bronzen olympische medaille is mijn carrière al geslaagd. Alles wat ik graag wilde, heb ik behaald. Natuurlijk zal ik straks weer meegesleept worden in de olympische hype en wil ik dat ticket bemachtigen, maar er zit wel een bepaalde rust in me. Ik hoef mezelf niet meer te bewijzen. In Tokio zag ik judo als werk, in Parijs ga ik er hopelijk van genieten. Met mijn familie op de tribune. • Na Tokio ben ik bij Stevens graf geweest met mijn medaille in mijn zak. We hebben het geflikt hè, zei ik. Ondanks alles wat er is gebeurd, heb ik dit jaar heel goed gepresteerd. Op judogebied ging het heel goed, maar ik heb wel gemerkt: succes is niet zaligmakend. Mijn leven is niet ineens goed met een olympische medaille. Ik ben er trots op en heel blij mee, hoor, het is een beloning voor het harde werken. Maar alles wat er is gebeurd, is niet ineens weg. Na Tokio ben ik opnieuw het verwerkingsproces in gegaan. Toen de Spelen afgelopen waren, haalde het verdriet me in. De eerste maand na de Spelen heb ik 26 nachten nachtmerries gehad over Steven. Dan was hij er ineens weer in mijn dromen en zei hij dingen als: ‘Het is allemaal in scène gezet.’ Vlak nadat hij was overleden, had ik ook die nachtmerries, maar in de zes maanden voor de Spelen had ik er geen last van gehad. Ineens merkte ik hoe erg ik mijn verdriet aan de kant had gezet. ‘Ik ben heel blij en trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig. Ik weet niet of ik me ooit weer beter ga voelen, dat is een heel enge gedachte’ Aan Steven denk ik iedere dag. Meestal voordat ik naar bed ga, maar er zijn ook veel andere momenten waarop ik aan hem denk. Bij films en muziek, tijdens gesprekken die ik met mensen voer, of als zijn club PSV moet voetballen. Vroeger speelden we altijd samen het spel Football Manager. Als we dan lazen dat een speler was verkocht voor veel geld, konden we tegen elkaar zeggen: ‘Ja, maar wij hebben hem gescout, hè.’ Als ik nu iets lees over een speler die een transfer maakt, heb ik de neiging Steven te appen. De rollercoaster van de afgelopen twee jaar is gelukkig voorbij. Tot en met de Spelen werd ik geleefd, nu kan ik alles even op mijn manier doen. Maar het licht aan het einde van de tunnel zie ik nog niet. Ik ga twee stappen achteruit, en dan weer één stap vooruit. Mijn psycholoog heeft gezegd dat het niet raar is dat ik nu terugval. En iedereen die ik spreek die iets soortgelijks heeft meegemaakt, zegt: het gaat nooit helemaal voorbij. De gedachte dat ik hier nooit meer overheen kom, vind ik zo heftig. Is dit dan nu mijn leven? Ik ben heel blij en trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig. Ik weet niet of ik me ooit weer beter ga voelen, dat is een heel enge gedachte. Mijn geluk is dat ik heel fijne mensen om me heen heb. Ik heb een fantastische vriendengroep en een heel lieve vriendin, Natalie Powell. Natalie is ook judoka, we zijn nu drieënhalf jaar samen. Bij haar kan ik mezelf zijn. Sinds kort wonen we samen. Soms kan ik niet uit mijn bed komen, heb ik een offday, dan komt ze een kop thee brengen. Af en toe is het voor haar ook lastig. Ik kan nog weleens flippen als het me te veel wordt en primitief reageren. Maar ze gaat er heel goed mee om. Ik vind het heel fijn dat ze Steven nog gekend heeft. Ik zie echt een toekomst met haar, volgens mij zij ook met mij. • Ik probeer nu ook meer op anderen te letten, door bewuster en wat vaker te vragen: hoe gaat het nou met je? Dat in plaats van vluchtig: hé, hoi, hoe is het? Als je je er bewust van bent, merk je dat heel veel mensen tegen dingen aanlopen of zich soms niet zo gelukkig voelen. We doen allemaal maar alsof we het zo goed voor elkaar hebben, maar schijn bedriegt. Als je met een kater op de bank ligt en door Instagram scrolt, zie je de ene na de andere perfecte bikinifoto op Bali verschijnen. Op jouw slechtste moment zie je het beste moment van iemand anders. Nou, dan voel je je vanzelf wel een mislukkeling. Dat is wat sociale media teweegbrengen. Met een goede vriendin heb ik dit najaar de marathon van Amsterdam gelopen. Dat plan ontstond al vorig jaar in coronatijd, maar toen ging de marathon niet door. Ik wilde er een goed doel aan koppelen, dat werd 113 Zelfmoordpreventie. We hebben ruim 15.000 euro opgehaald. Dat geld is belangrijk en hard nodig, maar ik vind het vooral belangrijk dat het gesprek wordt opengebroken. Dat mensen die niet gelukkig zijn, zich uitspreken, en er in een vriendengroep niet stoer over wordt gedaan of dat het weggelachen wordt.” Helden Magazine 59 Het verhaal van Sanne van Dijke komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.